Reisverslag 11 Laos

 Vlag LaosLaos

LAOS:

  Het koninkrijk van de miljoenen olifanten, zoals het ook wel genoemd wordt. Sinds 1975 Popular Democratic Republic of Lao en nu open voor toerisme. Elk jaar komen er ongeveer 800.000 reizigers over de grens .

De belangrijkste inkomsten zijn van de landbouw, op de eerste plaats rijst, daarnaast maïs, tabak, katoen en koffie. Verder zie je hier koeien, buffels, geiten, varkens en kippen. Bovendien levert Laos elektriciteit aan Thailand. Het regenseizoen is van mei tot oktober. Het regent weliswaar niet de hele dag, maar een paraplu heb je echt wel nodig. Van november tot mei is het droge seizoen en kun je maar beter een hoed en zonnebrand meebrengen. De maanden december t/m februari kan het in het noorden koud zijn, de temperatuur ligt daar dan tussen 10 en 15 graden.

Maandag 11 juni

Via de Friendship-Bridge rijden we inderdaad Thailand uit en Laos binnen. Voor de grens worden de banden van alle voertuigen ontsmet, dat gaat zo snel en onzorgvuldig, dat ik bij dat ontsmetten mijn vraagtekens heb, maar we moeten er wel voor betalen. Alles wijst zich weer vanzelf. We vullen de nodige papieren in, gaan geduldig in de rij staan en wachten op de benodigde stempels en handtekeningen. De douane van Laos weet niet goed wat te doen met de Carnet de Passage? Ja, het ziet er wel allemaal officieel uit, maar ze weten niet wat ze er mee aan moeten. Doorschuiven naar de volgende dan maar. Deze weet het ook niet. Dan maar toestemming vragen aan zijn baas.  Ook deze gewichtig  (letterlijk en figuurlijk) uitziende man weet niet wat hij met de papieren moet. Dan geeft Kees aan waar hij de stempels moet zetten en zijn handtekening. Kees scheurt zelf het gedeelte eraf wat hier moet blijven en neemt vervolgens het Carnet de Passage  mee. De man kijkt heel verbaasd, is eigenlijk overdonderd en vraagt aan Kees of hij het goed gedaan heeft. Ja hoor, goed gedaan, alles ok!!!!! Thank you! Als de douane dan de stempels en de handtekening van de baas zien vinden zij het ook goed. Eerst moeten we betalen voor de auto, dan krijgen we het geld weer terug (ze weten het nog steeds niet echt) maar goed, we nemen het geld uiteraard aan, wensen ze nog een prettige dag en lopen naar de auto. We hebben een visum voor een maand in Laos.

Toch vreemd, dat men niet weet wat ze met de Carnet de Passage autopapieren moeten doen, terwijl we dan toch een bureau zien, om de auto te verzekeren. De douane wijst er ons zelf nog op, dat we de auto daar moeten laten verzekeren, dit weten ze dan weer wel. Eerst geld omwisselen. In Laos is de munteenheid een Kip. Voor een 1,00 € krijg je 12.000 Kip een gigantische stapel biljetten.  Je weet niet waar je het laten moet, je zakken zijn echt te klein,  je broek zakt er van af. We moeten er wel om lachen.

Vervolgens stappen we het verzekerings-kantoortje binnen en regelen alles netjes binnen 10 min. Nu nog even de Duty-Free shop in. Dat is interessant. Het is hier goedkoop. We slaan het nodige in en trakteren onszelf op een heerlijke fles Amaretto, eten nog een hapje en gaan richting Vientiane. Een groot Budha-park missen we op een of andere manier. Jammer, die pakken we dan op de terugweg. De weg is mooi en loopt gedeeltelijk langs Mekong-rivier, de bergen worden langzaam hoger en grilliger. Het landschap begint nu echt te veranderen. Rijstvelden, maïs, bananenbomen, bloemen, planten en ga zo maar door. Zoveel verschillende kleuren groen. Mooi, ik vind het rustgevend en zie nu ook meer het landschap van TV, boeken en brochures.

