Reisverslag 10 Thailand 1

THAILAND

SAWASDEE!!

de begroeting in Thailand

vrij vertaald – Hoi !!

 

Maandag 5 maart

Precies 10 maanden na ons vertrek uit Nederland rijden we Thailand binnen. 14.00 uur plaatselijke tijd 34 graden.

De douane handelt alles netjes af, wat wel weer even tijd in beslag neemt. De computer pikt de gegevens van de auto niet, net zoals in Maleisie.  Hij kent geen Mercedes UNIMOG en zeker niet van het bouwjaar 1980. De douane houdt de computer een beetje voor de gek (het wordt weer een JEEP) en eindelijk rollen de papieren uit de printer.  Wat is dat nu, wij krijgen voor 2 maanden een visum en voor de auto maar een maand. Ja, dat klopt de regels in Thailand zijn veranderd. Voor jullie zelf kun in in de eerstvolgende stad een maand verlenging aanvragen. Voor de auto ??????????????? Weten we niet. Het beste kunt U dit navragen in Phuket. Jeetje, wat nu weer. Ok, geen paniek, we hebben de tijd en zoeken dit wel uit.

Nu graag een verzekering. Probleempje, het is vandaag 5 maart een officiële feestdag, alles is dicht. Een van de douane beambten geeft zijn naam en telefoonnummer (Supos Sirares Padang Costums House 081-9265389) en zegt dat we, als we in Phuket zijn alles kunnen regelen, mochten er problemen zijn, kunnen we hem bellen. Afgesproken, we rijden Thailand in (Grens Coördinaten N 06.39.51.7 – E 100.19.32.4) met km. stand 15.1830 (in Maleisië 1.573 km gereden).

Tegen de avond komen we in het Thale Ban National Park  aan (coördinaten N 06.42.33.1 – E 100.10.10.2) Stillekes, wij zijn de enige op de parkeerplaats. De kokkin staat op het punt naar huis te gaan, maar is zo vriendelijk nog een maaltijd voor ons te koken. Hartstikkend fijn. Opruimen is er niet meer bij, het personeel gaat naar huis. Men zet een grote gevlochten korf neer, of we daar de vuile spullen onder willen zetten i.v.m. de apen. Doen we.

Gelukkig is het hier niet zo warm, 21 graden, we slapen weer een keer goed. Helaas moeten de muskietenhorren dicht, veel vliegen, van die gemene kleine vliegen, die zo lekker steken. Als we buiten nog een afzakkertje pakken, komt er een jong stelletje uit New Zealand langs. Wauw, ze stonden echt te wauwen. Zelf zijn ze al twee jaar aan het Back-Packen, zijn verliefd op Thailand, moeten nu even Maleisië in voor verlenging van hun visum voor Thailand en blijven dan zo lang mogelijk in Thailand. Gezellig zitten babbelen.

’s Morgens vroeg wakker door de muziek van de bewaker, maar och, we moeten er toch uit. Als we klaar zijn met het ontbijt is het inmiddels 08.00 uur. Hé, wat is dat. Het gehele personeel van het park komt aanlopen, gaat in rijen staan en doen een paar bewegingen, allemaal tegelijkertijd. Eerst denken we dat het een soort van Tai-Chi oefeningen zijn, maar dan blijkt dat precies om 08.00 uur het Volkslied gespeeld en de Thaise vlag gehesen wordt. Best mooi om te zien. Dan wordt het personeel toegesproken, worden er wat kreten geslaakt geeft het personeel elkaar de hand en gaan “Aan den arbeid”.

We twijfelen of we nog een dag hier willen blijven en wat in het park rondkijken, maar er zijn zoveel van die steekvliegen, we worden er gek van. We stappen op. Eenmaal onderweg houden we onze ogen open voor een verzekeringsmaatschappij. We rijden op het ogenblik zonder verzekering en dat voelt niet goed. Daar komen de problemen, vier verzekeringsmaatschappijen hebben we gehad, alles is in orde totdat ze de leeftijd van Moggy zien bouwjaar 1980, 27 jaar oud. Sorry, de auto is te oud. Hallo, jullie kunnen ons toch niet onverzekerd wegsturen, wel dus. Ja, daar sta je dan. We proberen het in Phuket en anders in Bangkok.

Had Pakmeng is de volgende plaats waar we gaan staan voor de nacht. Er zijn wel wat restaurants maar redelijk rustig totdat, er in een van de restaurants een gezelschap van leraren en leraressen komt die een KARAOKE avond hebben. Als we vragen tot hoe laat dit duurt, zeggen ze dat het tot een uur of tien. Laten we zeggen dat het half elf wordt, daar is mee te leven. Daar hebben we ons toch even vergist, weet je hoe lang het duurt als men om 19.00 uur begint en om 22.45 uur nog KARAOKE zingt met de nodige alcohol en dat alles in het Thais of Engels (voor zover je van Engels kunt spreken), vreselijk. Gelukkig ging het personeel tegen elf uur alles opruimen en konden we gaan slapen. Een uitnodiging van een van de leraressen om mee te doen, hebben we vriendelijk afgewezen. (Coördinaten N 07.30.25.0- E 099.18.46.1). Uit eten kun je hier aan de kant van de weg. Er komt een auto met open laadbak aanrijden waarop een BBQ met heerlijke kippensaté aangevuld met rijst en gewokte groenten. 

Woensdag 7 maart 

We komen in het Ermerald Park. Staat niet in de Lonely Planet ???  maar is ons aanbevolen, door het jonge stelletje uit New Zealand. Was dit even heerlijk. Warmwaterbronnen 42 graden, in de vorm van diverse waterbekken tussen de bomen, onderaan dan een rivier met heerlijk koel water. My God, this is heaven. (Coördinaten  N 07.55.56.8 – E 099.12.24.4) Het stinkt wel naar rotte eieren van de zwavel maar dat went snel.  

Het is gelukkig geen weekend en zijn er weinig locals. Heerlijk in je badpak in de bekken met heet stromend water, dan beneden afkoelen in het riviertje. Door het neervallende water kun je je heerlijk laten masseren, zijn we te veel afgekoeld ga je de bekken weer in. Als ik dan in het riviertje aan het afkoelen ben, komt er een Thaise vrouw die met een gladde steen mijn rug, schouders en armen masseert, zomaar, héééérlijk. We besluiten nog een dag te blijven, hier moet je extra van genieten. We mogen “Moggy” achter de slagboom van het park plaatsen en staan op een rustige plaats, kunnen zelfs elektriciteit inpluggen, zodat we alles weer lekker kunnen opladen, met name de batterijen voor de ventilator (twee maal zes uur). De ventilator wat zijn we hier blij mee. Als het ’s nachts niet voldoende afkoelt (28 graden) kunnen we die in ieder geval aanzetten, zodat de temperatuur te hebben is. Nu we elektriciteit hebben kunnen we hem lekker full-power laten draaien en de twee batterijen opladen.

Als we de volgende ochtend om 06.30 uur naar de heet water bekken lopen zijn we de enige. Prachtig, er komt stoom van het water af en hangt als een nevel tussen de bomen. De hele dag relaxen.  

Vrijdagochtend 9 maart

Een laatste bad en weer verder. Onderweg naar Krabi gaan we een hapje eten om daarna de Tiger Tempels en grotten te bekijken, wederom indrukwekkend. Er worden zelfs nog nieuwe tempels bijgebouwd. De tempels en grotten staan en liggen in een park met gigantisch oude bomen, eentje van 1000 jaar oud.   

Als we daar rondlopen, spreekt een jongen uit Australië ons aan. He, Hallo waren jullie in Nepal? Ach, ik neem aan dat je de routekaart op onze auto hebt gezien. Nee, ik heb geen auto gezien, maar jullie dragen typische Nepalese kleding. Zelf hadden we dat niet in de gaten dat we inderdaad net de kleding die we hebben laten maken in Pokhara, Nepal aan hadden, geinig. Of hij ons een geluksbandje om mocht binden die hij net van een monnik had gekregen. Ja, natuurlijk. Hij bindt ons ieder een gevlochten bandje om, we babbelen nog wat, wensen elkaar een goede reis. 

Of het aan deze bandjes heeft gelegen weten we niet, maar als we verder rijden ziet Kees ineens een verzekeringsmaatschappij  …….hup, in de remmen. We gaan naar binnen. Heerlijk airco, Engels wordt er niet gesproken, maar wordt er iemand opgetrommeld die ons verder kan helpen. Perfect, als we uitleggen wat we willen is alles binnen een uurtje gepiept. We hebben het Vignet, geldig voor een jaar voor omgerekend 20,00 €. Het bureau is verbaast dat we al een paar dagen in Thailand rondrijden zonder dit Vignet, tevens verzekering. Als de politie je aanhoudt en je hebt dit Vignet niet, kost je dat 10.000 Baht. We zeggen niets over de andere vier maatschappijen die ons niet wilde of konden helpen. Het is nu immers geregeld. De jongen geeft ons nog zijn kaartje met privé tel. Nr. Als we onderweg een Thai nodig hebben die kan tolken moeten we hem beslist bellen. We nemen met een opgelucht gevoel afscheid. Brengen de bandjes inderdaad geluk ???? We plakken het Vignet meteen voor het raam.

We vervolgen onze weg en belanden vrijdagavond in Ao Nang (bij Krabi). Een stadje hartstikkend druk met toeristen. Net Valkenburg zo druk. Als we naar het eindpunt rijden, waar het Natuurpark Than Boke Khorani ligt, kunnen wel binnen rijden, helaas we mogen hier niet staan. Terug richting stadje zien we dan een groot Seafood Restaurant met een behoorlijke grote parkeerplaats.  Yipiee. We mogen hier staan. (coördinaten N 08.02.17.5 – E 098.48.57.6). We eten de dagen die we hier staan, heerlijk. Prijzen zijn wel wat hoger, maar we staan voor niets.

Als ik al in bed lig en Kees op het punt staat te douchen voor het slapen gaan, komt een groepje mensen naar hem toe. Of “Moggy” te koop is. Kees noemt een belachelijke hoge prijs. De man met dure sieraden geeft zijn kaartje waarop staat dat hij in auto’s handelt en vraagt of Kees inderdaad kontakt met hem wil opnemen, mocht het zijn dat we “Moggy” in Thailand willen verkopen. Slik, ik knipper toch wel even met de ogen als Kees me dit komt vertellen. Wat is dit. “Moggy” weg. Als we inderdaad problemen krijgen met het visum voor de auto zou dat een optie kunnen zijn. 

Zaterdag 10 maart

Met een bootje naar een van de eilanden waar we de Diamond Cave gaan bezoeken. De bootvaart van 15 min. was heerlijk, het eiland prachtig de Cave minder. Als we op het eiland eten, is dat bij een restaurant met zwembad. Plons daar gaan we weer het heerlijk koele water in. Natuurlijk kun je ook in de zee maar die is warm, niet echt prettig. We waren van 10.00 tot 16.00 uur op het eiland en zijn drie keer in het zwembad gegaan om af te koelen. Tegen 16.00 uur komt de boot ons weer ophalen. Dit komt mooi uit, er komt veel bewolking opzetten en er valt wat regen. Dat is lang geleden. Afkoelen doet het echter niet, het wordt alleen nog benauwder. 

Terug op de parkeerplaats bij het restaurant zitten daar een groepje mensen te eten. Dan komt een van de mannen naar ons toe en vraagt of onze “Moggy” niet te koop is. Wij zijn even stil kijken elkaar aan, dit is nummer twee. Kees noemt weer de belachelijke hoge prijs. Deze man blijkt een piloot van de Thai-Airbus te zijn. Hij vraagt ons contact met hem op te nemen indien we “Moggy” inderdaad zouden verkopen. Hij heeft interesse en misschien een van zijn collega’s ook wel.  Hij geeft ons zijn visite-kaartje. Captain Dan.

 Zondag 11 maart

We gaan stadje Krabi bekijken drinken wat lekkers en gaan terug naar de parkeerplaats. Als we aan het eten zijn komt er een sjiek gezelschap eten. We zien ze diverse malen onze kant en “Moggy” opkijken. Als we met onze routekaart voor “Moggy” zitten komt een dame uit het gezelschap naar ons toe. Vraagt wat we hier in Thailand doen en hoe onze reis is geweest welke ze op de routekaart heeft bekeken. We doen ons verhaal.

