Verslag Marokko 1997

 

MAROKKO

 

15 april t/m 26 mei 1997

 

 

Het plan om naar Marokko te gaan begint steeds meer vorm aan te nemen.

In oktober hebben we in het KCK-blad een oproep gedaan om meer informatie over Marokko.

 

Leo en Molly Derksen hebben hierop gereageerd.

Zij zijn reeds 3x naar Marokko geweest en konden ons een smak informatie geven.

We zijn er een zaterdag naar toe geweest en hebben een leuke gezellige dag gehad.

We krijgen er steeds meer zin in.

 

In december kregen we een kaartje van Frans en Coby Blankenstein, dat zij wel wat laat reageerde maar zeker interesse hadden om eventueel mee te gaan.

Wat is het toeval, zij wonen ook in Eindhoven.

 

Afgesproken om op een zaterdagavond kennis te maken, of het überhaupt klikt

ja of nee. Ja dus.

De beslissing wordt genomen we gaan met z’n “4×4” – 4ren naar Marokko.

Nu beginnen pas de echte voorbereidingen.

Wat nemen we mee aan kleding, eten enz. enz.

Dat wordt dus kopen geblazen, wel leuk al die voorbereidingen.

Tussendoor houden we goed kontakt met Frans en Coby en het klikt inderdaad, we zitten goed op de zelfde golflengte.

 

De tent kopen we over van de buurtjes van nr. 5.

Het is wel niet helemaal de tent die we voor ogen hebben, maar de prijs is zo gunstig dat we het met deze tent wel willen proberen, we weten niet of het kamperen ons wel zal bevallen en als je dan meteen zo’n dure tent koopt is dat ook jammer.

 

De auto moet ook “verbouwd” worden om alles kwijt te kunnen.

Op tekening hebben we al diverse indelingen gemaakt, nu uitproberen hoe het in de praktijk het beste gaat.

We willen zeker het chemisch toilet meenemen en een “keukenblok” waar alles om te koken in en op zit zodat we dit gedeelte gemakkelijk uit de auto kunnen tillen.

We hebben 3-plastic rolboxen gekocht die je op elkaar kunt stapelen, voor de kleren en de diverse spullen.

De tent en het belangrijkste onze hond Aqui moet natuurlijk ook een fijne plaats hebben.

Dit is allemaal prima gelukt.

 

Frans en Coby vertrekken een week eerder en gaan nog langs kennissen in Frankrijk, we ontmoeten elkaar dan op Camping San Roque 15 KM voor Algeciras waar we de boot opgaan om samen aan het avontuur te beginnen.

 

 

Daar gaan we dan.

 

 

 

Kees en Els van de Laarschot /  Nissan Patrol (met de hond Aqui)

Frans en Coby Blankenstein / Mitsubishi

 

 

 

 

15 april

07.45 uur vertrokken

Km. stand 4939

 

Parijs 11.45 uur (415 Km. gereden).

Bordeaux 17.30 uur 25 graden.

Precies 1000 km.

 

Daarna doorgereden naar Zarous nabij San Sebastian in Spanje.

De eerste avond in de tent valt niet tegen, ondanks dat het koud en vochtig is.

De bedjes (Thermarest 6 cm) bevallen prima.

Aqui heeft er wat moeite mee, hij kan zijn plaats niet echt vinden, maar dat zal nog wel wennen. Hij zal wel moeten.

 

16 april

Vertrokken vanuit Zarous. 09.00 uur. Onbewolkt 10 graden.

In Madrid om 13.45 uur. Bewolkt of luchtvervuiling, dat weten we niet.

Aankomst Bailen 16.30 uur. Half bewolkt.

Nu nog 122 km. naar Granada. Temperatuur nu 31 graden.

In Granada aangekomen op camping Sierre Nevada, zetten we de tent op en maken het eten klaar.

Op dat moment begint het te regenen. Dus eten in de tent.

 

17 april

We gaan nu van Granada naar Antequera.

Vertrek 12 uur. Zwaar bewolkt, veel regen, 24 graden.

In Granada problemen met de Airco. Hij doet het niet meer.

In de grote supermarkt een grote koffie-perculator gekocht.

Gelukkig op camping uitgeprobeerd. Perculator sloot niet goed af.

Kees is hem voor ons vertrek nog vlug gaan ruilen.

Bij Antequera, gaan we binnendoor de N341 richting Ronda. Een zeer slechte weg.

Zo slecht dat de whisky (die we “op zolder” gelegd hadden) naar beneden kwam, het schotje, dat Kees maar met één schroef vastgezet had, kwam met fles en al naar beneden, gelukkig niet op Aqui.

 

15.00 uur. Half bewolkt, 20 graden,.

We zijn in Ronda gestopt en op camping Le Sur rondgekeken.

De camping was een heel stuk opgeknapt. Twee jaar geleden was het terrein nog zeer stijl, nu had men bijna alle plaatsen recht getrokken, een beetje het idee van een terrascamping. De eigenaar was er helaas niet, we hadden gehoopt nog een babbel met hem te maken. We zijn er niet lang gebleven, het was er koud en het regende een beetje.

 

Camping San Roque. Harde wind, we hebben moeite om de tent op te zetten.

Naar Algeciras gereden, waar een Nissan garage zou zijn, om de auto een kleine beurt te laten geven. Je leest het goed zou zijn, op het raam hing een bordje: “Wegens werkzaamheden gesloten”.

Terug gereden naar de camping.

Daar uitgezocht met de mensen van de receptie waar een andere Nissan garage is.

We willen de beurt toch hier in Spanje nog laten doen, want je weet niet wat je aan de andere kant van “de plons” aantreft.

‘s Avonds was er een meeting van Franse jeepers die georganiseerd naar Marokko gingen, wij gingen luisteren of we nog meer informatie konden opvangen.

Hier bleek dat we de “bakkies” weer uit moesten bouwen want vanaf 1 maart mochten deze niet meer in Marokko gebruikt worden. Dat zal Frans leuk vinden want hij had net een nieuw “bakkie” gekocht en in zijn auto ingebouwd.

 

18 april

07.30 uur opgestaan om naar Marbella te rijden, waar een officiële Nissan garage moet zitten. Op de camping hebben ze voor ons een afspraak gemaakt. Dus ze verwachten ons.

Na veel zoeken de garage gevonden. We werden inderdaad meteen geholpen en voor zover wij het konden zien werd het werk goed gedaan.

De zon schijnt en het zal tussen de 20 en de 25 graden zijn.

Op het eind van de middag komen Frans en Coby op de camping aan.

‘s Avonds zijn we samen naar de haven gereden om te kijken hoe, wat en waar.

De tickets gekocht, zodat we morgenvroeg meteen op de boot kunnen.

We hebben de “bakkies” uitgebouwd en bij de receptie van de camping afgegeven en verteld dat we ze na de reis weer op komen halen. Dit was voor de campingeigenaar een bekend verhaal.

 

19 april

07.30 uur. Na het ontbijt richting haven. Ticket controle.

11.10 uur op de boot half bewolkt 18 graden.Rustige zee.

Onderweg kunnen genieten van een groepje Spaanse vrouwen die volop aan het dansen en zingen waren.

Aankomst in Ceuta 12.30 uur. Zwaar bewolkt, niet koud wel spannend.

In Ceuta de auto volgegooid met diesel 80 cent per liter.

 

Op richting Marokkaanse grens. We waren al wat voorbereid door de verhalen van Leo en Molly, maar het is toch een hele ervaring, het is echt een totaal andere wereld.

Aan de grens moesten heel wat papieren ingevuld worden en de auto werd zeer goed gecontroleerd. Bij het invullen van de papieren werden we geholpen door een Marokkaan die daar uiteraard voor betaald werd. De klok zouden we nu 2 uur terug moeten zetten

We houden de Nederlandse tijd aan, dan staan we ‘s morgens bijtijds op (07.00 uur) want ‘s avonds is het snel donker.

 

Binnen enkele uren begint het te regenen, rijden nu richting Meknès, in het centrum komen we op een mooie camping, Camping Caravaning Meknès, het sanitaire is zeer slecht. Wel afgesloten met een hoge muur en een grote poort, met bewaking.

We hebben de tent in de regen opgezet en eten in de tent klaargemaakt voor ons vieren. De temperatuur is 14.8 graden.

 

20 april

De hele nacht heeft het geregend.

De tent is door en door nat. We hebben samen de tent opgepakt en onder een afdak gezet, zodat hij iets kan afdruipen.

Nadat we de natte tent in de zak hadden gedaan zij we vertrokken richting Midelt 09.00 uur. In de hoop dat het daar droger is, want we hebben heel wat te drogen.

Bij de splitsing richting El Hajeb 9 graden koud en nog steeds regen.

We gaan nu richting Ifrane naar het cederbos.

Zo’n 10 Km voor Ifran 10.40 uur hoogte 1750 mtr. mistig 4.5 graden.

We stoppen nu want we staan in de sneeuw, echt waar.

We dachten eerst dat de stenen aan een kant wit gekalkt waren voor de veiligheid in het donker, maar het bleek dus geplakte sneeuw te zijn.

Hoe verder we reden hoe meer sneeuw en nog vers ook.

Kees moest zelfs uitstappen om een brok ijs weg te stampen bij het voorwiel, wat tegen de band begon te schaven.

Wie had dat gedacht. Koud en sneeuw in Marokko.

In de auto niet de airco maar de kachel aan.

De Col du Zad over 2178 mtr. hoog, 6 cm sneeuw.

Bij Midelt zouden we stoppen, de omgeving moet hier heel mooi zijn, maar het is zo koud, nat en er stond zo’n koude wind dat we na overleg besloten hebben verder te rijden in de hoop dat het weer toch iets beter wordt.

We gaan richting Er Rachidia zo’n 130 km verder. Col de Tagalm 1907 Mtr. hoog.

De temperatuur gaat iets omhoog, inmiddels 11 graden en lichte regen.

50 Km. voor Erfoud. De zon komt er een beetje door, 18 graden.

Over de Marokkaanse wegen zie je vaak het water lopen van een rivier, waar je onder normale omstandigheden rustig door kunt rijden. Nu er zoveel regen gevallen is, zijn deze oversteken moeilijk begaanbaar. Bij sommige oversteken konden de normale auto’s er niet meer door, wij wel omdat wij als jeep veel hoger zijn en uiteraard ook meer power.