Als we Vientiane binnenrijden is het daar druk. We hebben moeite een Hotel te vinden waar we “Moggy” kwijt kunnen. Het is te heet om in “Moggy” te slapen. Er zijn genoeg Hotels, meer dan genoeg, maar de hoofdstraat ligt open i.v.m. rioleringswerkzaamheden, veel zijwegen zijn afgesloten. We moeten hier een paar dagen verblijven i.v.m. het aanvragen voor een nieuw drie maanden visum op het Consulaat van Thailand. Twee maanden automatisch dan nog een maand laten verlengen bij immigration, dat doen we als we weer terug zijn in Thailand in Nong Khai of later in Chiang Mai.

Dan zien we ineens, achter de hoofdstraat, dus toch nog op loopafstand van het centrum, het Hotel Day-Inn (coördinaten N. 17.58.01.9 – E. 102.36.35.1). Netjes, heerlijk airco en “Moggy” staat veilig achter een hek op de parkeerplaats. Als grapje proberen we nog wat van de prijs af te krijgen en tot onze verbazing doen ze dat ook. Niet veel, maar goed, alle kleine beetjes helpen. De tassen met spulletjes zijn zo gepakt. Die lagen nog klaar van het vorige Hotel. Ja, het went. Je wordt er steeds handiger in.

Water en wat drankjes in de koelkast dan heerlijk eventjes CNN op de TV kijken op de overheerlijke koele kamer, helaas is het bed ook in dit hotel weer keihard. Ik vraag twee extra hoofdkussens, leg dan alle kussens onder elkaar, ga daar dan opliggen en slaap als een prinses op de erwt, dat heb ik al in meer Hotels moeten doen, de matrassen zijn absoluut kei-hard.

Als we ’s avond Vientiane inlopen zien we hoe duur het hier in de stad is, dat zijn we niet meer gewend. We ontdekken een leuk restaurantje met Franse keuken. Medium gebakken biefstuk met pepersaus, aardappeltjes wat groenten en een heerlijke rode huiswijn. Da’s weer genieten.

Dinsdag 12 juni

Vandaag verkennen we de omgeving, slenteren wat rond en verbazen ons weer over de gigantisch hoge prijzen voor de buitenlanders . We spreken toeristen die hier al meer geweest zijn. Zij kennen Vientiane van een paar jaar geleden en vinden dit ook niet meer leuk. Laos zelf is niet duur maar de steden waar de farang komt wel. Waar moet dit heen, ze maken het op deze manier voor zichzelf kapot. Men ziet ons hier echt als een lopende A.T.M. (lees geldautomaat).

 Woensdag 13 juni

Na het ontbijt lopen we naar de Ambassade van Thailand.

Let op! Waar je het visum moet aanvragen is niet bij de Ambassade zelf, maar twee straten schuin naar recht, de Th. That Luwang straat, ongeveer halverwege deze straat zie je dan vanzelf de Thaise vlag wapperen aan het gebouw waar je wel moet zijn. Je kunt er terecht van 09.00 tot 12.00 uur. De volgende dag na 13.00 uur kun je alles weer ophalen. Papieren invullen, pasfoto erbij, let op, ook kopie van het paspoort, in een ander gebouw betalen, daar krijg je dan een bewijs van betaling en dat je het paspoort daargelaten hebt. Als we met de Tuk-Tuk terug willen naar het Hotel vragen ze vlot 50.000 Kip. Als we zeggen dat we wel goed maar niet gek zijn en aanlopen kan het ineens voor 20.000 Kip.

Donderdag 14 juni

We gaan lopend  ons nieuwe visum ophalen. Het is nog niet zo heet en we moeten toch onze lichaamsbeweging hebben. Onderweg bekijken we een monument  genaamd Patouxay,  dat een beetje op de Arc de Triompf lijkt in Parijs. We gaan heel wat trappen op naar boven en hebben een mooi uitzicht over de stad. Foto’s en video-opnamen maken is verboden. Ik dacht het niet !!!!