Tijdens het gesprek laat Kees vallen dat er personen zijn die “Moggy” willen kopen. Wil je dat ? vraagt ze. Dan vertellen we dat we alles in Bangkok bij de officiële instanties gaan uitzoeken, wat te doen om langer in Thailand te kunnen blijven. Kunnen wij gebruik maken van het pensioen-visum? Het hoe wat waar met de auto. Dat de verkoop van “Moggy” misschien een optie is als we zelf in Thailand kunnen blijven, maar “Moggy” niet, dan zullen we iets moeten !!! Ze vraagt het kaartje van de piloot. Hmmm,  Captain Dan? Mag ik dat controleren. Hoe zijn jullie in Thailand verzekerd? We laten de papieren zien en ze zegt. Goed, dit is een goede maatschappij, dit is in orde. Dan tot onze verbazing schrijft ze haar E-mail en tel. op. 

Vervolgens zegt ze: Ik en mijn man werken in Bangkok en hebben ons buitenhuis 180 km. onder Bangkok in Chao Samrar bij een mooi strandje. Iets daaronder is mijn Resort Fisherman’s Village. Jullie kunnen de auto daar neerzetten en als jullie in Bangkok het een en ander moeten regelen voor jullie visum kun je met de trein of op zondag met mijn auto naar Bangkok gaan. Je kunt met zo’n grote auto niet in Bangkok rijden. Jullie zijn daar onze gasten. Als jullie komen maken we lekker eten en kunnen we jullie beslist veel informatie over Thailand geven. Ik zal ondertussen kijken of ik jullie op wat voor manier ook, misschien kan helpen met het visum. Ik heb mijn Professor uit de USA ook officieel hier kunnen krijgen. Deze Professor woont vlakbij en jullie moeten beslist met hem kennis maken. Dat zal hij zeker leuk vinden. Mocht het zijn dat jullie hulp nodig hebben hoe dan ook, bel me. Hoe dit verder allemaal afloopt ????????? We zullen het zien. Het wordt spannend maar blijft een open boek. 

Dan komt de Manager van het restaurant naar ons toe. Er is vanavond een grote party en ze hebben de parkeerplaatsen hard nodig, of het mogelijk is om een andere plaats te zoeken. Ja, hoor, geen punt, we zijn al hartstikkend blij dat we twee nachten hebben mogen staan, we bedanken hem daar ook hartelijk voor en maken “Moggy” rijklaar.

Alvorens een andere slaapplaats te zoeken gaan we eerst naar het Internet-café. We beantwoorden diverse E-mailtjes, op het moment dat we af willen sluiten zien we een nieuw bericht binnen komen van Ria – Mart en Yvon Vuyk uit Dordrecht. Dan schrik je je kapot!!!  Wat, dit kan toch niet waar zijn. Ria E-mailt ons dat Mart afgelopen week is overleden. Longkanker. Dit kan niet, dit mag niet, maar helaas, hier heb je niets over te beslissen, als het je tijd is wordt je gehaald. We E-mailen Ria en Yvon meteen terug en wensen ze veel sterkte toe in deze moeilijke periode.  Ja, daar zit je dan even een partijtje te janken en denk je terug aan onze warme  vriendschap met Mart en Ria, de Ardenne – Camping  Grand Bru- de 4×4 tijd,  hun huwelijk en de geboorte van hun dochter Yvon. Raar, dan loop je naar “Moggy”, stappen in en gaan we een slaapplaats zoeken hoe verdrietig we ook zijn. Lives goes on.

We hebben nog een park gezien en hopen daar wel te mogen staan. Gelukkig, we mogen (Coördinaten N 08.02.45.6 – E 098.48.13.1). Wat was het vannacht weer warm, bijna niet geslapen,  veel gepraat. We zweten ons bed uit.

 Richting Phuket.

Maandag 12 maart

Om 10.00 uur zijn we in het National Park Than Boke Khorani (Coördinaten N 08.23.20.1 – E 098.44.04.8) Volgens de Lonely Planet een prachtig Park, alsof je in Disney World bent. Helaas, wij beleven het anders.  De wandelroute door dit Park is nog geen 2 kilometer, je mag niet meer in de bronnen baden, je hoort constant een zeer hoge harde fluittoon van de krekels en de entree is vrij hoog. We maken de wandeling, die op zich wel mooi is, branden in een van de grotten om 11.30 uur Thailand tijd een kaars voor Mart die vorige week is overleden en bidden voor hem.  Om 12.00 uur rijden we aan.

Gatsie, wat is Phuket een drukken toeristen stad. Uiteindelijk komen we op de kade van Laem Phan Wa uit vlakbij het Marine Biological Research Centre & Aquarium. Helaas mogen we “Moggy” niet op de parkeerplaats van dit centrum zetten i.v.m. veiligheidsmaatregelen. Bomming, bomming, zeggen ze en wijzen naar “Moggy”. Is wel iets voor te zeggen. Een bommetje en het hele aquarium loopt leeg (grapje). We parkeren “Moggy” voor een restaurant waar we ook gaan eten, dat we daar blijven staan tot de volgende ochtend is geen probleem.

Als we aan het eten zijn zien we dat er vier personen willen eten, maar er is geen tafel meer vrij. Achter onze tafel is nog ruimte, we bieden aan om ons eigen tafeltje en stoelen uit “Moggy” daar neer te zetten. Dit vinden ze helemaal tof. Daar zitten we dan heerlijk te eten in het restaurant aan onze eigen eethoek. Dit alles levert uiteraard een gratis biertje op van de eigenaresse. Dankzij ons had ze toch maar weer 4 extra klanten.

De volgende ochtend gaan we naar de Custom en de Immigration om voor ons zelf een maand en voor “Moggy” nog twee maanden visumtijd erbij te krijgen. Dit verloopt allemaal uitstekend. Kost alleen weer veel tijd. Als Kees de auto aan de man van de Custom moet laten zien, gaat deze man geheimzinnig achter “Moggy” staan en fluistert: Als je mij 2.000 Baht geeft kan ik die 3 maanden voor de auto wel regelen. Hallo, echt niet. Kees geeft als antwoord. I don’t think so, bij de douane hebben ze ons vertelt dat dit gratis is. De man wordt zenuwachtig en als dan ook nog zijn baas aan komt lopen, krijgt hij zweetdruppeltjes op zijn bovenlip en vraagt ineens duizend uit over de reis. Ja, ja, proberen kan altijd, niet waar. 

In de tijd dat we op de nodige stempels en handtekeningen moeten wachten, dat zal een uurtje of vier in beslag nemen, gaan we de stad in, op zoek naar een bedrijf die onze diepvriezer kan maken. Deze koelt niet meer genoeg. Als we een willekeurige man vragen of hij zo’n soort bedrijf weet, stapt hij in zijn auto, vraagt ons hem te volgen en voila, hij brengt ons regelrecht naar een reparatie werkplaats voor dit soort apparatuur. We kunnen op de parkeerplaats staan. We bedanken de man hartelijk en hij rijdt weer aan. Voor wie zijn diepvries stuk heeft, de coördinaten zijn N 07.52.47.2 – E 098.22.58.4 Kees bouwt de diepvries gedeeltelijk uit. De monteurs kijken of ze ons kunnen helpen. Het euvel is zo verholpen. Een dun nippeltje was niet meer goed afgesloten, daardoor zat er bijna geen koelvloeistof meer in het systeem. Tijdens het proefdraaien,  Pekingeend met rijst gegeten, heerlijk. Nu nog een Bookshop opzoeken voor goede landkaarten en evt. boeken van en over Cambodja–Laos en eventueel Vietnam. Goed, de kaarten zijn gevonden, de boeken niet. Dat kom nog wel, misschien in Bangkok. We gaan voor een slaapplaats terug naar ons restaurantje aan de kade. Nemen een duik in de zee, drinken een lekker pilsje en gaan slapen.

Woensdag 14 maart

Als je zegt Phuket, denk je natuurlijk aan de Tsunami van december 2004. Hier in Phuket is daar niet meer veel van te zien. Waar we nu heen gaan is de Tsunami het heftigst geweest. We komen op een stand bij Khao Lak terecht. Alles, is hier praktisch nieuwbouw. We mogen op een plaats staan maar niet direkt aan het strand. Jammer, er is bijna niets te doen, de bungalowtjes staan bijna leeg. We eten goed in het restaurant wat hier bij hoort en ontmoeten hier Birgit en Eberhard uit Gaggenau (Duitsland). Ze wonen enkele kilometers van Rene Dusseldorp die daar een UNIMOG garage heeft “MEREX”. We hadden al een half jaar een ansichtkaart liggen die we nog moesten opsturen naar hem toe, die kunnen ze nu mooi meenemen. Zij zitten hier in een bungalowtje drinken samen wat biertjes en whisky met cola en babbelen er lustig oplos. Dat is lang geleden. Effe lekker Duits klappen.

 Donderdag 15 maart

 LANG ZAL HIJ LEVEN. Kees wordt vandaag 57 jaar. Dat moeten we natuurlijk beginnen met  een lekker ontbijt. Dit wordt een computer verjaardag. We kunnen hier voor een paar Baht de hele dag internetten, hetgeen we ook bijna de hele dag doen. Kees zoekt van alles uit via internet, ik werk het verslag bij. Tegen de avond eten we met Birgit en Eberhard een lekkere mix van Thais eten. Voor zijn verjaardag heeft Kees van Birgit en Eberhard wat lekkere geurtjes–pennen–een mini vrachtauto en gedroogde bananen uit Birma, lief hé. De geurtjes pik ik in. Dan komt Birgit met een lange broek aanzetten. Hier Els, ik denk dat deze broek jou past, ik draag hem toch niet. Prima, komt goed uit, ik weeg nog maar 65 kilo, dit wordt mijn “Birgit-broek” waarvoor dank.

 Vrijdag 16 maart 

Er wordt weer volop gecomputerd. Plotseling een SMS-je. Ene Noor en Jan-Otto die we niet persoonlijk kennen, maar ook deze kant op rijden en ons al eerder een SMS-je gestuurd hadden, zijn in de buurt. Leuk om elkaar te treffen? Natuurlijk, Kees geeft meteen de coördinaten door N 08.43.37.5 – E 098.13.32.6. Het klikt geweldig met deze twee lieve mensen. De volgende dag besluiten we niet op deze plek te blijven. Misschien komt het door de Tsunami, maar het personeel kijkt erg treurig en er kan nauwelijks een lachje af. Natuurlijk wel te begrijpen als je hoort dat deze familie drie dochters verloren heeft. We gaan een baai verder en vinden een prachtig plekje. Heerlijk rustig. We eten een kleinigheidje in het restaurantje tegenover en vragen of het geen probleem is als we hier blijven overnachten. Nee hoor, als we dan bij de vissers ook nog inktvis gaan kopen om deze ’s avonds klaar te maken is het toch vreemd, dat ze hier een en al lach en vriendelijkheid zijn, terwijl de Tsunami ook hier flink heeft huisgehouden. We zien dikke bomen, die afgeknapt zijn op 10 meter hoogte. Kun je nagaan, wat voor een geweld dat geweest is. De Palmbomen hebben het op een paar na overleefd, de naaldbomen zijn bijna allemaal geknapt of beschadigd. Tussen de bomen zie je heel veel gedenkplaatsen van de omgekomen personen. Dat zijn er heel veel. Daar wordt je wel even stil van.

Als we de inktvis schoonmaken, heb ik een grote mond. Dat doe ik wel, ja de inkt zit achter de kop, ruim afsnijden dan heb je daar geen last van. We hebben alles schoon gekregen, maar het was wel een  (blauw) zooitje. Eenmaal kleingesneden en in een krokant deeglaagje gebakken, wel heerlijk. We hebben ons met nog gemengde groenten in curry-saus  met witte rijst om het af te blussen, ons helemaal het schompes aan inktvis gegeten. We besluiten met z’n vieren gezellig nog een dag te blijven. Ja, met deze Amsterdammers was het gezellig kleppen. Noor is net zo’n rossig type dan ik, is ook boogschutter en we zeggen soms tegelijkertijd precies dezelfde dingen zodat we er soms zelf om moeten lachen. Helaas hebben zij niet zo veel tijd als wij. Zij hebben een jaar en moeten dan weer werken. Ze zijn dan ook een stuk jonger.  Noor en Jan-Otto bedankt voor deze twee gezellige dagen en wie weet zien we elkaar nog in Cambodja. We houden elkaar via E-mail in de picture.