16.10 uur een stop gemaakt op een hoog gelegen plaats, waar je mooi een dal in keek met palmbomen. Deze palmbomen stonden ook ruim in het water.

Een Marokkaan die daar stond en goed Engels sprak vertelde ons dat we waarschijnlijk niet veel verder konden omdat voor Erfoud de rivier zo hoog was dat de weg, WEG was.

Als dat inderdaad zo is moeten we terug naar een camping die we voorbij gereden zijn, maar we willen de situatie toch even bekijken.

De weg is inderdaad weggeslagen en we konden er echt niet meer door. Ze waren wel met man en macht aan het werken om met zand en stenen, die aangevoerd werden door bulldozers en vrachtwagens de weg te herstellen.

Zo te zien zou dat nog wel een hele tijd duren, dus terug naar de camping die we al hebben zien liggen in het dal richting palmbomen.

 

 

 

Camping Souce Bleue de Meski, de Blauwe Bronnen van Meski.

We hebben ons zelf ingeschreven in een boek en de kosten waren per echtpaar met auto en tent 45 DH. (± fl. 9,=)

10 uur de duisternis is al gevallen.

We zitten met z’n 4-ren, om de barbecue die we gemaakt hebben van een oude ton die we onderste boven geplaatst hebben en op de bodem het hout en de kooltjes gelegd hebben.

De camping ligt onder de palmbomen, is klein, modderig en het sanitair niet al te schoon. Op zich, als het niet zo modderig zou zijn, best wel een romantische omgeving.

We hopen dat het vannacht niet meer gaat regenen, want de rivier ligt toch vrij dicht bij en met name Frans heeft het daar niet zo op, en als het niet droog blijft kunnen we morgen de rivier niet over.

 

21 april.

Licht bewolkt 23 graden.

We zijn inmiddels weer bij de weg die weggeslagen was, er staat een hele file van wagens en motorhomes die rustig wachten tot de plaats weer over te steken is.

Dat zal zeker nog wel tot de middag duren.

Een marokkaanse jongen kwam ons vertellen dat hij ons de weg wel kon wijzen via een piste die bij een dorpje iets terug links af een stukje door de woestijn ging waar de rivier wel doorwaadbaar was en achter de weggeslagen weg uitkwam, hij wilde wel meerijden en ons de weg wijzen.

We hebben hem vriendelijk bedankt voor de informatie maar zijn zelf gaan zoeken.

Het vinden van de weg was niet zo moeilijk omdat je de sporen op de zandwegen goed kunt volgen, we zijn voor een dorpje links afgeslagen, wat inderdaad de goede weg bleek te zijn.

Prachtig, dit stukje hadden we zeker niet mogen missen, door kleine dorpjes gereden met de typische huisjes (hutten). Meisjes halen hier het water uit de waterputten met hun ezeltjes. Fotograferen is er niet bij, de vrouwen en meisjes draaien zich meteen weg als ze zien dat je wilt fotograferen of filmen.

Het stukje woestijn waar we door reden was mooi en zeer rustgevend.

Hier zagen we de eerste zandduinen.

We konden aan de linkerkant de bergwand in de gaten houden, zodat we ons niet zouden verrijden en weer op de weg naar Erfoud zouden uitkomen.

Dat is prima gelukt, we kwamen mooi weer op de weg uit en zagen in de verte de eerste auto’s ook over de nieuwe weg komen die nu gereed was.

Het voordeel was dat wij een prachtige rit hebben gemaakt, in plaats van uren daar staan wachten en we zijn de grote meute voor.

In Erfoud hebben we de auto’s weer volgetankt en gaan richting Erg Chebbi.

Om de goed te blijven volgen moest je goed opletten, de borden waren niet altijd even duidelijk en je moest de wegenkaart er goed bij houden.

De informatie uit het boekje “Trotter” dat je de elektriciteits palen in de gaten moest houden was goud waard. Je kunt hier inderdaad goed verdwalen.

 

Onderweg kwamen we de eerste mineralen en fossielen winkeltjes tegen.

Steeds weer uitstappen kijken kijken niet kopen en weer verder.

 

 

 

De camping in Erg Chebbi “Les dune d’Or” was een ommuurde zandvlakte, met een gebouw (receptie – restaurant “Auberge de Sud”- hotelletje alles in een) wat kleine bomen, niet veel schaduw en een paar kranen.

Nadat we onze plaats uitgekozen hadden en de tent hadden opgezet, werden we uitgenodigd om muntthee te komen drinken. Deze thee is een nationale drank (ook wel berber whisky genoemd) een mierzoete thee met bladeren van de muntplant erin, die je gloeiend heet moet drinken (deze thee zullen we nog vaak drinken).

Binnen ziet het er gezellig uit, veel lage banken met kussens en lage tafels waar je aan kunt zitten resp. liggen. Vanavond gaan we hier ook Tajin eten.

De kosten van deze camping zijn niets, wel wordt er van je verwacht dat je tenminste 1x een warme maaltijd in het restaurant komt gebruiken, wat dan de kosten zijn die je kwijt bent voor de camping.

Het kwam erop neer dat we ongeveer 225 DH. per stel kwijt waren (± Fl. 45,= we hebben hier 3 nachten gestaan).

Douches waren er niet, een mooie gelegenheid om de autodouche uit te proberen.

Dat is een zwart gespoten jerrycan, achter bevestigd op het trapje van de auto uiteraard gevuld met water, waarin een pompje gehangen wordt met een draad naar de caravanaansluiting van de auto met een voetschakelaar op de grond. Dit werkt perfekt. Met een zwarte waterzak erbij, om bij te vullen konden we met z’n 2-en goed douchen.

We staan hier echt in de woestijn en je ziet dus ook echt alleen maar zand – zand en nog eens zand. De camping ligt aan de voet van prachtige zandduinen, die bekent staan om hun prachtige kleuren-combinaties bij zonsop- en ondergang.

Het is licht bewolkt, we hebben net een kleine zandstorm gehad, wat niet zo lekker was voor mijn lenzen en alles zit nu echt onder hele fijne poederzand.

Aqui vermaakt zich ook prima, die heeft een stel Marokkaanse jongens helemaal gek gemaakt met zijn bal en die zijn nu volop aan het spelen.

Kees en Frans gaan tegen de avond de zandduinen omhoog lopen en nemen Aqui mee.

Rond 19.00 uur gaat de zon onder wat dan op dat moment zeer snel gaat.

De zonsondergang was inderdaad prachtig, je werd er gewoon stil van. Prachtig.

Om 21.00 uur gaan eten. Groente salade, Tajin en sinaasappelschijfjes met kaneel na.

Tajin is een stoofpot met uien, vlees, aardappelen, paprika, aubergine wortelen  erwten, knoflook en tajinkruiden. Tijdens het eten hadden we Marokkaanse muziek, mooi maar wel hard en op een gegeven moment voor onze oren toch te veel.

Zeker voor de oren van Aqui, die vluchtte naar buiten toen de trommels begonnen te spelen en hij heeft buiten op een afstand ons in de gaten gehouden.

 

22 april.

Om 07.30 uur vanzelf wakker geworden, omdat het toch wat warm werd in de tent.

‘s Nachts toch koud geweest.

Licht bewolkt, we doen het vandaag een beetje rustig aan en gaan om 10.00 uur pas een eindje rijden. We gaan richting Merzouga, een dorpje niet ver hiervandaan waar gisteren een gids op de camping ons over verteld heeft.

Daar aangekomen zagen we dezelfde gids die ook in dat dorpje woonde. We hebben hier een groot rond brood gekocht. Hoe het brood hier gebakken werd hebben we ook mogen bekijken. De vrouwen bakken hier het brood op houtvuur in een laten we zeggen “broodhut” de vrouwen zitten dus in een hut vol met rook waarin een van leem gemaakt klein oventje is.

Met 2 stokjes draaien ze het brood steeds in de richting van de gloeiende kooltjes om het aan alle kanten bruin te laten worden.

 

Ook in dit dorp weer geweldig veel kinderen, die allemaal roepen om “Madame Bonbon”.

Je wordt er echt gek van. Natuurlijk is het de schuld van de toeristen zelf om steeds maar snoep te geven.

De gids laat ons wat van het dorp zien en neemt ons uiteindelijk mee naar zijn winkel van kleden. Ja, hoor tocht gestrikt, we hadden nog zo gezegd, geen kledenwinkels. Maar goed we hebben besloten om deze ene winkel te bezoeken, ten eerste omdat de gids een zeer vriendelijke jongen is en ons ook een goede uitleg heeft gegeven over de betekenis van de Berber cultuur en wat de tekens en kleuren op de kleden voor betekenis hebben. Geen kleed gekocht, wel een blauw/zwarte originele berbersjaal van 3 meter voor Kees. Officieel zijn deze sjaals 6 meter lang.

Na het bezoek aan Merzouga zijn we verder de woestijn in gereden naar een meer waar flamingo’s zouden zijn. De flamingo’s waren er inderdaad, maar zo ver weg, dat je ze met het blote oog bijna niet kon zien, nog geprobeerd om er dichterbij te komen, maar zelfs met onze jeeps is dat niet gelukt omdat de grond te modderig was

We hebben mooie foto’s gemaakt van 2 vrouwen die op hun blote voeten, door de modder hard aan kwamen lopen om te vragen naar eten en kleding. Coby heeft ze een T-shirt gegeven en toen mochten we een foto maken. Ja, zo gaat het daar, eerst betalen, dan een foto maken, dat zullen we nog wel meer meemaken, wat ik persoonlijk niet leuk vond. Het ging er soms  wat agressief aan toe als je te weinig of niet vlug genoeg iets gaf.

Terug naar de camping, we horen een “ratel” in het rechter voorwiel van onze jeep.

Dat is dus goed balen. We hebben thuis al veel problemen met onze nieuwe jeep gehad, dus we hopen dat er hier niet iets gebeurd wat we niet kunnen oplossen.

We hebben toen de vrijloopnaven op lock gezet in plaats van auto, hierdoor verdween de ratel. We zouden dit wel in Nederland laten nakijken.

‘s Avonds zijn we  samen de zandduinen opgeklauterd om de zonsondergang boven mee te maken. Terug naar beneden hebben we nog wat fossielen gekocht van een jongen die daar rondsjouwde met een doos mineralen en fossielen.