We halen de paspoorten op. Checken of alles in orde is en gaan nog een STUPA bekijken genaamd de THAT LUANG. In deze heilige Stupa zou zich een haar van Budha bevinden !!!!!!!!!. Volgens de Lonely Planet mag je deze niet overslaan. Nou, van ons mag dat gerust. Niet alleen was dit WAT (Stupa) beslist niet de mooiste tot nu toe, bovendien lieten ze ons eerst entree betalen en blijkt binnenin zowat alles gesloten te zijn. Niet zo’n succes dus. Wat wel bijzonder was, waren de doorzichtige kruiken (urnen) waar je de overblijfselen van de doden zag, best luguber. Terug naar het Hotel met de Tuk-Tuk, ja, ze proberen de Tuk-Tuk-betaal-truc weer, nee het lukt ze niet, voor 20.000 Kip mag je ons naar het Day-Inn Hotel rijden, dat hebben we gisteren ook voor deze afstand betaald. Ok, instappen maar. Als we ’s avonds weer in ons Frans restaurantje zitten, zijn we verplicht nog een wijntje langer te blijven. De regen komt met bakken uit de lucht. Echt met bakken, zelfs met een stevige paraplu kun je hier niet doorheen, we wachten de bui af, wat niet echt een straf is onder het genot van nog een wijntje, het koelt nu tenminste lekker af.

Vrijdag 15 juni

06.30 uur ontbijten, we willen bijtijds aanrijden richting Vang Vieng. Een mooie weg en we zijn er voordat we er erg in hebben. In de eerste instantie valt het stadje ons tegen. Laos is toch anders dan Thailand, zoals een Thai zei; Laos is als een zwart wit TV, Thailand als een kleuren TV. Deze uitspraak vonden we wel typerend. Kees is namelijk TV-monteur. Omdat het nog steeds te heet is om in Moggy te slapen, moeten we een gelegenheid zien te vinden waar we hem wel veilig kunnen parkeren. We lopen wat rond en vinden dan het Mountain River Guesthouse. (coördinaten N. 18.55.45.7 – E. 102.26.54.0). De prijs is redelijk, “Moggy” kunnen we voor het Guesthouse binnen de omheining parkeren, lekker dichtbij als we nog wat spulletjes nodig hebben, helaas vandaag geen kamer met airco alleen met ventilator, morgen komt er pas een kamer met airco vrij. We besluiten deze optie te nemen, vooral omdat de ligging van dit Guesthouse bijzonder mooi is, zoals de naam al zegt een prachtig uitzicht op de bergen en de rivier de Nam Long.

Foto panorama 

 

Als het donker wordt gaan we op het balkon zitten en begint het flink te regenen en omweren, het gaat goed te keer. Het omweer komt van alle kanten. We zien het waterpijl van de rivier flink stijgen en horen dan tot onze verbazing hard schreeuwen op de rivier. Oh, mijn god, er is nog een hele groep mensen in tractorbanden op de rivier. Tubing noemen ze dat hier. Gezellig in een opgeblazen tractorband de rivier af, maar liever niet nu!! De mensen kunnen bij ons Gasthouse met veel moeite het water uit. Dit is niet leuk. Er is genoeg hulp van de locals dus blijven wij op ons balkon. De mensen komen vol schrik en bekaf aan land. Sommige kunnen niet eens meer lopen en strompelen zo aan land. Dit is niet leuk! Gelukkig loopt alles goed af. Een les voor ons, als we gaan Tube, niet als het flink geregend heeft. Als we eenmaal slapen worden we wakker van nog meer omweer. Een geweld, dat moet je zelf mee maken, we liggen gewoon te schudden in bed. Zo erg hebben we het nog nooit meegemaakt. We gaan op het balkon staan kijken naar dit prachtige natuurgeweld.