 Maandag 19 maart

Na het ontbijt met Noor en Jan-Otto gaan we ieder weer onze weg. Wij plannen vandaag in een National Natuurpark Khao Sok, bij een Stuwmeer te komen. Hiervoor moeten we de nodige kilometers. Het is even zoeken maar na even vragen moeten we toch echt bij Ta Khun een weg in. Het staat niet echt duidelijk aangegeven. Maar daar staan we dan, een kei-modern Park, (Coördinaten: N 08.57.47.4 – E 098.47.13.9) strakke wegen, prachtig aangelegde tuinen met prachtige bloeiende bloemen, hoofdzakelijk alle kleuren bouganville, prachtig maar heel anders dan we tot nu toe in de National Parken aangetroffen hebben. Dan begint het te regenen, wat zeg ik, te hoozen. We gaan snel het restaurant in, bestellen eten en maken geen goede keuze. Een hoofd-gerecht ging, het andere was echt niet te eten, zo hot, hot en vrij veel trassi erin verwerkt, nee niet onze smaak. Gelukkig hebben we het weg kunnen spoelen met een heerlijk koud biertje. Nu het punt, waar kunnen we staan. Beneden aan het water zien we een klein haventje. Ja, dat wordt de plek. Rustig, lekker veel wind.

 Dinsdagochtend 20 maart

Ik wil koffie zetten, gas op, welke we gevuld hebben in Nepal (Lumbini). We mogen niet mopperen. Nu heb ik zelf wel niet veel gekookt, maar wel elke dag koffie zetten. Geen probleem we hebben nog een halve fles Holland-gas. Ik moet wel zeggen, het gas uit Nepal stinkt meer, brand onrustig en is niet zo heet. Als we het park weer uit rijden gaan we even langs de Ratcha Prapah Dam met een mooi Vieuw Point.

Eenmaal het park uit zien we gigantisch veel tempels, de een nog mooier en groter dan de andere. We kunnen echt niet bij al deze tempels stoppen en opnamen maken, dat zou te gek worden. We bekijken ze in het voorbij rijden en slaan ze in onze eigen hard-disc in ons hoofd op. Onze bedoeling is om verderop op het Sai Ri Beach te staan. Helaas dat kan niet, we moeten een andere stek zoeken. Onderweg zien we heel veel stalletjes waar men alleen bananen verwerkt gedroogd–gezoet-koekjes-snoepjes en niet te vergeten de bananen-chips.

Als we in een dorpje iets willen eten, laten we deze keer de maaltijd aan ons voorbij gaan. Dit is te gek. Dat we als toeristen meer moeten betalen, niets mis mee, maar dit was echt belachelijk. Bijvoorbeeld, een soep kost gemiddeld 30 Baht. Voor ons 100 Baht. Een kippensaté 10 Baht, oh nee, jullie zijn toerist, 20 Baht. Doeiii. Even verderop hebben we wel heerlijk gegeten tegen normale prijzen. Als we wat verder zoeken komen we op Thung Wua Laen Beach. Een klein plaatsje, waar het zeer goed voelt, iets om te wonen?? Er zijn hier diverse buitenlanders die hier een huisje hebben. De vraag waarom hier te wonen. Ja, hier zijn (nog) niet te veel buitenlanders, maar hoe lang duurt dat nog ?? We spreken met een Engelse man die met een Thaise getrouwd is en twee kinderen heeft. Een aardig huisje, leeft als God in Frankrijk en zeer goed betaalbaar. Hoort zich niet slecht aan. Als we willen gaan eten komt de regen weer met bakken uit de hemel. Dit duurt van vijf tot zeven. We wachten de bui af, douchen ons daarna in “Moggy”, drinken wat en gaan daarna eten. Het was weer verrukkelijk.

 We rijden steeds hoger de oostkust af en komen in So Noi Beach even boven Prachuap Khiri Kwan aan. (Coördinaten: N 11.50.10.4 – E 099.48.43.7) De plaats is niet slecht maar wel een mooie combinatie met zee–stand  en de vissersboten.

Woensdag 21 maart

Het volgende National Park komt er aan Khao Sam Roi Yot Marine. Als we daar binnen rijden wacht ons een verassing. Mogen we even vangen, 400 Baht per persoon. De Thai betaald 40 Baht. Weer hetzelfde verhaal, dit is toch echt van de zotte. We krijgen het voor elkaar de prijs met 100 Baht omlaag te krijgen. Als we niet door het park gaan, moeten we een heel stuk terug en omrijden richting Bangkok. We betalen, schrijven ons in en mogen doorrijden. Eenmaal in het park zijn er wel een paar mooie dingen te zien, helaas kunnen wij met “Moggy” niet overal door en moeten een paar Caves laten voor wat ze zijn. Wel prachtige tempels. In het park komen we op het Sam Praya Beach. (Coördinaten N 12.09.07.9 – E 099.58.57.9). Er staat een tentje en wij, rustig dus. We eten er heerlijke garnalen en inktvis, dat het lekker was hoef ik natuurlijk niet te vertellen.

Garnalen, hier in het park is het één grote garnalen-kwekerij. Lekker ruiken doet het niet, een zompige zoete brakke lucht, maar de garnalen smaken voortreffelijk. Als we het park de volgende dag uit rijden, zien we een grote vrachtwagen staan met grote bakken ijs en veel mannen en vrouwen die klaar staan aan grote overdekte tafels, om de garnalen te sorteren voor de verkoop. In een van de grote, laat ik maar zeggen bekken, wordt het water uitgepompt, met grote netten worden de garnalen langzaam een kant op gewerkt en dan kan het uitscheppen met manden beginnen. Duizenden garnalen willen vluchten, helaas vluchten kan niet meer, jullie zijn voor de consumptie. De mannen staan gekleed en met dikke bivakmutsen op in het water. Wij staan te kijken in de brandende zon 35 graden. Als wij zien hoe de Thai gekleed gaat in deze hitte, snappen wij er niets van. Zijn wij blij dat het een keer regent en de temperatuur terugloopt tot 23 graden, doen zij dikke jassen en mutsen op en staan nog te bibberen van de kou. Ze moeten anders bloed hebben.

We komen we steeds dichter richting Bangkok.

Eerder in het verslag hebben we een dame vernoemt die ons waarschuwde niet met “Moggy” Bangkok in te gaan en ons bij haar Resort Fisherman’s Village, 180 km onder Bangkok uitnodigde. We kunnen haar telefonisch helaas niet bereiken en een internetcafé zijn we niet meer tegen gekomen of was – not connected -. We weten dat ze in de buurt van Chao Samran woont iets eronder en ze heeft op de landkaart geschreven Fisherman’s Village. We rijden er op goed geluk heen en vragen daar naar haar.

Er zijn een paar mensen die op de naam Mrs. Malawan Patamapong reageren en ook de naam Fisherman’s Village. Bij het rondrijden zien we een groot hotel Tessaban Soi, met daarnaast een steeg naar een kade aan het strand. Geen slecht plekkie. (Coördinaten N 12.09.07.9 – E 099.58.57.9).

Wel erg dicht aan het water, zodat we beiden slecht slapen van de herrie van de branding. We eten hier lekker onze sushi’s en een vissalade op die we eerder in een grote airco-supermarket gekocht hebben. Onderweg hierheen hebben we geluk, we zien een Mercedes Benz garage en ja, ze kunnen een oliefilter voor “Moggy”bestellen, hij ligt zaterdag klaar. Goed zo, hoeven we niet in het drukke Bangkok op zoek. Nadeel het is vandaag donderdag, dan moeten we zaterdag 50 km terug. Toch kiezen we hiervoor, we kunnen hem maar beter hebben.

 Vrijdag ochtend 23 maart

Vroeg wakker, we branden nu al weg op de kade aan het water. Nee, hier kunnen we overdag in ieder geval niet blijven staan. Om 08.00 uur zijn we al in het stadje en proberen Mrs. Malawan (zoals ze zich noemt) op te sporen. De telefooncellen werken niet, Internet weer – not connected -. We stappen een telefoonwinkel binnen en vragen of ze zo vriendelijk willen zijn, tegen betaling het telefoonnummer van de dame op het kaartje te bellen. Ze kijkt ons heel verbaasd aan en zegt, Mrs. Malawan van Fisherman’s Village. Ja, die kent ze.

Ze belt en zegt ons vijf minuten te wachten. Mevrouw is vandaag al in haar weekend-huis en komt ons halen. Daar komt ze, geeft ons een hand stapt weer in haar auto en rijdt ons voor naar haar Resort Fisherman’s Village. Eenmaal daar stapt ze uit en zegt dat dit geen leuke plaats is voor ons en of wij mee willen gaan naar haar weekend huis. Daar kunnen we in de tuin staan en het is ook aan de zee. Tja, daar hoeven we niet lang over na te denken. We stappen opnieuw in en rijden achter haar aan richting weekendhuis.

Daar aangekomen knijp ik Kees in zijn arm en onze mond valt open. DROMEN WIJ. Een kast van een huis met alles er op en eraan. We kijken elkaar aan en zeggen, wat is dit??? Zullen de bandjes (zie eerder in verslag) ons weer geluk brengen. We plaatsen “Moggy” in een prachtige tuin en kijken onze ogen uit.

Een helicopter-landingsplaats, 2 yet-skys een aantal auto’s noem het maar op, jeetje we hoeven niet in de zee te zwemmen ze hebben ook een zwembad. Aan personeel geen gebrek, we maken kennis met de tuinman, de huishoudster, de butler we kunnen het allemaal niet meer volgen. We mogen als we willen in het gastenhuis slapen met airco, douche, toilet, tv. In de “Moggy” is het  ‘s nachts toch warmer. Het kan niet op. Onder de propellers van de koele waranda kunnen we heerlijk ons verslag bijwerken. Ja er is hier ook Wireless Internet, dus ga je gang. Dit is niet te geloven. 

Water met ijs wordt door de huishoudster iedere keer gebracht. We hebben inmiddels kennis gemaakt met haar man Nadtha en samen gegeten. We mogen de tijd die we nodig hebben om alles te regelen in Bangkok, hier blijven. Zij zijn door de week in Bangkok en alleen vrijdag en zaterdag hier, zondagmorgen vertrekken zij weer richting Bangkok naar hun huis daar. So, be our gast. Als je iets nodig hebt, vraag het de butler. Morgen praten we verder hoe we het verder regelen met het ophalen van het oliefilter dat we 35 km terug bij een Mecedes garage hadden besteld en zaterdag zouden kunnen ophalen en hoe we naar Bangkok gaan. Wordt dat zondag met  de auto mee, als zij terug gaan naar Bangkok, of nemen we de bus. Slik, waar zijn wij in beland. Bij Malawan en Nadtha.

Hij is architect, zij interieur-designer samen hebben ze een groot bureau in Bangkok. Als we verder babbelen en we wat over ons vertellen, vraagt ze wat we in de toekomst in Thailand willen doen. Kees zegt dat hij niet de hele dag op een stoel wil zitten, maar iets te doen wil hebben, misschien een huis opknappen of zo, hij laat vallen dat hij gouden handjes heeft en veel kan? Als we dan gesetteld zijn willen we graag weer een hond het liefst twee, wat kippetjes en een hangbuikzwijntje. Misschien proberen een we klein groentetuintje. Ja het is maar om bezig te zijn, niet waar?   

HET ROER OM …………. OF VILLA  ” FELDERHOF “.

Zaterdag 24 maart

Kees gaat  op de fiets het Oliefilter ophalen. Best een hele ruk 35 km. heen en natuurlijk ook terug. Ik blijf lekker aan het zwembad mijn boek uitlezen. De komende week gaan we hier relaxen en alle voorbereidingen maken voor ons bezoek aan diverse instanties in Bangkok, i.v.m. het eventueel blijven wonen in Thailand met een pensioen-visum, er valt heel wat uit te zoeken en dat kost tijd. 