We hebben ze gerolen voor een horloge en wat geld.

Heerlijk gedouched onder onze “auto-douche”.Het systeem werkte perfekt.

Ook Coby kon de verleiding niet weerstaan.

We merken aan Aqui dat hij nu een beetje aan de situatie begint te wennen, maar dat is natuurlijk niet verwonderlijk, het is nu voor hem dolle pret, constant aandacht en volop spelen met de bal en wat dacht je van het heerlijk hollen in die inmens grote zandbak, hij heeft al heel wat kilometers afgelegd in de duinen.

 

23 april.

06.00 uur Kleppertijd, waarom “Kleppertijd”.

Frans heeft slippers die ontzettend klepperen als hij loopt. Daar Frans meestal als eerste de tent uitkwam en we hem horen lopen (klepperen) is de “Kleppertijd” ontstaan.

Om 08.00 uur bij 23 graden zijn we vertrokken, weer richting Erfoud en vervolgens

naar Tinerhir, daar zouden 6 campings zijn, dus als het goed is kunnen we de mooiste uitzoeken, we zijn benieuwd. Hier denken we 2 à 3 dagen te blijven.

Tijdens het rijden horen we steeds een rammeltje maar nu bij het linker voorwiel.

Gatjasses, niet echt leuk. Hopelijk is het niet ernstig en zodra we kunnen, zal Kees toch het wiel eraf moeten halen om te kijken wat er nu precies aan de hand is.

Onderweg aan de kant van de weg plotseling een hutje, waar prachtige fossielen lagen.

Uitgestapt en ze goed bekeken, er lag o.a. een prachtig gepolijste fossiele steen, mooi van vormgeving.

Terwijl wij daar aan het kijken waren kwam er een nomade-jongen op een oude brommer aanrijden. Hij vertelde dat bij zijn tent nog meer mooie stenen te koop waren. Wij in de auto’s en mee. Hier hebben we verschillende mineralen en fossielen uitgezocht  waarna het handelen kon beginnen.

In totaal voor 900 DH. ± Fl. 180 gekocht. Frans en Coby voor 1100 DH. ± Fl. 220,–.

Achteraf waren hier de mooiste en goedkoopste mineralen en fossielen te koop, dus wat dat betreft precies op de juiste plaats de meeste stenen gekocht.

De jongen woonde met zijn familie in een tent die de moeder van kamelenhaar had gemaakt. Ze maakte duidelijk dat het zwaar werk was geweest voor haar handen. Coby heeft ze toen een beetje uierzalf gegeven, dat ze meteen op haar handen deed.

Ze hadden hier een apart hutje bij gebouwd waar ze in kookten.

Hun water zat in een gedroogd geitenvel waar het redelijk koel in bleef.

We rijden nu richting Erfoud weg nr. 3451 richting Tinerhir.

Om 18.00 uur komen we op de Camping Atlas aan.

Een echte kleine oase, zand en palmbomen op de achtergrond een mooi bergmassief en achter de camping een rivier met daarbij prachtig grote palmbomen en kleine kavels waar de dorpsmensen hun eten op konden verbouwen.

Het is ook op deze camping niet druk en we hebben een mooie hoek voor ons alleen.

De warmwaterketel van de douche werd elke dag om ongeveer 17.00 uur verwarmd met vuur, dat gemaakt werd van hout van de palmbomen 

De eerste hadden lekker warm water, de volgende minder enz. enz.

 

24 april.

Heerlijk ontbeten in de zon.

Vandaag rustdag. We zijn wel even naar de stad gegaan om te tanken en te kijken voor bier en of wijn. Bij het tankstation stond een Marokkaan die een beetje Nederlands sprak. Ja, hij wist wel een Hotel waar ze Marokkaanse wijn verkochten. Nou mooi niet dus, de wijn kwam op Fl. 18.= per fles.

Weer terug op de camping, een heerlijke wandeling gemaakt langs de rivier en over de landerijen van de mensen. Heel mooi en rustgevend. We kwamen ook in een oud dorp wat niet meer in gebruik was, ernaast was wel een nieuw dorp gebouwd.

Het oude dorp was verlaten omdat het te klein en te oud werd. Vier generaties hebben hier gewoond en sinds kort was het nieuwe dorp klaar. Iedereen woont nu in het nieuwe dorp en het oude dorp wordt steeds meer vervallen en wordt totaal niet meer gebruikt.

Op de terugweg via de landerijen van een Marokkaan muntkruiden gekregen en terug op de camping inderdaad hiervan zelf muntthee gemaakt.

Aqui moeten we hier toch wat meer aan de lijn houden. Men is hier erg bang voor honden en als we niet opletten gooien ze met stenen. Niet zozeer uit kwaadheid, maar meer uit angst, als ze dan zien dat Aqui goed luistert gaat het meestel een stuk beter.

Kees moet af en toe toch oppassen met zijn video, want hij is zo brutaal om alles en iedereen op de video te zetten en daar zijn ze hier echt niet van gediend, zeker niet de vrouwen, die beginnen goed te schelden als ze zien dat je een foto of video-opname maakt.

‘s Middags het stadje nog even in geweest, wat fruit gekocht, opnames gemaakt, het is echt zo anders als bij ons, wat ons met name opviel was dat bij sommige winkels relatief weinig vliegen waren, nou daar kregen we het antwoord vanzelf op, bij een slager, waar het vlees in de toonbank lag, kwamen een paar vliegen, de slager kwam met een grote spuitbuis waar hij zo mee over het vlees spoot, ik hoef je natuurlijk niet te vertellen wat dat voor spuitbus was, maar de vliegen waren dood. Dat wij hier geen vlees kopen, laat staan eten wat in de toonbank gelegen heeft, hoef ik je natuurlijk niet te vertellen..

We hebben Anja en Jan in Nederland gebeld, in een gebouwtje waar een paar telefoons hingen, men kon er voor verschillende bedragen een telefoonkaart kopen. Wij hadden een van Fl. 15,– daar hebben we welgeteld 4 min. mee kunnen bellen, maar dat was genoeg om te weten dat thuis alles goed is. De autobanden op spanning laten brengen terug naar de camping waar Coby vandaag voor het eten zorgt.

 

25 april.

06.00 uur opgestaan. Strak blauwe lucht.

Vandaag naar de Gorges du Todra en bovenlangs weer omlaag door de Georges du Dadès.

We hebben nog steeds last van een “ratel” als we de 4×4 op AUTO zetten, dus laten we de 4×4 op LOCK staan wat wel meer dieselverbruik geeft en meer slijtage, omdat nu alles mee blijft draaien.

De ingang van de Georges du Todra is erg mooi. Helaas zie je ook hier weer, dat men er hotels en restaurant gebouwd heeft voor het toerisme, natuurlijk voor de inkomsten nodig, maar voor de natuur toch jammer.

De weg door de kloof was soms erg smal We moesten ook regelmatig aan de kant voor tegenliggers. Hier en daar was het zo smal dat we de spiegels in moesten klappen. Het was wel spannend maar gelukkig met passen en meten konden we elkaar passeren. Regelmatig zien we Nomade vrouwen die de was in de rivier doen, ook zij willen weer niet gefotografeerd worden dus moeten we het stiekem of heel snel doen voor ze het in de gaten hadden. De vrouwen komen ook regelmatig naar onze auto’s toegehold en vragen dan om kleding of geld.

De kinderen die met bosjes overal vandaan komen, op hun meestal blote voetjes komen meestal vragen om bonbons of een balpen. Ze lopen dan zo vlak langs de auto, dat je soms je hart vasthoud zo gevaarlijk. We zijn bang dat we ze over hun voeten te rijden.

We zijn doorgereden tot 2000 Mtr. hoogte en moeten ons goed oriënteren hoe we moeten rijden als we in de Georges du Dadès uit willen komen, borden vind je hier niet langs de weg en er lopen diverse paden. We letten goed op de stand van de zon en proberen zoveel mogelijk de “Hoofdweg” aan te houden.

Aangekomen inde Georges du Dades begint de zon de kloof al te kleuren naar oranjerood. Het is een adembenemend gezicht. Ook de dorpjes liggen er zo prachtig bij. Helaas hebben we de tent bij de Georges de Todra staan, anders hadden we ons kamp hier vannacht opgetrokken. We zij moe en moeten nu nog terug naar de camping , die nog ruim een uur van ons af ligt.

Het is 18.00 uur en verlaten de Georges de Dadès genietend van een prachtige zonsondergang. Via de grote weg naar de camping. Het was een schitterende tocht maar erg vermoeiend.

We waren echt kapot, maar we hadden het zeker niet willen missen.

19.20 uur op de camping.

Omdat we te moe waren en echt geen puf maar hadden om te koken, hebben we lekker in het restaurant gegeten. Salade frietjes en vleesspiesjes (ja toch vlees maar goed doorbakken) en sinaasappel met kaneel na. Het eten was keurig verzorgd.

 

26 april.

Rustdag. Kees gaat kijken of hij het geluid aan de linkerkant bij het wiel kan vinden.

Toen Kees het wiel eraf haalde en de remklauw openklapte, lag het beugeltje los in de klauw dat diende voor de remschoenen op zijn plaats te houden, dit was dus wat het rammelend geluid voortbracht. Dit was dus zeer slordig van de monteur die voordat wij naar Marokko vertrokken, de remschoenen had vernieuwd en de remschijven had afgedraaid in verband met het sterk trekken naar links bij het remmen. Dit probleem hadden we al vanaf het begin dat we de auto kochten in januari.

Kees heeft het beugeltje zo goed mogelijk in de oude vorm terug gebogen en weer terug gezet. Hopelijk blijft het zo zitten, want het is toch wel een eng idee dat er “iets” met je rem is. Het beugeltje is wel blijven zitten maar het gaf toch een licht slepend geluid.

Coby en ik hebben vanmorgen de was gedaan in de rivier, voor een keer best wel leuk, maar het is maar goed dat we thuis de wasmachine hebben.

Achteraf gezien ging het wassen in de rivier best wel goed en vlug, beter als in een klein bakje of emmer.

Frans en Kees hebben de auto’s van binnen een beetje geprobeerd te ontdoen van het fijne zand. Op de camping is het niet druk, maar toen we op een gegeven moment terug kwamen van een ritje had een Fransman zijn motorhome pal voor onze tenten gezet, dat was op zich niet zo erg, maar hij had een hondje bij dat loops was, ja, dat was voor Aqui dus zeer interessant, Kees heeft gevraagd of dit echt nodig was, de camping is groot genoeg, waarom precies bij onze plaatsen. De Fransman is toen ook verhuisd, naar de andere kant van de camping.