Zaterdag 16 juni t/m 30 juni

Vandaag kunnen we inderdaad in een andere kamer met airco. Heerlijk. We besluiten hier in Vang Vieng te blijven en niet naar Luang Prabang te gaan. De weg erheen is niet zozeer hoog maar wel een weg met zeer veel scherpe haarspeldbochten. Bovendien is het nu regenseizoen en niet zo lekker als je dan op een smalle kronkelende weg rijdt met een zware auto als “Moggy”. We besluiten Luang Prabang een volgende keer te bekijken. We brengen onze tijd door met relaxen – fietsen – wandelen – lekker eten op zijn tijd een pilsje, een praatje maken met de vele toeristen die hier zijn en ’s avonds op bed film kijken via de computer. We hadden immers vanuit Nederland een meter DVD’s meegenomen, maar nog steeds geen tijd gehad, of genomen om lekker lui te kijken.

Kees is steeds als eerste wakker en geniet met een kopje koffie op het balkon van het uitzicht. Als ik dan g
a douchen, gaat hij in het stadje het ontbijt halen, lekker een Frans stokbroodje  gezond met van alles en nogwat erop. Hollandse koffie zetten we in “Moggy” en zo hebben we iedere ochtend een heerlijk ontbijt op het balkon met een prachtig uitzicht. Wat minder in het Guesthouse is zijn de grote kolonnen aan mieren. Ze zitten echt overal, zelfs in bed. Vreselijk, als we van de kamer gaan spuiten we er flink op los (sorry mieren) en ’s avonds voor het slapen gaan moeten we eerst het bed leeg schudden, dan nog werd je ’s nachts wakker omdat er iets kriebelt, van die hele kleine rode miertjes. Jammer, maar dat hoort nu eenmaal bij de tropen.

Laat geen leeg glas waar je Cola of zo uit gedronken hebt op je nachtkastje staan. Het is na een korte tijd, zwart van de mieren. Daar kwamen we achter toen Kees mij, bij weinig licht, mijn glas met Cola bijschonk, ik het glas aanpakte en een raar kriebelend gevoel over mijn hand kreeg. Vlug meer licht aan. Gatsie, ontelbare mieren in mijn cola, op mijn glas en over mijn hand. Goed dat ik niet meteen gedronken had. Zelfs snoepjes in een papiertje waren niet veilig voor deze gasten. Nadat ik een rol (fruit) Mentos gekocht had, dacht ik dat aan het begin van de rol een snoepje fout in de verpakking zat. Nee, hoe ze erin gekomen zijn weet ik niet, maar het eerste snoepje in de rol was al bijna opgesnoept door de mieren, die er dus nog inzaten.

Maar het is niet alleen luieren. We schrijven ons in voor een Tubing-tocht van 4 km. over de rivier, met een opgeblazen, tractorband. We worden met een Tuk-Tuk, volgeladen met mensen en banden naar het beginpunt gebracht. Daar gaan we dan, heerlijk relaxed en genietend van de omgeving in een rustig tempo de rivier af.  Wel bijtijds de kont omhoog als je bij rotsen komt, anders heb je gekneusde en/of blauwe billen. Je zou zeggen, 4 km. is niet ver en je bent zo weer op het eindpunt. Nee, dus. Onderweg kun je diverse malen aanleggen. Ze gooien van de kant een stok of een touw naar je toe en kun je, jezelf aan de kant trekken. Eenmaal aan de kant is het iets drinken of een hapje eten. Ondertussen kijken we hoe de jeugd kapriolen uithaalt met touwen die over het water hangen en zich van grote hoogte in het water laten vallen. Hoe later op de middag, hoe meer drank weggespoeld is, hoe wilder de sprongen, soms best eng als je ziet wat er gedronken wordt en ze elkaar willen overtroeven. Wij houden het netjes bij bier. Sommige drinken sterke drank uit een emmertje met ijs door een rietje, lekker maar wel verraderlijk.