25 tot 31 maart

Heerlijk relaxen, alhoewel, “Moggy” wordt van binnen goed schoongemaakt. De verslagen en foto’s worden bijgewerkt. Overdag een paar keer het zwembad in om af te koelen, elke dag zo rond 17.00 uur op de fietsen naar het stadje om te eten en een pilsje aan het strand te drinken. We kunnen met moeite aan de huishoudster uitleggen, dat we echt niet hier eten, maar naar het strand gaan).

Zondag 1 april

We stappen om 10.00 uur bij Malawan en Nadtha in de auto richting Bangkok. Twee uurtjes later rijden we Bangkok binnen.We namen aan dat ze ons naar ons Hotel Malysia zouden brengen en dachten dat ze fout reden. De straatjes werden steeds smaller en ik zei. Sorrie, ik denk dat u fout rijdt, ons Hotel ligt niet hier en is het wel veilig om hier te rijden? Het is zo smal en binnenin. Ja, hier is het  zeker veilig. Kijk, we zijn bijna bij ons huis en dan gaat er een grote poort open. Hoe is het mogelijk, zo’n groot huis midden in de stad, helemaal verborgen achter bomen en verdere begroeiing. Er staat zelfs nog een tweede huis waar het personeel woont. Kan het nog gekker? Men hoort niets van het verkeer. Na nog een hapje eten en drinken nemen we afscheid van deze twee zeer gastvrije mensen. Als dank willen wij ze graag iets geven, maar wat geef je aan mensen die zo rijk zijn en “alles” hebben. We denken eerst aan bloemen of een mooie plant maar bedenken dan dat ze vrijwel nooit thuis zijn maar op hun kantoor. We hebben besloten ze een mooie bewerkte bal van steen te geven, die we in India gekocht hebben, waar je zowel een kaars als wierook in kunt branden. Deze heb ik mooi versierd met origami. Dan is het echt tijd om te gaan. Hun chauffeur brengt ons naar het hotel.

Daar stappen we dan als twee back packers Hotel Malysia binnen. Een net Hotel centraal gelegen in de stad, met airco, de kamer alles erop en eraan en men mag vrij gebruik maken van het zwembad met handdoek van het hotel. Dit had ik niet verwacht. Midden in een grote stad als Bangkok tussen de gebouwen een buitenzwembad. We blijven ons verbazen. In de Lonely Planet staat dit hotel beschreven als zijnde een hotel waar veel homo’s komen, dat klopt, Kees had veel sjans. Waarom dit hotel gekozen? Heel eenvoudig, het was een van de goedkoopste en het meest centraal gelegen om het een en ander te regelen en te bezichtigen. 

’s Avonds gaan we lopend naar de Night Bazaar. Inderdaad een grote bazaar met honderden  winkeltjes. Eerst iets eten. We hebben pech, we pakken niet alleen een plaats waar het stinkt (open riool) we zitten onder een grote boom, waar steeds mieren uit vallen en het eten wat we bestellen is niet echt lekker. Helaas. We hadden gehoopt hier wat nieuwe kleren te kopen. We lopen hier weer tegen het zelfde probleem aan. Wij zijn gewoon te groot. De Thaise XXL is hier nog veel te klein. We lopen wat rond, kopen niets en gaan dan terug naar het hotel waar een frisse douche en bed op ons wacht.  

Wat is het heerlijk om met airco te slapen, dan na het ontbijt gaan we naar buiten. Bam, 30 graden in de ochtend, dat is weer een nadeel van airco, je krijgt steeds een klap. Overdag loopt de temperatuur tot 38 graden op. We lopen eerst naar Immigration. Dit kan beter lopend 20 min. dan met een taxi. Op de weg is een file van auto’s. 

Als we dan onderweg zijn, struikel ik over een tegel en klap vrij hard met mijn rechterschouder tegen Kees aan. Tranen van de pijn schieten in mijn ogen. Niet goed zou je zeggen. In dit geval wel. Ik heb al vier maanden veel pijn in mijn schouder. Ik zelf denk een verklemming. Na de klap voel ik een andere doffe pijn, niet meer zo scherp, die hopelijk ook weg gaat. Zo zie je maar waar een losse stoeptegel goed voor kan zijn. Eenmaal bij Immigration worden we zoals gewoonlijk, weer van hot naar haar gestuurd. Uiteindelijk komen we toch bij de juiste persoon, met onze vragen. Het ziet er naar uit, dat er voor ons toch een mogelijkheid in zit om een Pensioen-visum te krijgen. We weten weer wat meer over de regeltjes en wetjes van Thailand. Voorlopig blijven we nog reizen, eerst Cambodja, Laos en Vietnam bezoeken. 

We komen weer buiten en pakken een taxi naar de Costum. We hebben bij de grens van Maleisië/Thailand voor de auto een formulier gekregen, dat niet helemaal klopt. Natuurlijk stom van ons om niet aan de grens goed te controleren. Dit doen we normaliter wel. Er staat in de autopapieren een grote rode stempel met een datum erop wanneer de auto Thailand uitgaat dit via Maleisië moet, dat zou betekenen dat we 1.000 km terug moeten rijden, bovendien willen we helemaal niet Maleisië terug in.

Als we eenmaal binnen zijn worden we zeer goed geholpen. Het blijkt goed te zijn dat we de correcties op het formulier willen hebben. In eerste instantie zeggen ze dat het ok is, maar na navraag moet het echt wel veranderd worden. Niet alleen kost het de medewerkers van de Costum veel werk, maar ook veel tijd. Om 11.00 uur zijn we binnen, om 16.00 uur lopen we naar buiten. In de middag-pauze gaan we een hapje eten, een beetje kantine-achtig maar wel lekker en zeer goedkoop, voor ons tweetjes 0,80 €.

Eenmaal terug bij de Costum is heel wat heen en weer gebeld, gescand (dit lukt niet) dan gefaxed. Uiteindelijk krijgen we een officiële brief mee, met alle namen en telefoonnummers van de personen die met deze zaak te maken hebben gehad, waarin vermeld het hoe, wat waar. Op het einde heeft telefonisch iemand van de Thaise Costum aan de grens van Maleisië zijn verontschuldigingen aangeboden. Dit had niet mogen gebeuren. Ok, Laten we hopen dat deze brief inderdaad voldoende is als we aan de grens van Cambodja komen en dat de gecorrigeerde gegevens in de computer staan. Men heeft ons verzekerd van wel!!!!! Cross our fingers.We hebben in ieder geval alles zwart op wit, met heel veel stempels en daar houden ze hier van. 

We willen alle vragen vandaag beantwoord hebben, om daarna Bangkok te bekijken. We houden weer een taxi aan (kost hier bijna niets) en gaan naar de Nederlandse Ambassade. Nummertje trekken en op je beurt wachten.

Als we daar netjes in de rij staan, komt er een jong Hollands stelletje achter ons staan. Timmy Kooy en Bianca Hengeveld uit Doetichem Nederland.

Ook problemen? Vragen ze. Nee, gelukkig niet, we komen alleen voor informatie. Hoezo hebben jullie problemen? Nou, dat kun je wel stellen. In hun hotel (omgeving Phuket) is hun kluisje op hun hotelkamer opengebroken, alles weg,  vliegtickets, credit-cards – al hun geld, paspoort hadden ze gelukkig bij zich Natuurlijk meteen aangiften gedaan bij de politie. Eindresultaat, geen hulp van de politie – geen hulp van het hotel De Ambassade is niet om problemen op te lossen, maar om te bemiddelen ?? staat hier aangegeven..

Op onze vraag waarom niet meteen naar de Nederlandse Ambassade gegaan, was hun antwoord; dat hadden ze inderdaad moeten doen, maar ze hadden geen geld om van Phuket naar Bangkok te reizen, waar de Ned. Ambassade is. Ze hebben in Phuket gelukkig een hotel gevonden waar ze voor niets konden verblijven en eten hebben gekregen. Ze hebben niets ondernomen en hebben afgewacht, wat de politie zou doen. De papieren van aangiften zijn gewoon op bureau blijven liggen. Resultaat, niets opgelost, niemand heeft iets ondernomen, ze hadden inderdaad meteen naar de Ambassade moeten gaan. Na een maand moeten ze het hotel uit, wat ook begrijpelijk is. Gelukkig ontmoeten ze iemand die hun het geld voor de bus van Phuket naar Bangkok geeft. Eenmaal in Bangkok, is het weekend, Ambassade dicht. Ze slapen nu al vier dagen in een park en vragen in een hotel of ze a.u.b. mogen douchen en hun koffers daar neer  mogen zetten. Dit houdt natuurlijk geen mens vol. Nu staan ze uiteindelijk in de Nederlandse Ambassade, hopelijk krijgen ze toch hulp en kunnen ze naar Nederland terug.

Het zal niet gemakkelijk zijn, hun visum is inmiddels verlopen, geld voor vliegtickets hebben ze niet, om de een of andere reden is hun bankrekening in Nederland geblokkeerd, ja, dat zijn heel wat problemen. We willen ze helpen en geven ze geld, zodat ze even weer wat adem kunnen halen, op zijn minst voor een tijd een hotel kunnen nemen, tot alles opgelost is. Moet je nooit doen, zal men zeggen, maar wij hebben de wanhoop in hun ogen gezien. Daarbij kwam bij mij het gevoel naar boven, stel dat het mijn dochter was geweest, dan zou ik degene die haar zou helpen, eeuwig dankbaar zijn. Ze beloven, als ze in Nederland terug zijn, dat ze het geld terug zullen storten. Wij hebben het volste vertrouwen in deze Achterhoekse jongelui en hopen dat alles vlug in orde kom, zodat we snel een e-mail van ze ontvangen dat alles goed is verlopen.

Tenslotte geven we ze de naam van ons hotel Malysia in Bangkok op. Dat is een van de goedkoopste en dicht bij de Ambassade. Dan komt ons nummertje op het scherm en kunnen we naar binnen. We krijgen hier een bevestiging van alle informatie die we zelf al opgezocht hebben, achteraf was dit bezoek aan de Nederlandse Ambassade niet echt nodig geweest, maar het is altijd fijn een bevestiging te hebben van een officiële instantie. Of hadden we toch hier moeten zijn voor Bianca en Timmy? Als we bij terugkomst in het hotel vragen of er een jong stelletje uit Holland zich ingeboekt hebben, horen we dat ze inderdaad zijn geweest maar het hotel is volgeboekt. Wordt vervolgt: ………..

Als we dan naar de Ambassade van Cambodja willen, wacht ons een verrassing. De Ambassade is een week geleden verhuisd. Waarheen ???????????? Als we verder informeren, blijkt dat we aan de andere kant van de stad moeten zijn. We kopen een kaartje voor de metro en hup daar gaan we weer. Als we in de metro in gesprek komen met een Duitser, blijkt dat hij veel van Cambodja afweet en zelf regelmatig de grens overgang bij Trat overgaat die wij ook willen oversteken. Hij weet ons te vertellen, dat een visum aan de grens geen probleem is en zelfs meteen te regelen, terwijl als je hier in Bangkok een visum aanvraagt je twee dagen moet wachten. Het enige verschil is, dat ze aan de grens zich niet aan een vast bedrag houden maar meer geld willen zien. Daar moet dan over onderhandeld worden. Dit hebben we reeds op internet gelezen. Ja, moeten we dan nog wel naar de Ambassade? Nee, we stappen uit en gaan richting Night Bazaar, we moeten tenslotte toch weer eten, genieten hiervan en lopen terug naar ons hotel, we zijn bekaf.

Dinsdag 3 april

Rondtoer door Bangkok, we gaan diverse bezienswaardigheden af, een gedeelte varen we met een boot, dan een taxi of een tuk-tuk, is de afstand wat verder nemen we de trein of de metro. We kijken onze ogen weer uit, prachtig. Hoe anders weer dan in de andere landen.