‘s Avonds hebben we de mineralen en fossielen die we tot nu toe gekocht hebben goed ingepakt en opgeborgen, zodat we ze niet steeds hoeven te verplaatsen.

 

27 april.

07.10 uur Kleppertijd. De vogeltjes fluiten dat het een lieve lust is. Prachtig, ik had hier eigenlijk nog wel een dag willen blijven, maar we gaan nu opbreken.

We hebben hier 3 nachten gestaan, 1x gegeten en bij het afrekenen hebben we Fl. 50,– betaald, dat is dus niet veel.

25 graden vertrokken naar Tazarrin.

Onderweg weer volop fossielen- en mineralen winkeltjes.

Toch weer de verleiding niet kunnen weerstaan en een onbewerkte steen met daarin fossielen gekocht voor Fl. 10,00.

De temperatuur gaat steeds omhoog in de middag is het 30 graden.

Op de camping in Tazarine aangekomen hebben we onder het thee drinken plan de campagne gemaakt of we op deze camping zouden blijven. Er was weinig schaduw en het was er heet. Dus besloten we door te rijden naar Zagora.

We gaan nu de vallée du Draa in. We kunnen kiezen uit 3 campings, maar de camping die we gekozen hebben, La Montagne lag te ver van de weg en de weg er naar toe was ook slecht.We zijn toen naar camping “Amasttou Tazzarine” gereden die er rustig en leuk bijlag, ook weer tussen de palmbomen. We werden hartelijk ontvangen door de campingbeheerder en hij gaf ons aan waar we het beste konden gaan staan. Het sanitaire zag er redelijk uit.

 

28 april.

Vandaag rustdag alles een beetje bijwerken.

‘s Middags Zagora in geweest, eigenlijk te heet 38 graden.

Kees heeft de douchewatertank laten lassen, die bij de lasnaad wat lekte.

Ondertussen heb ik voor mezelf een mooie sjaal gekocht. We hebben op een terras thee gedronken en wat fruit, cola en postzegels gekocht.

 

29 april.

08.00 uur, 25 graden. In Zagora staat een bord met Tombouctoe 52 jours.

Deze plaats is bekend door zijn karavaanroute naar het zuiden, die vroeger gebruikt werd om, handel te drijven met name, platen zout te vervoeren. De route duurde 52 dagen met de dromedarissen.

Vandaag gaan we naar Hamid, dit is het zuidelijkste punt dat we aan zullen doen in onze vakantie. We willen zover gaan, zolang het mooi en verantwoord is. We zitten hier niet zo ver van de Algerijnse grens, dus we moeten wel opletten wat we doen.

Achteraf is deze rit tegengevallen, best wel zwaar en naar verhouding niet zo interessant. Gezien het echt losse zand van de duinen in de woestijn durfden we toch niet te ver.

Op de terugweg zagen we toch een paar campings. Een ervan Auberge Kasbah Touareg 5Km van Hamid zijn we op gereden en hadden er spijt van dat we al onze spullen niet bij hadden, het was hier zo mooi en rustig dat we hier hadden willen staan met onze tent.

Onder een nomade-tent hebben we thee gedronken en genoten van de mooie tuin.

De eigenaar liet ons nog het hele huis zien en ook een vertrek dat je kon huren, hier lagen bedden en kussens op de grond. Het zag er keurig uit. In een ander vertrek had hij tegen een muur allerlei visitekaartjes tegen de muur aangeprikt.

Hij vroeg Kees of hij er ook eentje had. Dus binnenkort kan er wel gebeld worden vanuit Marokko  “kunt u mijn televisie komen maken?”

Hier hoorden we dat er in de buurt nog mooie duinen waren. Dun du Swift, of te wel de duinen van de Joden. Daar gaan we dus naar op zoek.

En ja hoor gevonden, in de verte zagen we diverse nomade-tenten.

Bij een van de tenten hebben we weer thee gedronken, tot onze verbazing hoorde we ineens een vrouw onze taal spreken, nou ja, Belgisch dan. Het was een vrouw die hier elk jaar kwam om lekker bij te komen van het drukke leven thuis en hier lekker niets kwam doen alleen luieren en genieten van alles. ??!!!

Toen we goed rondkeken waren het geen echte nomaden, maar het was gewoon een trekpleister voor de toeristen, jammer.

Er lagen een paar zandduinen waar tenten omheen stonden . De touristen kwamen tegen de avond op de drommedarissen aan en genoten dan van de zonsondergang die ook hier weer de duinen liet verkleuren. Er kon gegeten en gedouched worden. Ja zeker hier stonden twee volledig ingerichte douche cabines met watertankauto ernaast. Generator voor electrisch licht was ook aanwezig.

 

30 april.

Kees voelt zich niet echt lekker, maar wil toch vertrekken naar Ouarzazate.

Ik zou rijden. dat hadden we dus beter niet kunnen doen.

Hij werd echt  niet lekker en viel in de auto van zijn klotje. De auto zo vlug mogelijk in de schaduw. Kees kotsen, zijn gebit viel op de grond, had je de kinderen moeten zien kijken.

Met water en frisse lucht toe waaien weer bijgekomen, wat doen we, terug naar de camping of verder.

Besloten toch door te rijden, volgens Kees ging het wel weer. Jammer dat Kees maar half aanwezig in de auto zat, de tocht door de bergen was mooi. Ik heb ook niet zo veel kunnen zien van de omgeving, want je let toch op de weg en ik rij niet graag in de bergen dus het heeft wel veel energie gekost.

In Ouarzazate aangekomen zijn op een Municipal camping gaan staan.

Voor Marokkaanse begrippen vrij schoon, maar niet echt gezellig. Achteraf hadden we beter op de vorige camping kunnen blijven staan. Wel hadden we de tent mooi in de schaduw kunnen zetten, wat voor Kees wel prettig was, die hebben we goed vol paracetamol gestopt maar heeft toch twee dagen in de tent gelegen, we weten niet of hij nu een griepje gehad heeft of iets anders. Wel jammer.

 

 

 

01 mei.

Coby en Frans gaan in de omgeving een ritje maken en de kasbar bekijken.

Ik blijf bij Kees op de camping.

De camping wordt goed bijgehouden, er wordt zelfs elke dag geveegd.

Eerst wordt de grond besprenkeld met water om het stoffen tegen te gaan, dan worden de blaadjes van de bomen en het andere vuil weggeveegd, door 2 dames. Eigenlijk te gek.

Als het ‘s avond donker werd, kwam er een man aanlopen, die in de gaten hield, waar er mensen bij hun plaatsen buiten bleven zitten, en daar werd dan een lamp, niet in de lantaarn, maar aan een stekker buiten de lantaarn gedraaid.

 

2 mei.

Kees gelukkig een stuk opgeknapt. ‘s Middags met z’n alle even het stadje in geweest.

‘s Nachts heeft het ontzettend hard gewaaid, maar alles heeft het gehouden. Wel eruit geweest om de extra stormdraden vast te zetten.

 

3 mei.

Vandaag vertrekken we naar Boumaine Dadès. Onderweg gestopt in Skoura, waar we twee mineralen gekocht hebben. Een amatist die mooi in een giodes zit, waar je de deksel van kunt aftillen en een kwarts met mangaat.

De natuur onderweg weer heel mooi. Veel opnames gemaakt van planten en bloemen.

We willen in de vallei du Roses gaan rijden, maar dat is op de kaart nog niet zo gemakkelijk te vinden. We zijn wel een stukje de vallei ingereden en zijn daar echte nomade tegen gekomen die in grotten woonden, jammer dat we door onze angst niet meer met deze in kontakt zijn gekomen, deze mensen hebben ons net zo bekeken als wij hun. Ze spraken nog zelfs geen frans

Nog een stukje door gereden maar het was niet echt interessant. Bovendien werd het weer niet zo best, zwaar bewolkt. Op de terugweg naar de camping weer gestopt in het plaatsje Skoura, waar we twee mooi woestijnrozen hadden gezien, maar waar we het niet eens konden worden over de prijs. Wij vonden het nog te duur.

En ja hoor, we zijn vertrokken met de 2 woestijnrozen, toch nog 20 gulden per stuk maar wel mooi.

Het was vandaag een pittige tocht.

In de stad nog boodschappen gedaan, hier kon men zelfs bier en wijn in een winkel kopen. Dit kun alleen maar in de grote steden kopen.

 

04 mei.

Vertrokken richting Âït Ben Haddoe. Onderweg, ja hoor, 2 prachtige mineralen gekocht. De grootste en mooiste tot nu toe. Geruild voor onze 2e accu (die we toch niet konden gebruiken) en oplader en nog wat bijbetalen (900 DH.) Dus alles bij elkaar geteld toch noch zo’n Fl. 380,–. Nu moeten we toch echt stoppen, het kan allemaal niet meer in de auto. Coby en Frans hebben ook een prachtige mineraal gekocht.

In Âït Ben Haddoe even goed kijken waar we onze tent neer gaan zetten. De plaats die we eerst op het oog hadden was toch erg stoffig en niet afgeschermd, vooral voor al die kinderen  die hier rondlopen.

Een stukje verderop een Auberge Café Restaurant el Ouidane. Hier konden we eventueel op het dak slapen, maar gezien de wind en de muggen toch besloten om te vragen of we onze slaapspullen in een grote tent mochten leggen die daar in hun tuin stond. Nou, dat mocht voor Fl. 2,– per persoon inclusief toilet en douche. Na alles geïnstalleerd te hebben, hebben we heerlijk genoten van de mooie avond op het dak en heerlijk couscous gegeten.

We hadden een prachtig uitzicht op het stadje. Dit stadje is gebruikt voor filmopnames in de film “Dewels of the Nijl”.

Men zag inderdaad de stadsmuur met de poort waar, in de film een vliegtuig door naar buiten rijdt zonder vleugels. Van dichtbij zag je dat deze poort van piepschuim was. Het dorp was wel echt.

De zonsondergang was werkelijk fantastisch.

 

05 mei.

Heerlijk geslapen, wel een beetje stoffig maar wel gezellig zo met z’n 4-en in een tent.