We weten dat we bij de laatste stop rond 17.00 uur moeten vertrekken om voor het donker binnen te zijn. Potverdorie, daar komen razendsnel donkere wolken aanzetten. Langzaam zien we een gordijn van regen aankomen. Het waterpeil stijgt. We peddelen met onze handen zo hard als we kunnen om snel bij de uitstapplaats te zijn. Dan gaan we door de stroming zo hard, dat we moeten oppassen de uitstapplaats niet te missen. Kees is al uit zijn band, staat in het water en probeert me op te vangen. Zo, is dat even heftig. Gelukkig ik sta ook op de bodem al is het met trillende knieen. Het water komt inmiddels tot aan ons middel en stroomt behoorlijk, vlug naar de kant.

Dan schrik ik me kapot. Automatisch gaan mijn handen naar de zak van mijn broek, om mijn autosleutels te voelen. NIETS. Bij het uit de band gaan is mijn broek door de lucht gaan bollen en weg sleutels. Paniek. Bij het rondkijken zie ik naar het riet toe een blauw zakje weg drijven. Ik duik het zakje achterna en krijg het nog juist te pakken. Met moeite kom ik aan de kant. Wat een geluk dat ik de sleutels in een dubbel blauw diepvrieszakje heb geknoopt. Door de lucht is het boven blijven drijven. Zo zie je maar weer, je moet altijd allert blijven. Om van de schrik te bekomen gaan we in het dorp op een terras een lekker pisje drinken en bestellen een lekkere maaltijd.

Vandaag gaan we een kano-tocht maken van 20 km. We vertrekken om 09.30 uur met een groep bestaande uit Australiërs, Engelse nog twee Hollandse stelletjes de ook in ons Guesthouse zitten en drie gidsen. Alles wordt van de auto afgeladen, we krijgen de nodige instructies en stappen in de kano’s. Onderweg bezoeken we een diepe grot, waar we op banden (tubing) ingaan. Je verdwijnt 600 meter in de grot. In het begin is daar een touw waar je, jezelf mee verder trekt. Dan moet je met de voeten achter de band van de ander haken en met de handen peddelen. Iedereen heeft een koplamp op en zo drijven we, volop genietend van de stalagmieten en stalactieten, regelmatig krijgen we een koude douche van het water dat naar beneden komt, heerlijk fris. Waar het water niet diep was, even uit de banden gestapt, modder op elkaar gesmeerd, we zagen eruit als gecamoufleerde soldaten. Na 40 minuten waren we weer uit de grot en wacht ons BBQ-vlees-spiesen met groenten en ananas, daarbij rijst met groenten ingepakt in een bananenblad en als dat nog niet genoeg is nog warm stokbrood en voor wie nog wil een banaan na.

 Kees foto’s welke andere mensen van ons gemaakt hebben ….

 

Dan gaan we verder de Nam Long af. Leuk maar wel zwaar. Achteraf was 20 km. te lang, niet alleen voor Kees maar zeker voor mij. Op sommige plaatsen was het water toch heftig en moest er hard gewerkt worden. Ja, dan maak je een stuurfout en ga je recht op de bossage aan de kant af. We slaan om. Gelukkig loopt het goed af. We hebben uiteraard zwemvesten aan en een helm op, maar je kunt je lichaam natuurlijk flink stoten tegen de rotsen als je pech hebt. We komen met hulp van de gidsen weer in de boot en kunnen opgelucht ademhalen. Dan slaan we een tweede keer om.

Hoe kan dat nu, de kano lijkt wel van beton zo zwaar. Ik heb wel een beetje de bibbers, maar we moeten nu door. Dan zien we dat de gidsen druk met elkaar overleggen, we moeten aan de kant. Wat blijkt, onze kano heeft een gat aan de onderkant, wat eerder al gerepareerd was. We maken nu water en kano wordt zwaar en daarom niet goed bestuurbaar. Hé, hé hebben wij dat weer. We laten de boot leeglopen, de gids beslist dat wij zijn kano moeten nemen en hij neemt de kapotte. We gaan verder en hebben geen problemen meer. Achteraf was de tocht leuk, voor een keer, maar ik heb besloten dat dit voor mij de laatste keer was. Hier word ik toch wat te oud voor. Als we om 17.00 uur terug zijn, ben ik te moe om te eten en kan niet in slaap komen van de pijn in mijn lijf. Ja, Elsje, je kunt het allemaal nog wel willen, maar dit was echt te veel. Ik drink flink wat water en val dan uiteindelijk toch in slaap. Ok, we weten waar het van is, niet zeuren, doorgaan. Ook Kees voelt het wel en we maken er morgen een luie dag van.