Als we uit een van de tempels gaan, hebben ze daar net de trappen schoongemaakt met water. Kees glijdt uit en maakt een flinke smak. Omdat hij de video en fotocamera wil beschermen, komt hij ongelukkig op zijn hand terecht.  Gelukkig loopt het goed af en is alles in orde. Wat ons opvalt, is dat het hier zo schoon is, we zien bijna geen muggen en vliegen ondanks de open riolen (hetgeen wel een speciale zoete geur geeft), praktisch geen afval op de straat. Voor zo’n gigantische grote stad als Bangkok. Wel is het ontzettend druk, maar wel georganiseerd. Het verkeer rijdt vrij rustig, vaak op 5-baans wegen. Dat zijn we in de vorige landen wel anders gewend.

Bangkok is echt een Bussiness-stad. Tig hoge, zeer hoge gebouwen. Op straat kom je overal lang de weg wel eettentjes tegen, waar je voor een paar Baht iets kunt eten of drinken. Het ziet er allemaal zeer schoon uit, het enige wat jammer is, dat sommige straten open riool hebben. Als laatste rijden we die middag met een tuk-tuk drie Tempels af. De chauffeur wacht dan steeds op ons als wij de foto’s maken.

Als we bij de laatste tempel zijn van de zwarte Boeddha, komen we naar buiten en willen afgezet worden in China-Town.Tot onze verbazing, is onze tuk-tuk nergens te bekennen. Het is hier parkeer-verbod en we nemen aan dat hij in een zijstraat staat of een rondje rijdt. We wachten een kwartier en vermoeden dat de chauffeur om wat voor reden ook, niet meer komt opdagen, vreemd, want we hebben hem nog niet betaald. Wel zijn we langs drie winkels gegaan, waar we niets gekocht hebben (zijden – gouden sieraden en tapijten) wellicht is de commissie voor hem genoeg en houdt hij het voor gezien. Met een andere tuk-tuk rijden we naar China-Town. Daar hebben we het snel bekeken, winkeltjes, winkeltjes en nog eens winkeltjes. We vinden het genoeg en gaan terug naar het hotel.

We kunnen niet alles in Bangkok bekijken, maar we komen beslist een andere keer terug, er is nog zoveel meer te zien. Helaas hebben we geen tijd meer in Bangkok, we moeten terug naar “Moggy”. We moeten donderdagmiddag weg van onze fantastische plaats. Er komen andere gasten. 

Indien je een tuk-tuk neemt, moet je zeer duidelijk aangeven waar je heen wilt. De chauffeur zal altijd via zijn vrienden met een winkel rijden, je daar afzetten in de hoop dat je wat koopt. Hij krijgt voor elke klant die hij brengt commissie, of ze nu iets kopen of niet. Dat hadden we snel door. Kees loste dat op om tegen de eigenaar van een winkel te zeggen. Geef hem nu maar vlug zijn commissie dan kunnen we verder. Dit leverde een dodelijke blik op, maar de chauffeur wist dat hij dit geintje met ons niet moest uithalen en reed braaf naar de door ons aangewezen bestemmingen. Ook is het verstandig in je hotel na te vragen hoeveel een tuk-tuk voor een bepaalde afstand gemiddeld kost. Je bent en blijft een Farang, weet je nog India ? Kast ATM (hoog in aanzien, dus betalen).

Woensdag 4 april

Na het ontbijt gaan we terug naar Chao Samran (onder Phetchaburi) waar “Moggy” staat. We nemen niet de trein omdat we dan eerst en heel eind met een taxi naar het noorden moeten rijden waar het station is. De treinreis duurt ongeveer 4 uur. Met de bus gaat het sneller, denken we!!! 

Met een taxi gaan van het hotel naar het busstation. Prima. Daar stappen we op de bus naar Phetchaburi. Daar aangekomen eten we een hapje. Alles gaat goed, zou je denken. Dan begint de ellende. Het is ongeveer 20 km naar Chao Samran en denken dit met een taxi te doen. Raar, geen taxi’s die naar Chao Samran willen rijden. Vreemd, dan besluiten we  met de local-bus te gaan. Dat hebben we geweten. Ten eerste zijn de local-bussen niet op Europese maten gebouwd. Helemaal opgevouwen met de knieën zowat in de nek, rugzakken onder de benen en ik met twee  ge-BBQ-de warme kippetjes op de schoot, vertrekken we. We kijken elkaar aan, ach het is maar 20 km. maar wat kunnen die lang duren als je zo ongelukkig zit en de bus, op weet ik hoeveel plaatsen nog stopt om mensen op te halen en op elke plaats ook nog de nodige tijd blijft staan. Eindelijk zijn we de stad en rijdt de bus de grote weg op. Gelukkig nu gaat het wat sneller. Hé, de bus rijdt nu wel erg snel door. Hij rijdt zelfs voorbij Chao Samran. We pakken snel de kaart erbij en wijzen aan de controleur dat we er in Chao Samran uitmoeten. Nee, deze bus gaat naar Cha-am nog 25 km. verder. Wel, potverdorie, we hebben toch duidelijk bij het instappen op de kaart laten zien waar we heen moesten. Jullie laten ons doodleuk te ver meerijden. Hij doet of hij niets begrijpt en loopt weg.  

Bij de eerstvolgende halte stappen we uit en daar staan we dan. Geen bussen, geen taxi’s niets, om ons terug te rijden naar Chao Samran. Wel staan er een paar jongens die ons wel op de brommer naar de plaats van bestemming willen brengen. Even twijfelen we maar we wagen onze levens toch maar liever niet, achter op een brommer met een zware  rugzak en twee gebraden kippetjes die we al vanaf Phetchaburi meesjouwen. Nee! Een van de jongen heeft een idee en belt een vriend die ons wel tegen betaling weg wil brengen. Ok, laat die vriend maar komen. Als we vragen, hoeveel Baht we moeten betalen, komen we er niet echt uit, maar we willen naar huis. Als we een klein stukje gereden hebben zien we dat hij moet tanken, de wijzer staat al ruim in het rood. Tanken dat kan, maar niet van onze centen. Hij vraagt doodleuk of wij zijn benzine willen betalen (voor een volle tank) en graag nog een bedrag voor het ons weg brengen. Hé, we zijn wel goed maar niet gek. Kees laat hem het geld zien wat we willen betalen voor de rit en zegt, je kunt dit geld krijgen anders stappen we uit en krijg je niets. De Thai kijkt alsof hij niets snapt. Hij heeft toch getankt, dat moeten wij toch betalen? Wij dachten van niet. We stappen uit en beginnen verder de weg af te lopen. Hij komt ons nog achterna, maar draait dan uiteindelijk om en rijdt weg. Jasses, daar sta je dan. Moe, hot, hot, hot, zware rugzak en niet de vergeten de twee kippetjes, ja, die kunnen er ook niets aan doen !!!!

We gaan liften, maar de auto’s stoppen niet. Dan komt en een pick-up aanrijden en ik doe mijn hoed af. Wie weet, helpt blond haar. Hij stopt, en vraagt waar we heen moeten. Stap maar in dan breng ik jullie. Hebben wij even mazzel! Waren het de blonde haren? We zullen het nooit weten. We hebben een gezellige babbel en hij verteld over zijn vrouw en kinderen en laat trots tijdens het rijden foto’s zien. Eindelijk zeven uur na ons vertrek uit Bangkok waren we op de plaats van bestemming. Van betalen wil de man niets weten. Jawel zegt Kees, dan doe het maar in de spaarpot van de kinderen. Ok, hij neemt het geld aan. Wat waren wij moe, hadden we toch maar de trein genomen.

 Eenmaal bij “Moggy” leggen we vlug de spullen op zijn plaats en duiken het zwembad in, hééérlijk. Dan gaan de kippetjes eraan.  Ach en achteraf valt alles wel mee.

De volgende dag kunnen we nog tot 16.00 uur bij het huis van Malawan en Nadtha blijven, we zwemmen nog een paar maal, vullen “Moggy” bij met water, nemen afscheid van het personeel (hoe klinkt dat) en gaan richting strand waar we vanavond willen overnachten. Als we aan het strand een pilsje nemen zien we daar Charlie. Een Scott waar we al eerder mee gesproken hebben een leraar hier aan de Universiteit. Hij nodigt ons uit om bij hem thuis te komen eten, als we tenminste niet allergies zijn voor katten, hij heeft er acht. “Moggy” kan wel bij hem voor de deur staan. Op zo’n uitnodiging zeg je natuurlijk geen nee. We hebben gezellig zitten babbelen en Charlie heeft heerlijk voor ons gekookt. Varkensvlees met jus, gebakken aardappelen, boontjes en worteltjes. Lekker weer ons gewoon Europees, heerlijk. Als het dan inmiddels 02.00 uur ’s nacht is, wordt het tijd om te slapen. Het is nog steeds 30 graden en in “Moggy” nog heter. Komt niets van in, zegt Charlie, jullie slapen lekker in mijn huis met airco. Wat zijn wij toch een stel geluksvogels, of niet dan? De volgenden ochtend staat er al weer een heerlijk ontbijt met croissants, thee, vers sinaasappelsap klaar, wat een verwennerij.

Donderdag 5 april

Rond 11.00 uur nemen we afscheid van Charlie en zijn acht katten en rijden richting Ratchaburi. Onderweg gaan we een groot warenhuis BIG C binnen, koelen daar weer lekker af, kopen er een Thai-telefoon met pri-pay. Lijkt ons toch wel beter en veiliger, als er iets gebeurt kun je tenminste meteen bellen. Onze eigen telefoon is te gebruiken, maar via Nederland en kost klauwen met geld. In BIG C weer wat gegeten, ja, dat moet elke dag toch gebeuren. Mensen, het eten hier in Thailand is zo lekker.

In Ratchaburi aangekomen willen we daar een mooie tempels gaan bekijken. We vinden een goede slaapplaats op de parkeerplaats van de kabelbaan die je naar de tempels brengt. Coördinaten N 13.06.29.4 – E 099.56.05.8 Dit gaan we morgen pas doen.

Als we hier staan, hebben we weer de nodige aanspraak. We maken kennis met Mathew en zijn vrouw. De familie van zijn vrouw woont in Rayong richting Cambodja. Hij geeft ons zijn telefoonnummer en als er problemen zijn, please call me. Als je in de buurt een slaapplaats zoek, neem contact op, dan kun je altijd bij de familie van mijn vrouw gaan staan. Niet over nadenken, zegt hij. Gewoon doen. Ok, geen probleem. We zullen er zeker aan denken. Dit is nu het leuke van het reizen, je weet nooit wat er op je weg komt. Ik moet zeggen, tot nu toe hebben we heel veel geluk.

Wie vandaag minder geluk heeft is Kees. Hij is wat frisdrank kopen, als hij hard aan komt lopen. Ik zie aan zijn gezicht dat er iets niet goed is. Gebeten door een hond. Vlug de EHBO spullen. Goed ontsmetten. Als ik de wond schoon gemaakt heb, zien we dat gelukkig alleen de opperhuid kapot is. We behandelen de wond, plakken er losjes een gaasje over, zodat we het in de gaten kunnen houden en het vuil eruit kan. Gaat het niet goed moeten we naar een ziekenhuis. Gelukkig blijkt het inderdaad oppervlakkig te zijn. Dit is al de tweede keer binnen een week dat Kees door een hond gebeten wordt. We zijn weliswaar ingeënt tegen rabiës, maar toch.

 Zaterdag 7 april

Heel vroeg gaan we de kabelbaan in om al het moois op de heuvel te bekijken. We hebben al veel tempels gezien, deze lagen in een mooi aangelegd park. Mooi, schoon en goed verzorgd. Het wordt langzamerhand weer heet, als we beneden aankomen eten we alleen soep en rijden naar een volgende Tempelgrot. De grot opzich is mooi, alles staat weer in het teken van Bhuda. Na dit bekeken te hebben gaan we richting Kanchanburi, waar de River Kwai Bridge ligt.

 We willen naar een bepaald Resort uit de Lonely Planet, maar we rijden te ver door. Plotseling staan we al aan de River Kwai Bridge. Shit, hier vinden we beslist geen goede slaapplaats, veel te veel toeristen. Dan draaien we een straatje in en zien het The River Kwai Resort liggen met een grote parkeerplaats. Zullen we???