Gelukkig geen last gehad van snurken.

Om 05.30 uur opgestaan om te genieten van de zonsopgang. Deze had iets bijzonders, daar moet je gewoon stillekes van genieten. Dat kun je niet vertellen, dat moet je gewoon meegemaakt hebben.

We hebben mooie video opnames en foto’s hiervan gemaakt.

Met het ontbijt moeten we even wachten er is hier geen brood.

Onderweg moeten we in de dorpjes maar kijken of we brood kunnen vinden, anders gaan we gewoon over op knackers.

Bij het dorpje Achahoud begint de piste. Dit moet een hele mooie piste zijn, die je inderdaad alleen met een 4×4 auto kunt rijden.

De rit was inderdaad adembenemend maar wel geweldig zwaar, vooral Frans en Coby hadden het water in de handen staan, maar ook wij hadden het hard te halen. Achteraf misschien te zwaar vooral voor onze grote auto’s, met een klein jeepje was het niet zo eng geweest, met name omdat sommige stukken zo smal waren dat, als we de bocht om moesten, een paar keer terug moesten steken. We moesten wel verder want keren kon daar onmogelijk. De piste was zeker 40 km. Het mooie van deze piste was de verscheidenheid in de natuur en dat we regelmatig door het water moesten.

 

Bij Tizi-n-Tichka weer terug de P31 op, via een zeer bochtige maar goede grote weg richting Marrakech. Prachtig, prachtig prachtig net Zwitserland, onderweg zeer veel jongens aan de kant van de weg met stalletjes met mineralen en fossielen, zo onecht dat de kitchs er vanaf droop, fel oranje en paars.

Deze weg was inderdaad mooi maar wel zwaar, niet zozeer de moeilijkheidsgraad maar de vele kilometers, omdat het toch wat warmer was moest je oppassen dat je tijdens het rijden niet in een dut viel.

Camping Municipal in het centrum niet kunnen vinden, achteraf was deze camping dit jaar opgeheven. Na verschillende keren vragen een andere camping gevonden, de camping lag richting Casablanca 5 kilometer buiten de stad naast een (Agip)-benzine station en was van de weg af bijna niet te zien.

We hadden pech dat we niet onder de bomen konden staan, maar op een open vlakte. De camping was namelijk afgehuurd door een Belgische motorclub. 32 motoren waren overgebracht met de boot en 2 grote vrachtwagens. De Belgen zelf zijn met het vliegtuig naar Marokko gekomen en zijn pas in Marokko op de motor gegaan om het land te verkennen.

Op zich was het best een aardige camping, alleen omdat we op een open vlakte stonden hadden we geweldig veel last van de wind, die elke avond rond etenstijd kwam opzetten en tot midden in de nacht bleef waaien, echt heel erg, we moesten echt de tent invluchten.

 

 

 

 

05 mei.

De dames gaan vandaag een grote was wegwerken. De heren gaan diesel tanken, geld halen bij de bank en grote boodschappen doen.

Verder rustdag, want we zijn best wel moe.

De heren hebben in de stad lekker vlees gevonden, dus dat wordt vanavond barbecuen.

Wat we op deze camping ook zagen, was een groot Duits reisgezelschap met zo’n grote “duiventil” als slaapplaats, afschuwelijk, voor nog geen 1000 gulden ging ik in zo’n wagen liggen.

Om 16.00 uur voor de zekerheid gaan barbecuen omdat we bang waren dat de wind weer zou komen en het was maar goed ook. Om 19.00 uur konden we de tent weer invluchten. Toch jammer.

 

06 mei.

Zwaar bewolkt. Vandaag gaan we Marrakech bekijken. 09.00 uur 21 graden.

De auto’s in een parkeergarage in de stad zelf gezet. Dat is ook echt wel nodig voor de veiligheid van de auto en de spullen.

In de parkeergarage hadden we al een gids, die ons de binnenstad zou laten zien. We hebben ook deze gids weer duidelijk gemaakt, welke soort winkeltjes we beslist niet binnen willen omdat we die al zoveel gezien hadden.

De afspraak was, doe je het toch, krijg je op het einde van de rit geen geld. Hij heeft er zich redelijk aan gehouden.

Marrakech op zich viel mij een beetje tegen. Niet echt vriendelijk en voor elke foto die je wilde maken moest je omgerekend zo’n 2 gulden betalen, deed je dat niet, dan werden ze echt agressief. Honderden winkeltjes bekeken, maar op een gegeven moment lijkt alles op elkaar. Ik had het niet willen missen maar een 2e keer zou ik Marrakech niet meer bezoeken.

Op het laatst vroegen we de gids ons naar een goed maar niet te duur restaurant te brengen. Nou, Hij wist er wel een. Mooi niet, dus, veel te groots en te duur. We hebben een lauw en duur kopje thee gedronken en zijn weer weggegaan, de gids kwaad, want die stond buiten te wachten op zijn provisie die hij natuurlijk krijgt van wat wij verbruiken.

Vlakbij de parkeer garage hebben we toen een lekkere stoofschotel gegeten op een terrasje wat er voor Marokkaanse begrippen zeer schoon uitzag.

Dit was de eerste keer dat we in Marokko op een terrasje hebben gegeten hopelijk gaat alles in onze darmen goed.

Na het eten zijn we zelf nog even de Souks in geweest.

Boodschappen gedaan, onderweg zagen we ook weer zo het verschil tussen arm en rijk, veel schooiende mensen op de straten, maar ook een rolls……. met gouden accessoires met kenteken 1 11 11 A. Als je bedenkt dat de koning van Marokko bij de 10 rijkste mensen van de wereld hoort, moet ik me dan rot voelen als ik al deze armoede zie???

In Marrakech zelf mag je maar 40 km. per uur rijden. Er wordt flink gecontroleerd en we hebben al heel wat auto’s gezien, die aangehouden werden en op de bon gezet werden.

 

PS. Tijdens onze bezichtiging in de Souks, was er plotseling tumult, er stond een electriciteitskastje in brand, nou flinke vlammen, kan ik wel zeggen.

Er was best wel wat paniek, en onze gids was verdwenen. Gelukkig liep alles goed af. Ik wilde eerst de gids de huid volschelden, dat hij verdwenen was, maar nadat alles een beetje gezakt was, heb ik dat toch maar niet gedaan. Pissig was ik wel.

 

 

 

07 mei.

Zeer zwaar bewolkt. Lange broeken weer. Goed weer om te rijden.

Van Marrakech naar Oukaimeden, een lange weg door de Hoge Atlas. Hoe hoger we kwamen hoe kouder het werd. Op een gegeven moment, kwamen we voor een slagboom te staan.

We moesten betalen om erdoor te mogen, dat vonden we maar raar.

We reden weliswaar nu een skigebied binnen, maar er lag totaal geen sneeuw en er was echt niets te doen. Ze vroegen een FL 3,00 en toen Kees zei, une note, ging de prijs ineens naar beneden en hoefde we nog maar Fl. 1,50 te betalen.

De camping zag er verschrikkelijk uit en er was ontzettend veel wind en zeer koud. Verder dus maar, ondanks dat we moe waren, maar dit zag er hier echt niet uit.

De weg binnendoor naar Asni die we hadden uitgezocht ging niet, terug naar de gele weg en S513, bij de afslag Tahanaoute richting Asni (staat niet op de kaart) maar gaat vrij gericht naar Tahanaoute en dan richting Asni.

Het werd al vrij laat en het was toch nog een eindje naar de camping in Ouirgane..

Toen we op een gegeven moment over een houten brug gereden waren en daar bij een restaurant vroegen of dit de goede weg naar de camping was, zei men ons dat we ook hier konden staan. Nou dat was niet tegen dovemansoren en het was nog een verassing ook.

Een prachtig aangelegde tuin en wij mochten zo op het gras gaan staan met onze tenten, voor Fl. 10,00 per nacht per stel.

‘s Avonds ook hier gegeten, viel een beetje tegen en was voor Marokkaanse begrippen best duur.

 

08 mei.

Rustdag, dat wil zeggen de dames weer aan de was en wat kleine dingetjes doen.

De heren zijn naar de markt gelopen en hebben hier wat foto’s en video-opnames gemaakt.’s Middags hebben zij nog een stukje in de omgeving rondgereden en hebben nog een zoutmijn bekeken waar ze van een arbeider veel informatie over winnen van het zout hebben gekregen.

Aqui vindt het hier niet zo leuk, de brug waar ik het eerder over had is een noodbrug omdat de echte brug weggeslagen is door de grote regenval. Iedere keer als er een auto over de brug rijdt is dat best een lawaai. Telkens vlucht hij weer de tent in.

Bovendien lopen er hier 3 honden rond, het vrouwtje vindt hij wel leuk maar de vader en de pup niet. De pup is een dotje, we hebben haar al Maroc genoemd. Op een avond lag Aqui in de tent te slapen tegen de tentwand en Maroc lag aan de buitenkant van de tent precies tegen Aqui aan.

 

09 mei.

20 graden 09.00 uur.

Vandaag de bergen in, eerst 7 km. terug richting Asnie en dan echt de berg op 17 km. richting Imlil. Daar kunnen we niet verder met de auto en zullen we een eind gaan lopen.

Mooi weggetje, kwamen nog lang een fantastisch mooi huis, groot met pilaren en grote deuren met leeuwenkoppen erop, ons werd verteld het buitenverblijf van een rijke Amerikaan.

Eenmaal in Imlil konden we toch nog verder met de auto dan we dachten.

Diverse Marokkanen boden zich aan als gids, maar we zijn toch zelf verder gegaan, er was tenslotte maar een pad naar boven, dus verkeerd rijden kan niet.

Op een zeer mooie plaats gestopt om wat te eten en te drinken, op deze plaats hadden we een geweldig uitzicht over de bergen en in de verte lag de hoogste berg van Marokko “de Toubkal” 4167 hoog, nog in de sneeuw.

Terwijl we daar zaten te genieten, kwam er eer een kleine Marokkaan opduiken, Hassan een lieve jongen van 15 jaar die goed Engels sprak en zich niet zo op drong. We hebben hem ook wat te eten en te drinken gegeven en een geel camel-petje, hij was de koning te rijk. Nadat we wat met hem gebabbeld hadden vroeg hij of we bij hem thuis thee kwamen drinken. Dat hebben we gedaan en dat was een leuke ervaring, we hebben kennis gemaakt met zijn familie en in de goede kamer thee gedronken. De thee hebben we achteraf toch betaald omdat we toch ook ons steentje wilde bijdragen aan dit gezin.