Als we een dag niet gaan Tube, pakken we de fietsen en zorgen zo dat we genoeg beweging hebben. We fietsen dan heuveltje op en heuveltje af richting markt en daar hebben ze heerlijke soep met vlees en veel groenten die je er nog extra bij kunt doen, men krijgt er op deze plaats  gratis water bij, daar pers ik dan citroensap in en heb zo weer vitaminen C, dat is beter dan Sinas of Cola en goed tegen de dorst. Hier betalen we local prijs en inderdaad water gratis, terug in de stad is het weer schandalig duur, als voorbeeld; buiten de stad betalen we 6.000 Kip voor een soep en gratis water, weer terug in Vieng Vang 35.000 Kip voor een soep en voor een klein flesje water 8.000 Kip. Dat is wel erg veel voor een klein flesje water, na wat heen en weer gepraat was 2.000 Kip ook goed.

Een andere dag fietsen we een heel eind door een rivierbedding en komen tenslotte bij een grot uit. Een jonge gids die geen woord Engels spreek gaat ons voor, we krijgen ieder een koplamp met een zware batterij om de nek, die bij mij regelmatig uitvalt, het is glibberig, voelt niet echt veilig en als we dan ook nog door een gat moeten kruipen, dat zo klein is, dat ik het er Spaans benauwd van krijg, breekt het zweet me uit, beslaan de glazen van mijn bril (contactlenzen kan ik niet hebben met de warmte en het zweten, helaas) en valt ook nog het licht van mijn koplamp uit. Ik wil nog maar een ding en dat is ERUIT! Kees ziet wel dat ik het meen en we keren terug naar de uitgang.

Na het avontuur in de kleine grot gaan we een andere dag een grote grot gaan bekijken. Tenminste dat is de bedoeling. Als we bij de hangbrug over de rivier aankomen, moeten we betalen, uiteraard farang-prijs, twee personen – twee fietsen. Ok, hier kan ik nog inkomen. Dan komen we in de buurt van de grotten. Hiervoor moet je over het terrein van een een Resort, betalen 2.000 Kip per persoon en 2.000 Kip per fiets, samen 8.000 Kip. We komen bij de grot aan. Entree 2 personen – 2 fietsen. Sorrie, de fietsen gaan niet mee de grot in hoor. We besluiten de fietsen met onze ketting aan een boom vast te zetten.

Niet dus, als we de fietsen hier laten, moeten we daarvoor toch betalen. Dan begint het bij mij te borrelen,  ik krijg even het paarse krokodillen-syndroom je kunt niet eens met de fiets de grot in, oen.  Nu is het genoeg, echt genoeg, ik kan me niet meer inhouden en vertel, uiteraard in het Nederlands, wat ik van de situatie vind. Verdienen aan buitenlanders ok, maar dit gaat echt te ver. Ik stap op mijn fiets en zeg tegen Kees, ik wil die grot niet eens meer zien !!!!!!! Achteraf natuurlijk flauw,  niet de moeite waard om zo boos te zijn, maar het moest er even uit. Later in de week hebben we de grot alsnog bezocht (en alles betaald) en het was zeker de moeite waard. Als we naar het Hotel terug fietsen, koelen we even af in de rivier, heerlijk, de kleren zijn zo weer droog op de fiets.

Kees foto’s

Ik verval in herhaling maar als je echt iedere dag geconfronteerd wordt met het feit, dat je als buitenlander zoveel meer moet betalen, dan de local,  wekt dat irritatie op. Als ik deze dagen de reisverslagen van Karin-Marijke, Coen en van Noortje en Jan-Otto lees, hebben zij de zelfde verhalen en voelen zich ook een wandelende ATM of een Gouden Ezel.