Het blijkt weer een schot in de roos te zijn. Ja, we mogen hier met “Moggy” staan, ja het is heet en het kan elk moment gaan regenen. Binnen in “Moggy” is het nu 38 graden, we besluiten een kamer met airco te nemen. Als we vragen voor de goedkoopste kamer, komt de eigenaresse van het Resort erbij. Ze hoort dat wij helemaal uit Holland zijn komen rijden en dat we op het ogenblik ruim 24.000 km. gereden hebben. Ze vind het helemaal te gek, we krijgen een  gratis overnachting met ontbijt. Vlug de slaapspullen en schone kleren in de tas en naar de kamer voordat het echt hard begint te regenen. Eenmaal binnen barst de regen los. Jeetje, dat gaat hard. Heerlijk genietend op de kamer met airco bekijken we dit natuurgeweld. (coördinaten N 14.02.26.2 – E 099.30.27.2).

 Zondag 8 april

Wat hebben we heerlijk geslapen. Douchen, ontbijten en de omgeving verkennen, uiteraard heeft hier alles betrekking op de River Kwai Bridge. 

THE RIVER KWAI BRIDGE.

Wie kent niet de dramatische geschiedenis van “The Bridge over the River Kwai”?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd op 16 september 1941 begon men met de bouw van deze brug. De Japanners waren de bezetters en wilde binnen 16 maanden deze brug over de rivier Kwai hebben, zodat zij een trein-verbinding hadden tussen Myanmar en andere Aziatische landen naar het westen. Onmogelijk, zeiden de ontwerpers en bouwers van de brug, de bouw duurt zeker 4 tot 5 jaar. De Japanners accepteren dit niet en dwingen op onmenselijke wijze de oorlogs-gevangenen dag in dag uit, aan deze brug te werken. Zeker 16.000 gevangenen lieten hierbij het leven. De brug met een totale lengte van 415 km. is slechts 20 maanden in gebruik geweest voordat hij in 1945 door de geallieerde gebombardeerd is. Volgens de boeken zijn er in totaal 90.000 tot 100.000 slachtoffers te betreuren geweest bij de aanleg van de  BRUG VAN DE  DOOD”.

 Maandag 9 april

Het lopen over deze brug, heeft dat toch een speciaal gevoel. Als kind hebben we deze film gezien, we willen hem beslist nog een keer op DVD bekijken, wat ligt hier een geschiedenis. Als we het museum bezoeken, loop je daar uren rond en denkt aan de erbarmelijke tijd. Heel imposant, het museum is zeer mooi ingericht, er is gigantisch veel te zien.Uiteraard zijn er hier veel souvenir winkeltjes, restaurants en veel eettentjes. Het is weer smullen geblazen. Als Kees in het restaurant, welke aan de rivier de Kwai ligt, in het water op een plateau en naar de toilet gaat wordt hij na afloop heerlijk verwend met een warm handdoekje, waarmee men eerst zijn gezicht en daarna zijn handen verfrissen. Als we rondlopen zien we een man prachtige kunstwerken maken, van buffelhuid, waar hij zeer kleine gaatjes inslaat. Zodoende krijg je een soort van kantwerk. We kunnen het niet laten en kopen een Budha figuur en een mooie kleurrijke afbeelding van vlinders en bloemen.

Als we terug lopen naar The River Kwai Lodge is het weer tegen de 40 graden. Echt te heet om aan te rijden. We vragen of we, uiteraard wel tegen betaling nog een nacht kunnen blijven. Is geen probleem en het wordt weer een heerlijk koele nacht.

 Vervolg: Timmy en Bianca

Als we voor het slapen gaan, de E-mail nakijken, staat daar een bericht van Timmy en Bianca, het jonge stel dat bestolen was en  we in de Nederlandse Ambassade getroffen hadden. Ze zijn nu echt ten einde raad. NEE, de Nederlandse Ambassade helpt  niet, kan en mag alleen maar bemiddelen. Maar jullie familie in Nederland dan ?? Ja, de vader van Timmy kan geld over maken voor de vliegtickets, maar helaas niet genoeg. Wij zijn hun laatste hoop. Of we ze nog een maal kunnen helpen. Ze zitten nog steeds in Bangkok, wij inmiddels 100 km verder. We geven ze antwoord, via de E-mail, dat ze onmiddellijk kontakt met ons moeten nemen en geven ze ons Thaise tel. nr. die we toevallig deze middag aangeschaft hebben. Het is inmiddels laat en we gaan slapen.

 Dinsdag 10 april

Niets gehoord van Timmy en Bianca. Vreemd, totdat we bedenken dat het natuurlijk zo kan zijn, dat ze niet altijd op onze site kunnen. Gelukkig hebben ze hun hotel vernoemd en het kamernummer. Met behulp van de eigenaresse van The River Kwai Bridge Resort, weten we ze te bereiken. Na ons gesprek besluiten ze als de bliksem met de bus, hier naar Kanchanaburi te komen. Wij blijven hier dan een dag langer. Indien wij verder reizen is de hoop op hulp van onze kant vervlogen. Natuurlijk komen ze, het hotel waar ze nu zijn schrijft op, welke bussen ze moeten nemen, als het goed is komen ze tussen 14.00 en 15.00 uur aan.

De eigenaresse hoort het verhaal van deze twee jonge gasten aan en zegt. Die twee kunnen vandaag dan niet meer terug naar Bangkok, ik biedt ze gratis onderdak en eten aan. Alleen een verzoek aan jullie. Wij hebben jullie hotelkamer nodig, het gehele gebouw is voor morgen afgehuurd. Vinden jullie het erg om over te huizen naar een huisje hier op het Resort. We kijken elkaar aan. Dit is toch niet mogelijk. Als we de volgende dag afrekenen betalen we voor de dagen die we geweest zijn de laagste prijs, krijgen we inderdaad een nacht met ontbijt gratis. Tof, toch. Wij geven Timmy en Bianca het nog ontbrekende bedrag. Dan trekt Timmy de koelkast open en pakt een blikje bier. STOP zegt Kees. Timmy dit kun je niet maken. Je krijgt van Mw. hier een kamer, dinner en een ontbijt aangeboden, dan ga je niet haar koelkast nog eens plunderen. Je vult straks de koelkast weer aan en je koopt voor zelf een biertje. Sorrie Kees, je hebt gelijk, hoe kan ik zo lomp zijn. Hij vult de koelkast uiteraard weer aan.

Later op de middag, trekt Timmy zijn T-shirt uit en op zijn rug zien we een levensgrote vuist met opgeheven middelvinger getatoeerd. Zo dat is wel een heftige Tatoo, zeg ik. Ja, dat heeft een vriend van me erop getatoeerd, toen ik zo zat was als een toeter en half bewusteloos ??? Langzaam komt er een klein duiveltje op mijn schouder zitten. Het zal toch niet ???? Of toch ?? We nemen het zekere voor het onzekere en schrijven dan een brief (schuldbekentenis) dat ze ons inderdaad, indien ze in Nederland zijn de 500,00 Euro op onze rekening zullen storten. We ondertekenen alle vier en besluiten er toch op te vertrouwen dat ze dit doen. Bianca zweert dit met tranen in haar ogen en Timmy zweert op het leven van zijn dochtertje. ???? Oh, ik wist niet dat je een dochtertje had. Ja bij mijn ex. De twijfels slaan toch weer toe.

De volgende ochtend nemen ze afscheid en beloven nogmaals, Bianca onder dikke tranen, een knuffel en duizend maal dank, dat ze, zodra ze in de gelegenheid zijn, het geld terug zullen  storten en dat ze ons nooit zullen vergeten. Wordt vervolgt: …..

 Woensdag 11 april

Vandaag rijden we naar de Hindad Hot Spring. Daar kunnen we weer heerlijk badderen en genieten. Ik ga het hete water niet in, meer dan  42 graden is mij een beetje te heet. Kees probeert het eventjes maar komt er zo rood als een kreeft snel weer uit. Nee dan maar liever in het stromende frisse riviertje.

Donderdag en vrijdag  12 – 13 april

Het Sai Yok National Park. Bij het binnenrijden is het hier weer hetzelfde liedje locals 40 Baht wij 400  Baht per persoon. Dat zijn we ook kwijt voor een twee persoons hotelkamer met airco. Als we hier bij het buro over gaan praten is er echt geen andere mogelijkheid, we zullen in alle Natuurparken moeten betalen. Op zich niet zo’n probleem en zien het maar als donatie aan Thailand, je staat er veilig en meestal rustig.  Ook hier kunnen we heerlijk in het koele water. Lekker koud stromend water. Helaas hebben we er geen foto’s van gemaakt. Omdat mijn badpakken tot op de draad versleten zijn laat ik een T-shirt en een afgeknipte oude spijkerbroek aan, dat valt hier helemaal niet op. Badpakken zie je hier niet iedereen laat gewoon zijn kleren aan. Ach, wordt het zweet er meteen uitgewassen, want heet is het nog steeds.

We blijven hier twee nachten, bekijken het park, maken weer de nodige foto’s. Een leuke wandeling was over een hangbrug, in de verte zag je dan een waterval en huizen die hier op het water liggen en anderen die als varend restaurant gebruikt worden. Uiteraard wordt hier de inwendige mens ook weer verwend. Kees moet oppassen, hij weegt inmiddels 85 kilo, ik 66 kilo.

Als we in de middag bij Kanchanaburi rijden willen we even op de markt vlak bij de River Kwai wat eten. Als we er bijna zijn kom ik op het idee niet verder te rijden maar weer naar The River Kwai Bridge Resort  te rijden en daar een lekkere koele kamer te pakken. Zo gezegd zo gedaan. Als we met “Moggy” het parkeerterrein oprijden worden we meteen herkend en staat het koude water al klaar als we elkaar begroeten. 

‘s Morgens na het ontbijt rijden we naar Pharongwua, een  grote plaats waar tig tempels en gebouwen staan (Coördinaten N 14.09.45.2 – E 100. 09.41.4) Welliswaar een gigantische toeristische plek, maar wel van alles te zien oud, nieuw en moderne kunst. Deze plaats is zo groot dat we besluiten rustig met “Moggy” dit park rond te rijden en wat foto’s en video-opnamen te maken. Het is op het ogenblik ook fijner om te rijden, dan heb je de wind als verkoeling. Om te lopen is nu echt niet te doen. Tegen de avond zetten we “Moggy”  tegenover een prachtige tempel.

 Zaterdag 14 april 

’s Morgens rijden we richting Ayutthaya 86 km. boven Bangkok.

Ayutthaya was van 1350 tot 1767 de Hoofdstad van Thailand.Voor 1350 was dit een post van de Khmer wat nog duidelijk te zien is aan diverse ruines, die uiteraard te bezichtigen zijn, sommige vrij andere tegen betaling. Er zijn heel wat WAT’s te bekijken en niet te vergeten de stad zelf is zeker de moeite waard om met een tuk-tuk rond te rijden. Om alles lopend te bekijken is niet aan te raden, het ligt allemaal wat ver van elkaar. De grote verscheidenheid hebben we te danken aan de vele betrekkingen van diverse landen in het verleden. Portugal – Frankrijk – Engeland – China –  Japan en niet te vergeten Nederland.

Op de weg hiernaartoe rijden we regelmatig de parkeerplaats van zo een WAT op. Dan weer bezoeken we een park met de gebouwen (ruines)  uit de Kmer-tijd.

Onderweg merken we al volop wat het waterfeest dit weekend inhoud. Overal worden we nat gespoten en als we uitstappen worden onze gezichten ingesmeerd met een wit goedje. Voelt en ruikt fris. Als het hier bij blijft is het best leuk, maar we zijn gewaarschuwd, blijf uit de steden want daar is het dit weekend een gekkenhuis. Als we tegen de avond Ayutthaya bereiken willen we overnachten in en Olifanten opvangcentrum. We hebben er over gelezen, het is een plaats waar oude olifanten verzorgd worden en je kunt dan meehelpen. Dit lijkt ons erg leuk en misschien kunnen we hier wel twee of drie dagen blijven, voordat we Bangkok in gaan.