De familie van Hassan  woonde buiten het dorp, naar Marokkaanse begrippen een mooi groot huis, met electra, toilet en douche, waar hij woonde met zijn ouders, zusjes, broertjes en oma. Oma zat lekker op het platte dak van het huis, waar je een geweldig uitzicht had over het dorpje, de rivier en de bergen. Bij oma lag een mooi meisje op de grond wat er zeer goed verzorgt uitzag, maar waarschijnlijk polio had, jammer dat dat hier nog heerst.

Na de thee heeft Hassan ons het dorpje laten zien. Dat was echt tich jaren terug, klein donker, veel smalle straatjes en soms moest je in een inham gaan staan om de koeien er door te laten die de mensen naar de stal brachten onder hun huizen. Heel interessant maar een totaal ander leven dan wij gewend zijn, wij zouden dit echt niet meer kunnen.

Afscheid genomen van Hassan en we hebben beloofd als we het volgende jaar terug komen, dan komen wij naar hem toe en gaan we met hem de bergen in en we brengen kleren voor hem mee. Hij keek ons aan met ogen van, dat zal wel, maar we zijn het echt van plan.

Op de terugweg nog bij watervallen gestopt. Wel een leuke wandeling, voor Aqui wat moeilijk. Frans heeft Aqui over rotsen heen moeten tillen. De route liep dood, dus moesten we dezelfde weg terug.

Even voorbij Asni wilden we naar het stuwmeer Barrage de Lalla-Takerkoust rijden. Dat hadden we beter niet kunnen doen. Daar zijn we door een dorp gereden, waar de mensen echt niet vriendelijk overkwamen, en dat bleek later ook. De weg werd zo slecht dat het onverantwoord was om door te rijden. Er zaten grote gaten in de weg. Op een gegeven ogenblik kwamen er een aantal jongens op ons af en vroegen naar spullen, sigaretten en geld. Toen we hier niet op in gingen werden ze agressief en brutaal.

Bij het weg rijden sprong een van de grotere jongens achter op onze auto, dat werd Kees even te veel. Hij remde keihard zodat de jongen eerst tegen de auto klapte en er toen af viel. Kees met z’n grote lijf naar buiten en flink lelijk gedaan, toen had je de poppen werkelijk aan het dansen, ze begonnen stenen te rapen en naar de auto te gooien, Kees is toen vlug in de auto gesprongen en weg, want een paar deuken van stenen op de auto is toch niet zo leuk, later bleek dat er zelfs een schoenafdruk op beide auto’s stonden waar ze tegenaan gestampt hadden,

Ja dit was even niet leuk. Maar goed je weet ook niet in wat voor situatie dit dorp verkeerde en misschien wekte onze grote auto’s wel agressie op.

Terug op de camping lag er een verassing op Frans en Coby te wachten. Het kleine hondje Maroc was in hun tent gekropen en had er van alles uitgehaald. De schade bleef gelukkig beperkt tot een paar kapotte badslippers, maar Coby was zo kwaad, die mepte met een lege plastic colafles op de kleine Maroc, die hebben we daarna niet meer terug gezien.

 

10 mei.

Frans in vandaag jarig.

Helaas niet zo’n zonnige dag.

We rijden vandaag Tizi-n-Test In het zuiden. Een zeer kronkelende weg, maar heel mooi. Het doet ons erg aan Frankrijk en Zwitserland denken. Boven aan de Col was het goed koud en winderig, we zijn toen nog een klein stukje doorgereden maar op een gegeven moment toch besloten terug te gaan, de afstand werd te groot en we moesten natuurlijk ook nog terug.

Onderweg hadden we, ja niet lachen, lekker erwtensoep gegeten, heerlijk.

Bij het wegrijden reed Frans met beide achterwielen in een gleuf, gelukkig is het goed afgelopen. We moesten best lachen en dat op zijn verjaardag

‘s Avonds heeft Frans ons uitgenodigd om Tajin te gaan eten in een restaurant in Ouirgane, vlak bij de camping.

Echt klaargemaakt door een omaatje, het duurde lang voor het gerecht op tafel stond maar het was ook echt lekker. Na het eten werden we nog uitgenodigd om een kijkje in de keuken en het huis. Dat zag er allemaal pico-bello uit en we hebben ook oma nog bedankt voor het lekkere eten. Ze glunderde volop. Het omaatje zat met haar voetjes bij de stoof, die ze gebruikt had, om onze Tajin te koken, waarin de kooltjes nog lekker gloeide.

Een ruimte in het huisje lieten ze zien, waar ze altijd brood bakte, dat gebeurt gewoon open in een vertrek, als je naar boven keek, zag je dat alles pikzwart was van de roetaanslag, het hing gewoon met klonten aan het houten plafond. Dat was al zo zolang de jongen zich kon herinneren. Het glinsterde gewoon.

 

11 mei.

We gaan alles weer opbreken en rijden via Marrakech dan naar de cascade

d’ Ouzoud.

10.30 uur. Temperatuur 30 graden dus vandaag lekker warm.

Dat we weer terug naar Marrakech gaan is omdat we weer moeten tanken boodschappen doen en geld bij een bank halen en dat kan alleen in de grote steden.

Onderweg zijn we nog even naar Oued Ourika gereden om nog mineralen te gaan kopen die we eerder gezien hadden, maar die we te duur vonden. Eenmaal weer in de winkel waren de mineralen toch wel erg mooi. We hebben na veel onderhandelen toch de mineralen gekocht. Een grote zwarte ronde bal met fossielen, een gele mineraal met oranje en een krul gips en nog een mooie mineraal.

Na een zeer vermoeiende rit kwamen we aan bij camping de la Riviera.

Dat bleek niet zo’n succes. De eigenaar was een zeer sjagrijnige vent en nadat Coby een opmerking had gemaakt over het vieze sanitair moesten we van de camping af. Nou daar sta je dan in de middel of now-were. Achteraf was het helemaal niet zo erg dat we niet op deze camping mochten staan, want iets verder achter het hotel was nog een piepkleine camping, camping Relax, weliswaar zonder water en de toilet was een gat in de grond, maar de jongen die deze plaats runde was zeer vriendelijk.

We konden nergens anders naar toe want er was in de weide omtrek niets anders.

We stonden alleen op deze kleine camping, waar dus inderdaad geen water was, alleen een klein stroompje water wat naar de watervallen toeliep die in de buurt zijn. Dus ook hier was het weer ontzettend opletten met de hygiëne.

De afwas hebben we toch in dit stroompje gedaan maar de rest uiteraard met gekocht drinkwater.

 

12 mei.

We gaan de watervallen van d’Ouzoud bekijken die hier vlak bij de camping zijn.

Tot onze verbazing hoor je ze niet, totdat je echt om de bocht bent. Prachtig, 4 watervallen komen naar beneden gedonderd vanaf een hoogte van 110 meter.

Terwijl we daar staan te kijken zien we zelfs wilde apen aan de overkant.

Dat is echt een fantastisch gevoel.

Via een pad naar beneden onder de waterval gelopen het was een geweldig gezicht.

Daarna zijn we weer naar boven gelopen zodat we bovenaan de watervallen stonden, zodat je over het hele dal naar beneden kon kijken

Boven de waterval stonden enkele hokjes waar ze graan aan het malen waren deze molens werden aangedreven door het water.

We hadden onze rugzakken meegenomen met eten, drinken en spulletjes om ons te kunnen wassen in de rivier.

Nadat we een heel eind langs de watervallen af en vervolgens langs de rivier gelopen waren hebben we ons bij een stille plaats waar verder niemand was ons lekker in de rivier gewassen.

Koud maar wel lekker. De weg, nu onderlangs terug was ook weer even fantastisch alleen jammer dat we weer bezweet waren toen we weer om de camping waren.

Op deze camping hebben we niet zo best geslapen door de vele honden die de hele nacht aan het blaffen waren.

 

13 mei.

Zwaar bewolkt, we trekken weer verder.

Vanaf deze watervallen omhoog richting grote weg P24 dan richting Afourèr een gele slingerweg naar beneden richting stuwmeer Bin-el-Ouidane.

Dit is een gigantisch groot stuwmeer met aan de voet gelegen camping die vroeger dienst heeft gedaan als werkplaats voor de aanleg van het stuwmeer  lag er vervallen bij.

Vlakbij lag een restaurant en er kwam al snel iemand van het restaurant naar de camping toe lopen.

We konden er tegen betaling staan en hadden tot onze verbazing zelfs een warme douche.

Jammer dat het zo vervallen was, op zich lag het heel mooi en je zag dat het vroeger mooi geweest moet zijn.

Kees  zette de tent op en de dames gingen de was in de rivier doen, want dit was hoog nodig. En nu maar hopen dat het droog blijft want de lucht zag er grauw uit.

s’Avonds hadden we nog wel een kampvuurtje kunnen maken, maar tegen slaaptijd begon het te hozen en het heeft ook niet meer opgehouden

 

14 mei.

Gigantisch veel regen, en de was hing dus nog buiten, we hadden er wel een stuk plastic overheen gehangen, maar dat was door de harde wind weggewaaid, de helft van de was weer moeten schoonspoelen van de modder, als dat er nog maar uitgaat. Daar zaten Coby en ik dus met een natte was, die we in de auto hebben moeten drogen.

Omdat het zo’n slecht weer is moeten we van de route afdwalen, omdat het nu in de bergen gevaarlijk rijden is, wel jammer, we zien niets door de mist, maar de omgeving moet heel mooi zijn.

We zijn zo snel mogelijk via Beni Mellal – Kasba Tadla over de P33 naar Zeida gereden.

Onderweg hebben we met de GSM naar Nederland gebeld want we hadden al lang niet meer kunnen bellen, omdat het bereik alleen bij de grote steden mogelijk was.

Op de camping Timinee, 7 Km. onder Zeïda hebben we op de heenweg ook gekeken, maar toen was het weer zo bar en boos dat we toen doorgereden zijn, nu schijnt de zon en ziet het er allemaal iets vriendelijker uit.

De camping zag er goed verzorgd uit. Sanitaire was schoon en de douches warm.In de verte zagen we op de bergen wel nog verse sneeuw liggen. Als dat maar een goed teken is ??????