Inmiddels zijn we ruim twee weken in Vang Vieng en besluiten terug te gaan naar Thailand. In het regenseizoen willen we inderdaad Laos (veel bergen) niet in. Dit bewaren we voor later. Toeven op een kamer met airco en verder alles bij de hand is natuurlijk ook wel fijn, maar ons eigen bedje in “Moggy” lokt toch ook wel weer. De temperatuur gaat ’s nachts al wat naar beneden en we zien wel hoe het onderweg gaat. Mocht het te vochtig of te warm blijven een hotelletje is zo gepakt.

À propos airco. Als je overdag je kamer afgaat, is het natuurlijk logisch, dat je niet de hele dag je airco laat loeien, bij de meeste hotels schakelt deze ook automatisch uit als je de deur op slot doet. We hadden toch een probleempje. Als we ’s avonds uit gingen eten, lieten we voor dat uurtje de airco wel aan, zodat het bij terugkomst lekker koel op de kamer zou zijn en je heerlijk op bed filmpje kunt kijken. Niet dus. Bij terugkomst was iedere keer de airco weer uitgeschakeld door de receptionist.

Niet leuk als het boven de 30 graden is. Niet alleen de ruimte maar ook je spullen en beddengoed blijft vochtig en bloedje heet. We verzoeken de jongen vriendelijk, als we ’s avonds uit gaan eten de airco voor een uurtje aan te laten. We zijn alleen even eten en willen een koele kamer als we terug zijn. Niet dus. De airco is weer afgezet.

Als Kees hem vraagt waarom hij dat doet, we betalen tenslotte voor de airco op de kamer, kijkt hij onnozel en zegt; Omdat ik de sleutel heb!  Ja, daar sta je dan met je bek vol tanden. Dan verstaat hij ook helemaal geen Engels meer en staat een beetje te lachen. We moeten er zelf eigenlijk ook wel om lachen. We laten het hierbij omdat we morgen toch vertrekken.

Wat ons hier in Laos ook opvalt is dat men hier in de rivier vist met een groot net dat men aan de onderzijde verzwaard. Dat net gooit men in het water en met een touw wordt dit weer omhoog getrokken. Officieel is dit verboden, men maakt op deze manier de planten in het water kapot, maar vangt ook de kleinste van de kleinste visjes. De vis krijgt niet de kans groot te groeien of eieren te leggen. Men heeft ons verteld dat er op het ogenblik zo weinig vis in de rivier is, dat de vissers bijna niets meer vangen en diverse vissersdorpen geen toekomst meer hebben.

De volgende ochtend vertrekken we weer richting Vientiane en overnachten aan de oever van de Mekong op een grote parkeerplaats (nadeel, ’s morgens om 06.00 uur wordt er airobic les gegeven uiteraard met keiharde muziek) wel hebben we hier veel bekijks en dan  krijgen we nog bezoek van mensen uit OSS, die we eerder in Vang Vieng ontmoet hebben, genieten van de laatste aanblikken vanuit “Moggy” over de rivier de Mekong naar Thailand terwijl een vissersboot langs komt, dan een laatste regenbui met regenboog en een prachtige zonsondergang.

Voor zover Laos. We ontbijten en rijden terug naar Thailand. Eenmaal bij de grens weten we nu waar we moeten zijn en alles wordt netjes afgewerkt.

Als we nog wat laatste boodschappen (lees whisky) willen doen blijkt het nog te vroeg te zijn, het is net 09.00 uur geweest. Om 10.00 uur gaan de winkels pas open. Ok, we eten een soep en wachten onder het genot van een kopje koffie op de opening van de winkels en slaan onze slag. We kunnen voorlopig weer vooruit.

 

DAG  LAOS, TOT DE VOLGENDE KEER.

 THAILAND HERE WE COME !!!!