Als we in het Olifantencentrum, Royal Kraal and Elephant Village aankomen, ziet het er heel leuk uit, hier kunnen we wel een paar dagen toeven.

Er komt een potige dame op ons af, Ewa Narkiewicz, jeetje wat een kenau. Wat wij hier komen doen. We geven netjes een hand en doen ons verhaal, dat we helemaal uit Holland komen, dat we van het Olifantenopvangcentrum gehoord hebben, we graag hier willen staan en meehelpen de olifanten te verzorgen, zoals we in een folder gelezen hadden.

Ten eerste is het hier geen camping, ten tweede zomaar meehelpen is ook niet de bedoeling. We kunnen de auto buiten het terrein plaatsen, een hut met airco huren, je kunt dan een dag een rondleiding krijgen, je mag helpen met het wassen van de olifanten, je betaald dat wel een bedrag van 3.000 Bath  ( 65,00    p.p.) inclusief ontbijt, T-shirt en handdoek. Hallo een luxe hotel kost tussen de 800 en 1.000 Baht voor twee personen.

Onze mond valt open. Wat is dit, zo onbeschoft zijn we nog nooit te woord gestaan. Alleen al de manier waarop en haar houding. Als Kees naar de Manager vraagt, valt ze even stil en zegt dan dat die al naar huis is en verzoekt ons weg te rijden. Hé, hallo het wordt al donker, in de stad zijn de waterfeesten aan de gang, waarbij niet alleen het water maar ook het bier rijkelijk vloeit. We kunnen nu echt niet op een openbaar terrein gaan staan. Wel, dus. We rijden aan, na haar vriendelijk bedankt te hebben en dat we deze prettige verwelkoming zeker op onze web-site zullen zetten. Ze wil dan haar visite-kaartje terug hebben, maar dat zit al in mijn zak, we stappen in en gaan. We vragen ons af, is dit nu om de olifanten te helpen of is het puur commercieel ??? Wij denken het laatste.

We spraken een Hollander die hier met zijn vrouw en dochtertje van 8 jr. was. Zij hebben voor 3 dagen 500,00 € betaald. Dat is hééél vééél geld voor hier. Ze zouden, zoals in de folder staat: mee mogen draaien met de verzorging van de olifanten (natuurlijk zo ver als verantwoord).  Nou helemaal niet dus.  Ze hadden die ochtend hun beklag gedaan, dat ze echt geen waar voor hun geld hebben gehad, het was één grote teleurstelling, vooral voor de kleine meid, die snapte er niets van en huilde tranen met tuiten. Dit was toch speciaal voor haar 8e verjaardag. Ze zou toch de olifanten mee mogen verzorgen ??? Tja, hoe leg je dit nu aan een kind uit. 

In de stad is het inderdaad een drukte van jewelste, dat zien we een College met grote parkeerplaats en bewaking. Kees gaat vragen of we hier mogen overnachten. Ik zie dat de bewaking twijfelt en stap vlug uit. Misschien helpt het als een vrouw om hulp vraagt. Als ik zeg dat ik toch wel bang ben voor de drukte van al die mensen, niet voor het water maar wel voor het drinken van bier. Waarschijnlijk geeft dit toch de doorslag. We mogen blijven. We kunnen ons zelfs in de school douchen als we willen. Het wordt een rustige nacht met op de achtergrond het geluid van de festiviteiten.

De volgende ochtend zien we hier niet ver vandaan een ander park met tempels en olifanten waar je op kunt rijden, die kunstjes doen en zelfs kunnen schilderen. We rijden er binnen. We hadden het niet gedacht maar dit is een goede plek. We zijn wat gaan eten en hoera ik heb drie blouses kunnen kopen die me passen. Als we dan om ons heen kijken voor een goede slaapplaat zegt de eigenaresse van deze winkel waar we het veiligste kunnen staan.

Kees start “Moggy” als er een man op een motor aan komt rijden. Kees moet hem volgen en ik bij hem achter op de motor. Wat blijkt, de man op de motor is van de Tourist-Police. Mr. Tanat Tanalerttham (Tom).

We zijn hier een week gebleven. Waarom? Ja, het was eigenlijk niet de bedoeling maar de Politie-agent raakt met ons aan de praat en voor we het weten zitten we met een man of wat aan het bier, als we goed en wel zitten sluiten we ook vriendschap met hondje Jenni. Waarom nu net dit hondje bij me komt zitten en lekker op de buik gekriebeld wil worden, ik weet het niet, we zullen samen wel iets hebben. Als de mannen horen dat we na de festiviteiten Bangkok in willen om de olie van “Moggy” te verversen (als we de goede olie kunnen vinden) bovendien willen we voor een kleine airco kijken ??????????  besluiten ze dat zij ons zullen helpen. Tom vindt uit dat het vrachtwagen bedrijf van Scania waarschijnlijk de juiste olie heeft en hij weet ook waar het bedrijf is van de portable airco’s. Dan komt weer het punt, hoe kunnen we met “Moggy” in Bangkok komen. Beter niet, horen we ook hier. Tom vindt het niet goed dat we toch naar dat bedrijf willen rijden, maar de olie moet echt ververst worden. Als ze de juiste olie hebben lossen we dat anders op, zegt hij.  Zo gezegd, zo gedaan. Woensdag zijn de winkels na de feestdagen weer open en gaan we met Tom in een airco-pick-up Bangkok in. Wat zijn wij achteraf blij. Bangkok is echt niet te doen met “Moggy”.  Scania kan inderdaad de juiste olie leveren. Waar deze te verversen? Nou, gewoon op de plaats waar we staan. De service auto komt morgen en maakt alles in orde. Prima.

Nu nog de airco. Dat is vlug bekeken, het kan echt niet. De airco is te groot (of  “Moggy” te klein), bovendien moet er altijd een gat naar buiten voor de hete lucht af te voeren. Helaas, dat wordt verder zweten.

 Donderdag  19 april

Inderdaad vandaag door de mensen van Scania de olie ververst,  de oude olie wordt in bakken opgevangen, ze spuiten nog netjes het luchtfilter en de radiator schoon, nemen de rotsooi mee en laten alles schoon en netjes achter. Nu nog betalen en alles is weer ok. In principe zouden we morgen kunnen vertrekken maar daar komt niets van in. Vrijdag en zaterdag is er hier op het park een groot festival met muziek, veel eten, Thaise dansen enz. enz. Nee, we mogen niet weg en de hele club waar we ’s avonds een pilsje mee drinken willen niet dat we gaan. Ok, we blijven t/m zondag maar maandag gaan we echt verder. Omdat we geen airco  kopen, komt Tom met een grote ventilator aan zetten. Proberen kan natuurlijk altijd, we hebben hier 220 Volt. Ik zie het niet zo zitten zo’n groot gezwaai binnen, achteraf is het niet slecht. Onze kleine ventilator is voor deze hitte echt te klein, sorry kleintje maar volgende week kopen we een grote broer.

Zaterdag 21 april

Dit wordt een Feest !! Eten en drinken (waaronder eigen gestookte whisky) is vandaag gratis voor iedereen, duizenden Thai een paar toeristen en wij. Als we rondlopen zien we een eettentje met diverse gebakken insecten zoals, sprinkhanen, meelwormen, krekels, torren enz. Ik heb alleen één meelworm op, Kees heeft alles geproefd. Brrr.

Vandaag maken we kennis met Mila een meisje uit Finland. We raken gezellig aan de praat, ze blijft de hele dag hangen. Ze is 19 jaar en back-packed in haar eentje door Thailand. Omdat wij al een week op deze plaats staan zijn we bekend en worden overal bij betrokken, we moeten zelfs in de parade in de wagens meerijden, Mila moet ook mee. Tijdens de parade door de stad wordt er weer volop met water gegooid, helemaal niet erg bij deze hitte. Kees ben ik aan het begin van de parade al kwijt, die hopt van de ene wagen naar de andere, dan zie ik hem weer achter op een brommer voorbij schieten.

Om 19.00 uur begint de band te spelen met moderne muziek, dat wordt dansen geblazen. Regelmatig worden de mensen op de dansvloer nat gespoten door de brandweer. Heerlijk, alsof je in een Hollandse regenbui staat. Met de hitte en de nodige alcohol is al dat water ter afkoeling wel nodig, het is ’s avonds nog rond de 30 graden. In de kleine uurtjes gaan we slapen.

Ons verblijf hier, wordt afgesloten met een BBQ aangeboden door Tom en zijn vrienden. Een klein varkentje moet er aan geloven, maar het was wel erg lekker. Het wordt een gezellige avond. Tom schrijft nog iets liefs in ons gastenboekje. Als het bedtijd wordt nemen we afscheid van Mr. Electro-man, Mr. Coconut-man, Mr. Fisher-man. Een keer raden wat hun beroepen zijn. Ik houd de ogen nog maar net droog. Wat een lieve mensen, dan komen ze ook nog met de nodige kadootjes aan. Jeetje, lieve mensen, wat kunnen wij jullie geven. Niets, ze willen absoluut niets.

Maandagochtend 23 april

Om 08.00 uur drinken we  Hollandse koffie en gaan nog even naar het huis van Tom. Een typisch houten Thais huis, eten wat soep, nemen afscheid van de moeder van Tom en rijden terug naar “Moggy”. Nu wordt het echt afscheid nemen. Ja, ja, weer janken. Nog meer kadootjes, het houdt niet op, we moeten het aannemen, je kunt geen nee zeggen.

Om 11.00 uur rijden we luid toeterend weg. Wat was dit een onvergetelijke week.

KHAPHOENG -KHAA – THANKS TO  TOM – FAMILY AND HIS FRIENDS !!!!!!

We rijden richting Chonburi, staan een uur in de file en komen tien km. voorbij Si Racha bij een dierentuin aan. KHAO  KHEOW  OPEN  ZOO. Een prachtige dierentuin. De naam zegt het al, een OPEN ZOO.  (Coördinaten N 13.12.52.9 – E 101.03.16.4). We hebben nog nooit zo’n mooie verzorgde dierentuin gezien. We kunnen hier op de parkeerplaats staan, met water en electriciteit. We betalen hiervoor slechts 250 Baht voor twee personen en auto. Dat is niets in vergelijking met de Natuurparken, daar zijn we steeds 800 Baht voor twee personen kwijt. Overdag rijden we met “Moggy” de dierentuin door. Ja, zo groot is het hier. Het is net of we op safari zijn. Overdag kun je diverse activiteiten en shows bekijken. Op het ogenblik is er een dansgroep uit Skri Lanka op bezoek inclusief vuurspuwer.

We hadden gehoopt onderweg een Internetcafe te zien. Helaas. Omdat we hier iets langer willen blijven, moeten we toch zien hoe we Anja en Jan kunnen bereiken om het adres van Tom door te geven, om het pakketje met mijn medicijnen en wat onderdelen voor “Moggy” hierheen te krijgen, voordat we Cambodja in gaan. Als we de situatie uitleggen hier op het Hoofdkantoor, mogen we de internetverbinding gebruiken en kunnen we gelukkig het adres van Tom doorgeven. Hij laat weten wanneer het pakketje er is (we hopen over twee weken) en waar hij het dan naartoe kan zenden. We zitten dan in de buurt van Rayong het verzenden hierheen zal ongeveer twee dagen duren. We hebben nog vijf weken. Hopelijk loopt alles goed.

We genieten volop van deze prachtige omgeving. Overdag rijden we door het park. ’s Avonds staan we weer op het parkeerterrein, naast het restaurant waar we water en electriciteit van krijgen.  Als we een hapje willen gaan eten, kijk ik gelukkig om naar “Moggy” en zie er water uit lopen. Anja en Jan weten wel wat dat inhoud. Bij ons vertrek van de reis is dat ook gebeurd toen we met “Moggy” voor hun huis stonden. Toen was er een klem niet goed aangedraaid door Kees. Nu kunnen we niet anders bedenken dat het door de hitte komt. Alle leidingen worden bloedje heet en slap, daarom is een van de slangen niet meer voldoende afgeklemd. Alles opnieuw gecontroleerd en met extra klemmen vastgezet.