Deze camping is voor Marokkaanse begrippen goed aan de prijs Fl. 14,00

Hier zijn zo veel mogelijk uit de wind gaan staan.

Omdat het weer niet te best was en de wind weer meer kwam opzetten, wilde Kees de touwtjes van de tent wat strakker zetten, dat had hij beter niet kunnen dien. Pats!!!!!

Doordat de spanning nu te groot werd voor de stokken, knapte er een en stok zo door het tentdoek. Ik zal maar niet herhalen wat Kees toen zei.

De situatie bekeken en met touwen en plakband de tent zo goed mogelijk gerepareerd.

De tent was eigenlijk ook te kwetsbaar voor zo’n lange periode en vooral omdat we de tent praktisch elke dag op en afbraken, daarbij kwam natuurlijk ook het slechte weer, veel regen en wind.

 

15 mei.

17 graden.

Vannacht weer heel koud geweest, met pyjama, trui en sokken aan geslapen.

Om 09.00 uur staat er een gids klaar die vandaag met ons meegaat, naar een mooie kloof en mijnen waar vroeger koper lood en zilver gedolven werd. De gids hebben we gisteren in Zeida ontmoet en met hem afgesproken dat hij ons bij de camping zou ontmoeten en dan samen naar deze rit te gaan maken.

We dachten dat hij zelf vervoer had, maar, we hadden het eigenlijk wel kunnen weten, nee dus. Wat nu. Na enig heen en weer gepraat niet alleen over de plaats maar ook over de prijs toch vertrokken. Ook deze gids heet Hassan en spreekt goed Duits, hij zou ons voor niets rondleiden. Nou dat hadden we dus al geleerd, niets voor niets. Een vaste prijs afgesproken, 200 DH. zodat hij ons op het einde niet veel meer zou vragen.

We reden richting Midelt Aouli en het was zonnig maar bij de bergen hing nog veel bewolking.

Via de S317 naar de Gorges de Aouli ingereden, fantastisch, wij vonden deze kloof interessanter dan de Todra en de Dades, goede weg en veel afwisseling.

In deze kloof kon je azuriet, malagiet en vanadiniet vinden.

De mijnen zijn reeds 21 jaar niet meer gebruikt, omdat de prijs van de grondstoffen te laag waren heeft de koning besloten de mijnen te sluiten, dus inmiddels alles erg bouwvallig. Toch woonden er nog mensen in deze mijndorpen, Coby heeft  wat stenen van kinderen gekregen, Kees en Els hebben een mooie rose-kwarts zelf gevonden voor in de tuin.

Op de terugweg inderdaad een mijn met vanadiniet in geweest, wel leuk maar niet echt iets gevonden, en thee gedronken bij Hassan thuis, waar hij ook nog wat mineralen had, hier hebben we niets gekocht, de mineralen waren zeer mooi maar ook zeer duur.

We hebben de hele dag weer gehad. Bij terugkomst op de camping wachtte ons een verassing, waarschijnlijk heeft het hier weer hard gewaaid, want nog 2 stokken staken door de tent. O jee, we moeten nog 2 weken hoe moet dat nu. Alles goed bekeken en een totaal andere constructie van de tent gemaakt. We hebben nu een punttent in een koepel, met in het midden een tentstok van Frans en Coby die zij bij zich hadden van het windscherm (wat we niet gebruikt hebben). Op hoop van zegen dat hij het zo houdt.

 

16 mei.

Regen.

De tent heeft het wel gehouden, alles in waterdicht.

We hebben besloten vandaag wat in de omgeving rond te rijden, want om in de regen bij de tent te blijven zitten is ook niet leuk. 13 graden. De hele dag regen. Een stukje richting kloof van Jaffar gereden, maar de weg werd te modderig, dus omgedraaid.

In de middag in Zeïda Tajin gegeten, met extra vlees.

Bij het Tajin eten was het wel leuk dat de “restaurantjes” allemaal hun barbecue buiten hadden staan en iedereen het hardst roept dat zij het lekkerste eten hebben en het goedkoopst zijn. Uiteraard hebben we de schoonste plaats uitgezocht.

Meestal was er bij zo’n eetgelegenheid een slager, nou ja , slager, er hing wat vlees buiten, dan je zelf kon aanwijzen welk stuk je van het vlees wilde hebben, dat werd door een vleesmolen gedaan en de bal vlees werd dan door de lucht naar de jongen gegooid die bij de barbecue stond en die hem met een schaal opving om er dan de kruiden door te doen en te bakken.

We zaten heel braaf op het bestek te wachten, maar het bleek dat je de Tajin met het brood en je handjes moest eten. Nou, ja.

Als je klaar was met eten was het heel gewoon, dat hetgeen je over had je aan de oude mensen en zwervers gaf die daar rondliepen.

Tussen de buien door het stadje bekeken.

Op de terugweg naar de Camping nog een extra ritje gemaakt rond het dorpje Ipzer, leuk ritje, maar we reden ons bij het dorpje vast en konden met onze grote auto’s niet verder, dus een stukje terug, uitgezwaaid door weer heel veel kinderen.

 

17 mei.

09.00 uur vertrokken 14 graden. zwaar bewolkt.

Richting Fès, rechts de afslag naar Boulemane en daar een witte weg in richting Skoura. Onderweg gestopt bij een markt. Dit soort markten hadden we al veel bezocht, maar deze markt was de eerste waar we vriendelijk toegeknikt werden en waar ze ons net zo bekeken als wij hen. Met name Aqui had veel bekijks, ze vonden het maar wat raar een hond meenemen aan een lijn, maar toen ze zagen hoe goed Aqui luisterde vonden ze het heel leuk.

Hier op deze markt kon Kees vrij video-opnamen maken en Frans kon vrijuit fotograferen zonder steeds te hoeven betalen of weggestuurd te worden.

Hier ook weer groeten en fruit gekocht. Sinaasappelen waren hier 2 DH. per kilo.

1 kilo sperziebonen was 5 DH.

De weg naar Fès was best vermoeiend en niet zo interessant.

De camping die we uit het boekje hadden gekozen hebben we niet genomen, deze was in het centrum van Fès en had niet zo’n goede naam, voor wat betreft de criminaliteit.

Vlak voor Fès zagen we ineens een zeer grote Camping International. Dit zou de meest Europese camping in Marokko zijn. Op het eerste gezicht wel maar naderhand viel het toch een beetje tegen. Ook best wel duur Fl. 25,– maar goed, we hebben al zoveel goedkope campings gehad dat we wel eens wat luxe wilden.

Niet echt dus, in eerste instantie wilde ze ons onder de bosjes laten staan met onze tent. Nou dat ging dus echt niet, Kees toch wel over de rooie en zijn beklag gedaan hoe dat zat met die geweldige Europese aanpassingen. Om een lang verhaal kort te maken, we mochten onze tenten op het mooie grasveld zetten wat eigenlijk de tuinen waren, maar goed we hadden toestemming, dus waarom niet. We hadden een sanitair blok voor ons alleen.

De kapotte tent weer zo goed als het kon opgezet.

Afgesproken bij de receptie dat morgen een gids voor ons klaar staat met auto. Let wel met auto om ons Fès te laten zien.

 

18 mei.

Bijtijds opgestaan om Fès te gaan bekijken.

Surprise, de gids stond er inderdaad, maar zonder auto.

Na veel heen en weer gepraat, zijn we met onze eigen auto’s gegaan. Ik achterin op de plaats van Aqui en de gids voorin.

Goed, eindelijk gaan we op pad. We gaan niet naar het nieuwe gedeelte van Fès want volgens de gids is daar echt niet veel te zien, we gaan wat mooie gebouwen van de koning bekijken de Joodse wijk (14e eeuw), een keramiekfabriek en daarna de oude binnenstand te voet bekijken.

Omdat we meer op de gids letten dan op de weg, heeft Kees een rood stoplicht over het hoofd gezien op een grote kruising. Er kwam een bus erg hard aangereden, maar gelukkig is er niets gebeurd. Wel stond er een politieagent voorbij de kruising dus we waren het haasje.

Netjes aan de kant, o, jee????? Hoe loopt dit af.

Onze gids en Kees hebben moeten praten als brugman. In eerste instantie moesten we 400 DH. (Fl. 80,–) betalen, op het laatst 100 DH. (Fl. 20,–). Poe, daar zijn we nog goed vanaf gekomen. Het ergste is dat we later toen we weer op deze kruising zagen dat het grote rode stoplicht niet werkte, wel het kleine onder op de paal. Maar goed daar kun je in zo’n land niet meer over bakkeleien.

De gebouwen van de koning waren zeer groots, in de Joodse wijk viel het ons op dat de straten breder waren dan dat we gewend waren. De huizen waren hier helemaal van hout.

In de binnenstad lag ook weer de leerlooierij zoals in Marrakech. Maar hier kon je van boven af de mensen aan het werk zien, zodat je zelf niet door de stinkende looierij moest lopen, dat in Marrakech wel het geval was. De stank viel op deze manier dan ook wel mee.

De straatjes in Fes zien er ook beter georganiseerd en schooner uit dan In Marrakech.

Hier kon je ook gerust foto’s en video-opnames maken van de mensen zonder te hoeven te betalen.

De Keramiek fabriek had helaas een vrije dag en er waren geen mensen aan het werken, jammer, maar we hadden wel een rondleiding en een kleine demonstratie van een jongen.

Mooi, je kon natuurlijk keramiek in de winkel kopen, het keramiek was echt heel mooi, maar naar verhouding ook echt duur.

Toen de rondleiding afgelopen was, had deze gids ook weer hetzelfde geintje met een restaurant, hoewel we weer duidelijk gezegd hadden, niet te duur en gewoon eten zoals de Marokkanen eten werden we naar een zeer sjieke bedoeling gebracht, (natuurlijk ook weer voor een flinke provisie), nou mooi niet, voor we weer gingen rijden hebben we wat gedronken op een terrasje.

Persoonlijk vond ik Fès prettiger dan Marrakech, de sfeer was rustiger en het was er niet zo vies, met name de leerlooierij vond ik hier heel mooi. De andere vonden Marrakech interessanter.

Weer op weg zagen we een restaurant Roxy richting Taza. Daar hebben we heerlijk gegeten. Een lekkere salade, vlees van de grill en patat. Met het nagerecht hadden ze ons mooi te pakken. Men vroeg koffie, ijs of meloen. Het was meloen-tijd dus kozen we daarvoor, blijkt een meloen omgerekend zo’n 25 gulden te kosten, bijna duurder dan het hele eten. Maar goed, om daar nu een hoop bombarie over te maken, het is tenslotte vakantie, vooruit maar. Wel weer een goede les.

 

19 mei.

08.00 uur, 21 graden. Het wordt vandaag kilometers maken. Fès, Meknès, Ceuta.

Hoe verder we naar het noorden van Marokko reden, des te meer ging het land op Spanje lijken.

Onderweg hebben Frans en Coby nog 2 Tajins gekocht.

Mooie route. Hoe dichter we bij Ceuta kwamen, hoe meer politie we langs de weg zagen, vooral in de buurt van het Rif-gebergte, zeer veel politie.

Toen we aan de grens aankwamen moesten we de paspoorten en autopapieren weer laten verwerken in de computer en werden de auto’s zwaar gekontroleerd,

Ze vroegen of we HASJ bij hadden. Natuurlijk niet.

Er stonden drie mannen in overal op ons te wachten met een schroevendraaier.

 

Ze begonnen bij de Nissan de strip achter van de laadvloerplank los te schroeven,

om te kijken of er hasj onder devloer lag. Ook werd er aan de schroevendraaiers geroken. Kees probeerde uit te leggen dat dit geheel vastzit en dat je er niet onder kunt komen en dat dit zo was gemaakt om televisie’s in te laden.

De mannen praatten nog wat met elkaar en besloten maar niet verder te gaan, alleen wilden ze de zijdeur openen waar dus Aqui zat. Dat hadden ze niet verwacht en schrokken zich rot.

Hij moest eruit en ze wilden ook hier weer verder zoeken. Maar gelukkig ook hier gingen ze niet verder zoeken, want de auto zat hartstikke vol, we moesten er niet aandenken dat we alles moesten uitladen.

Achteraf merkten we dat ze vele talen konden verstaan, dus ook wat wij tegen elkaar vertelden.We mochten doorrijden en dit was dan het einde van ons Marrokaans avontuur.

Eenmaal in Ceuta aangekomen waren we op zoek naar de camping. In de boekjes hadden we al gelezen dat je hier moest oppassen omdat de criminaliteit hier geweldig hoog ligt.

Ook de mensen op de straat waarschuwden ons om alles goed op slot te doen en goed op te passen. Nadat gehoord te hebben en nu zeer kort bij de haven zijn en het pas 18.00 uur is, habben we besloten om deze avond nog de boot te pakken en naar Spanje te varen.

Zo gezegd, zo gedaan. We hadden pech dat onze boot pas om 21.00 uur zou vertrekken.

Achteraf was dat niet zo erg. We hadden genoeg te zien. Onder andere hoe de vrachtwagens gecontroleerd werden met behulp van Hasjhonden. Ze vonden geen hasj maar wel 4 jongelui die zich in een vrachtwagen verstopt hadden, om over te steken naar Spanje..

Best wel eng om dat van zo dichtbij mee te maken. Naderhand probeerde een van de jongens zelfs tegen de touwen van een schip omhoog te kruipen, maar ook hij werd gezien en weggejaagd.

Om de tijd vol te krijgen hebben we nog in Ceuta de auto afgetankt met Diesel, omdat die hier toch een stuk goedkoper is en ja, hoor 36 flessen whisky.

De overtocht was fantastisch, vooral omdat alles verlicht is en je zowel de Marokkaanse als de Spaanse kust steeds kon zien, vooral in de havens zelf,  was gigantisch veel licht omdat er ook ‘s nachts doorgewerkt wordt. Echt heel bijzonder. Volop genoten.

Inmiddels was het natuurlijk pikdonker want de tijd ging hier weer 2 uren vooruit.

Het is al na middernacht dus we hopen dat de camping San Roque nog open is. Ja, hoor gelukkig wel er is nog licht in de receptie.

Omdat het al zo laat is huren wij een kamer (Fl. 37,00) en Frans en Coby slapen in de auto.

 

20 mei.

Heerlijk gedouched, redelijk geslapen. Kees en Frans gaan bij de receptie de “bakkies” terug halen, die we hier achtergelaten hebben. Gelukkig staan ze nog netjes bij de receptie. Na het ontbijt de bakkies ingebouwd en om 13.00 uur aangereden en hoe is het mogelijk, de zon schijnt, het is zo’n 30 graden, heerlijk.

Op naar Granada, daar gaan we in de supermarkt boodschappen voor de laatste dagen onderweg. Op camping Las Lomas nog net kunnen barbecuen en toen weer de tent ingevlucht voor de regen.

 

21 mei.

Rustdag. Lekker uitgeslapen. Bewolkt toch gezwommen in het (koude) zwembad.

Weer heerlijk de barbecue aan en nog een klein kampvuurtje.

 

 

 

 

22 mei.

Bijtijds eruit. We willen een stukje de Picos Veleta op, om boven van een mooi uitzicht te genieten in de sneeuw. Dat viel wat tegen, er lag lang niet zoveel sneeuw als vorig jaaren het was er 15 graden.

We zijn alleen even uitgestapt maar hebben hier niet rondgelopen.

Naar beneden via een kleine binnenweg die we nog van het vorige jaar kende.

Rechts van Granada naar een kloof. Dit is zo’n mooi stukje natuur dat we het Frans en Coby beslist wilde laten zien. Langs mooi wild water en prachtige natuur, het vorige jaar zagen we hier oude gebouwen staan die helemaal vervallen waren, die hadden ze nu gedeeltelijk opgeknapt. Frans wilde hier nog graag opnames maken van de bloemen, maar helaas werd Kees weer beroerd, jammer, maar goed samen uit samen thuis dus vlug terug naar de camping.

Laatste boodschappen gedaan.

 

23 mei

20 graden. 10.00 uur Op weg naar Toledo, zwaar bewolkt.

Kees is gelukkig opgeknapt, anders hadden we nog een dag langer moeten blijven.

Bij Toledo gestopt om opnamen te maken van de molens van Don Quijotte, de man van La Mancha. Wel een leuk plaatje maar we zijn niet de berg opgegaan.

15.00 uur, te vroeg om al op de camping te staan, dus we hebben besloten verder te gaan, richting Zaragosa.

Daarna zijn we via Auhamade Arragon en Godojos naar het stuwmeer bij Nivalados gereden.

De tent weer opgezet en elke avond hadden we weer een ander model tent.

Het is net hoe hij valt, of staat, het is maar hoe je het bekijkt. Hopelijk houdt hij het nog een paar daagjes vol.

Camping vrij duur, omgerekend zo’n 37 gulden en dat waren we niet meer gewend.

Hij lag er wel erg mooi bij het stuwmeer.

Coby en ik kregen van de camping-eigenaar ieder een roos aangeboden.

Het was in Spanje die dag een soort moederdag.

 

24 mei.

17 graden, 10.00 uur. Vannacht flink geregend, zelfs geonweerd.

De weervoorspelling is zo slecht, dat we besloten hebben niet via de bergen verder te gaan, maar de grote weg te kiezen. Eerst naar Capilla de Aragon, tot Ainsa.

Camping Covadonga waar we het vorige jaar ook gestaan hebben.

s’Avonds redelijk lang buiten kunnen zitten, helaas in de nacht weer regen, we hebben wat uitgeslapen omdat het bleef regenen. Tegen dat het droog werd opgestaan, alles nat ingepakt en rond half 12 vertrokken, richting Frankrijk.

 

25 mei.

16 graden zwaar bewolkt.

Onderweg steeds uitgekeken naar een “boeren”-camping, vooral Frans wilde daar graag op staan, maar helaas kwamen we ze niet tegen, ja, eentje om 15.00 uur, maar ga in de regen maar eens op de camping staan, dus weer besloten verder te rijden in de hoop op droog weer.

Bij St. Floor stonden we om 18.00 uur op Camping Municipal.

De tent droog op kunnen zetten, maar het wordt wel erg saai, weer regen.

Besloten het stadje in te lopen en daar hebben we Pizza gegeten.

 

 

26 mei.

10 graden. Ik wordt er echt moedeloos van, weer regen met hoofdletters, in de tent wordt nu ook alles nat, en mijn botjes beginnen behoorlijk te protesteren.

Kees en ik hebben besloten om nu in een dag naar huis te rijden.

Frans en Coby, slapen veel in de auto en hebben zodoende niet zoveel natte spullen als wij. Zij willen ook niet zo snel rijden en willen er nog een paar dagen over doen.

We hadden er niet zo’n goed gevoel over, maar gelukkig begrepen ze het wel, alles was ook zeiknat.

Er komt ook nog bijkijken, dat de auto steeds meer begint te trillen als we afremmen bij 80 naar 60. Echt zo erg, dat Kees de auto met moeite recht kan houden, dus we kiezen voor de grote weg om naar huis te rijden, zodat we zo weinig mogelijk hoeven te remmen.

 

Afscheid genomen, met de afspraak dat Frans en Coby meteen bellen als ze thuis zijn.

In St. Floor verse broodjes gekocht en toen de voet op de pendalen terug naar Eindhoven.

 

 

 

 

 

Nabeschouwing.

 

 

Het is een fantastische vakantie geweest, met geweldig veel nieuwe indrukken.

 

Frans en Coby waren fijne reisgezellen, het klikte goed tussen ons.

 

± 10.000 km. gereden.

 

Uitgerust waren we niet, misschien hebben we te veel willen zien in die 6 weken.

ALS we het volgend jaar weer gaan, moeten we niet meer zo jakkeren, maar meer tijd nemen voor mooie dingen, dat is iets wat we met deze vakantie geleerd hebben.

Maar goed we wisten niet wat ons allemaal te wachten stond en als we dan het volgende jaar weer gaan zijn we beter voorbereid.

We hebben nu gezien dat het inderdaad een totaal andere cultuur is, je moet wel alert zijn, maar de verhalen die we allemaal gehoord hadden, hebben ons banger gemaakt, dan achteraf nodig was. Maar goed beter extra alert, dan voor verassingen te komen staan.

Met het weer hebben we pech gehad, veel  sneeuw regen wind en kou.

Het camperen opzich is 100% meegevallen.

 

 

 

Maroc

 

misschien tot volgend jaar !!!!!!