Even voor 19.00 uur worden er grote geluidboxen bij het restaurant neergezet. Jullie raden het al KARAOKE, het blijft ons achtervolgen. Van 19.00 tot 11.15 uur, hebben we mogen genieten, toch best lang. De bassen bonken door je hele lijf. Eindelijk stapt het gezelschap op en kunnen wij gaan slapen.

We gaan elke avond vrij vroeg slapen, niet alleen is het hier om 18.30 uur al donker, ’s morgens om 05.00 uur begint het leven hier in Thailand al volop. Dat wil zeggen, er wordt altijd ergens wel, als we in de parken staan, via luidsprekers het verhaal over Bhuda vertelt, valt dit stil is er meteen weer muziek en natuurlijk niet te vergeten de knetterende brommers, die hier veel rijden en de auto’s wel dan niet met een goede uitlaat, dan als de mensen hun verkoop-stalletjes in orde maken, hebben ze het hoogste woord. Voor ons zijn de klanken nog onwennig en denken soms dat ze ruzie hebben. Nee hoor, er wordt zelfs ontzettend veel afgelachen. Ja, het voelt goed in Thailand.

Donderdag 26 april

Als ik in de wasruimte met de was bezig ben, komt het vrouwtje dat dit gebouw schoon houdt, meteen aansjouwen met een extra waterslang en helpt ze de was mee op te hangen.We willen morgen verder en weten niet wanneer we weer kunnen wassen of laten wassen. Van het vertrekken komt niets. Het is hier mooi, we staan goed en zijn nog lang niet uitgekeken in deze prachtige Zoo en besluiten er nog een paar daagjes achteraan te plakken.

Vrijdag 27 april

De directeur van ze Open Zoo komt naar onze auto om kennis met ons te maken. Hij heeft van zijn personeel gehoord dat we hier staan en wil ons persoonlijk welkom heten. Of hij dit op camera op mag nemen, voor de lokale televisie. Ja, natuurlijk mag dat. De camera draait en we worden officieel welkom geheten door de directeur. Er wordt vertelt dat we een ouder echtpaar (????) uit Holland zijn en 25.000 km “Over-land” naar Thailand gereden zijn. We krijgen ieder een blouse van de Zoo aangeboden en komen met deze opnamen niet alleen op de locale Televisie, maar zaterdagavond ook op de Thaise Televisie. Dat hebben we achteraf pas gemerkt. We komen ook op de site van de Zoo te staan zie: www.kkopenzoo.com  wel even zoeken naar ons verslag op deze site.

 Zaterdag 28 april

We besluiten op en neer naar een Mercedes Garage in Pattaya te rijden. We hebben nog steeds het probleem, dat de linker achterrem steeds bijgesteld moet worden. Bij het opruimen van de kisten, is Kees toch een rubbertje tegen gekomen, welke waarschijnlijk de oorzaak is. Nieuwe onderdelen zijn onderweg, maar Kees wil het toch zo snel mogelijk vervangen. Goed, het duurt even voor ze doorhebben, hoe het moet, UNIMOG is nu eenmaal speciaal, maar tenslotte is de klus geklaard.

In Pattaya parkeren we “Moggy” en komen in gesprek met Mw. Aanya Ponraritt. Ze hoort dat we, als we van Cambodja terug zijn de omgeving van Chang Mai willen gaan bekijken om daar eventueel een huisje te huren. Ze geeft ons haar visitekaartje, met haar privé tel. nummer en vraagt of we dan bij haar langs komen. Ze heeft een Lodge in Mae Rim 16 km. boven Chaing Mai, daar mogen we dan gebruik van maken. Als we op haar kaartje kijken zien we dat ze Managing Director is van een Travel Service. Wat gaat dit brengen, we zullen zien, misschien moet dit weer zo zijn.

Als we terug rijden naar de Zoo, blijkt het probleem niet opgelost te zijn. Shit, de rem loopt nog aan. Ik slaap ’s nachts slecht, ben zenuwachtig over de auto. Bah, ik kan de knop niet omdraaien, het moet opgelost zijn voor we Cambodja inrijden.

 Zondag 29 April

Tom belt ons op dat hij en zijn vrienden ons op de Thiase Televisie gezien hebben. Ze zijn door het dolle heen. Dagen erna werden we regelmatig in de Khao Kheow Open Zoo aangesproken of ze een foto van ons mogen maken, men had ons op de Televisie gezien, zelf mensen uit Bangkok, hé, we worden nog eens beroemd.  Eerst in Duitsland (Willy’s treffen) , dan in Bombay (India) en nu in Thailand op de Televisie. (Zie de video’s).

 Maandag 30 april

Vandaag willen we toch de garage in Holland bellen, wat blijkt, onze Holland telefoon werkt niet meer. Hoe kan dat nu, gisteren hebben we hem nog gecontroleerd  en was alles ok. Nu software probleem. We gaan naar de directeur en vragen of we, uiteraard tegen betaling, naar Holland mogen bellen. Geen probleem, we moeten wel een paar uur wachten, we hebben een tijdverschil van 5 uur. Om 13.00 uur Thai tijd (08.00 uur Holland tijd) bellen we de garage. Gelukkig Cor van de Gevel  is aanwezig. Wat blijkt, de O-ring (rubberje) is inderdaad te dun. De O-ring die onderweg is, is dikker. Als Kees vraagt of hij de afstelschroef op een of andere manier vaster kan en mag zetten, ziet  Cor dat niet als een probleem. Zo gezegd zo gedaan. Zo zie je maar weer, hoe je een hoop tijd kwijt bent met van alles en nog wat te regelen en het niet altijd vakantie is.

Dinsdag 1 mei

Deze dag brengen we heerlijk rustig door in de Zoo. We kijken voor de zoveelste maal naar de dansgroep uit Sri Lanka die hier drie maal per dag optreden. Er wordt hier veel reorganiseert. Men kan de dieren eten geven, er zijn steeds een paar maal per dag optredens met allerlei dieren, men kan genieten van diverse bands met dansers en ondertussen genieten van het eten. Uiteraard is er voor de kindertjes en grote speeltuin. Als men niet met de eigen auto door het park wil, kan men gebruik maken van een open lange auto-trein waar je gratis gebruik van kunt maken en die de hele dag rondrijden. Wil je fietsen, staat er voor 5 Baht een mountain-bike klaar. Wel maatje Thai.

Het wordt weer avond als ik een bekende blauwe auto zie aankomen. NEEEEEEEE ! NIET WEER KARAOKE. JAAAA !

O, mijn god. We overleggen of we Moggy ergens anders neerzetten. Ach, we hebben hier electriciteit en kunnen de beide ventilators blijven draaien voor de afkoeling en gokken erop dat het om een uur of 11.00 wel afgelopen zou zijn. Echt niet. De volumeknop wordt hoog gedraaid en we denderen met de bassen in “Moggy” mee. Kees gaat naar buiten en hoort dat er een verjaardag gevierd wordt. We worden uitgenodigd er bij te komen zitten. Ze maken hun excuses, maar ze wisten ook niet dat wij hier zouden staan met “Moggy” waar we ook in slapen. Ok, we doen gezellig mee. Het wordt behoorlijk laat, 01.00 uur. Als ik bedenk dat om 05.00 uur we weer gewekt zullen worden door de bedrijvigheid hier, val ik kreunend in bed.

Tijdens deze avond komen we in gesprek met Mr. Oh. Zijn tante opent woensdag een Japans restaurant in Si Racha, 20 km. hier vandaan. We moeten komen. Goed, dat houdt in dat we morgen nog een dag in de Zoo blijven, maar dat zal niet zo erg zijn. We hebben heel wat te rusten, we zijn bekaf. Het is inmiddels weer gaan regenen en het koelt gelukkig wat af. Helaas wordt het hierdoor behoorlijk vochtig (80%) en gaan de botjes weer protesteren.

Woensdag 2 mei

Het  regent zowat de hele dag, we hobbelen een beetje in het park rond, werken aan de computer en zijn blij als we weer kunnen gaan slapen. Het klinkt raar, maar je wordt echt moe van de warmte en het vocht.

Donderdag 3 mei

 We rijden naar Si Racha en worden daar opgevangen door Mr Oh. We rijden naar het restaurant van de Tante en mogen aanwezig zijn bij de officiële ceremonie van de monniken voor het inzegenen van het restaurant. Zeer indrukwekkend. Na afloop krijgen we overheerlijke sushi’s met nog andere gerechten. Als we in de middag afscheid willen nemen, komt Mr Oh. met een medaillon van Bhuda voor Kees. Dat is een hele eer. Van het Restaurant krijgen we twee leuke zout en peper stelletjes kado. Als tegenprestatie vragen we of de eigenaresse niet een stapel reclamefolders heeft, zodat we die in de omgeving uit kunnen delen, dat hebben we ook bij de Khao Kheow Open Zoo gedaan. Deze folders hebben we bij een grote supermarker uitgedeeld. Bij de supermarkt hebben we tevens de Holland telefoon laten maken voor, let wel 5,00 € .

Het wordt al schemerig al we Pattaya voorbij rijden. Pattaya zelf is geen optie om te blijven staan voor de overnachting. Druk, druk, druk een grote massa toeristen. Vlug weg hier. Onder Pattaya zien we dan een bord van een Botanische tuin. Hé, dat zou wel eens een mooie slaapplaats zijn. HELAAS ! We mogen hier niet staan, het park gaat om 18.00 uur dicht. We mogen nog wel binnen tegen betaling van de entree 800 Baht. Hallo het is al 17.00 uur. We mogen niet in “Moggy” slapen. Wel kunnen we een kamer huren voor 1.200 Bath . Ja, aan m’n hoela !! Waar hebben we dat eerder gehad!

Gaan we dan toch bij het strand staan? Nee, niet veilig, horen we. Als we weg rijden van de Botanische tuin zien we in een bocht ineens een grote parkeerplaats waar we olifanten zien. Men kan hier op olifanten een rondtoer maken. Ja, we mogen hier staan. We krijgen meteen water aangeboden en als we voor “Moggy” zitten komen ze met watermeloen en ananas aan. Hé, dit is even wel iets anders. Jammer is het wel, dat het nog steeds regent. Vandaag al de derde dag. Ja, het is tenslotte regenseizoen. Dit was sinds lange tijd weer een dag dat we echt weer op zoek moesten naar een veilige slaapplaats.

Deze nacht slapen we zonder ventilator. Het is 25 graden. Ja het klinkt misschien raar, maar ik moest een laken over me heen trekken, zo zie je maar hoe snel je toch went. Wel werden we regelmatig wakker van het heftige onweer in de bergen en de regen kwam met bakken uit de lucht.

 Vrijdag 4 mei

Het blijft  praktisch de hele dag regenen. Dat wordt weer een computerdag. Tussen de buien door gaan we even de beentjes strekken en verderop in een restaurantje wat eten. Als we terugkomen is het nog steeds droog. We staan bij de olifanten te kijken als een van de bazen komt vragen of we het olifantendorp willen bekijken. We hadden het eigenlijk al een beetje gehoopt, maar zijn toch aangenaam verrast. We baggeren de modder door. Wat schetst onze verbazing. Het is echt een dorp waar de verzorgers van de olifanten met hun familie wonen. Weliswaar in hutten, maar zoals we zien met muziekinstallatie, TV en koelkast. Iedere olifant heeft zijn eigen verzorger, en staat bij het huisje van zijn verzorger. Jeetje het is eigenlijk gewoon een kleine commune. Er zijn 34 olifanten + een baby-olifantje van 8 maanden. Kun je nagaan, hoe groot het er is. De olifanten staan er zeer relaxed bij en zien er zeer verzorgd uit. Geen nerveus heen en weer gewiebel, zoals je zo vaak ziet, bij olifanten in gevangenschap. Dan vraagt de baas of Kees op de olifant terug wil rijden naar Moggy. Nee, niet op de stoel. Op de olifant, achter zijn oren als een echte berijder. Wauwwww. Wie maakt dat mee !!!!!!!! Wij dus. Als een volleerde olifantenberijder stuurt Kees de olifant een heel eind richting “Moggy”. Zijn verzorger blijft er natuurlijk wel vlakbij voor de commando’s. Kees wil graag vanaf de olifant rechtstreeks op “Moggy” overstappen, terwijl ik dat film. Nee, dat mag niet, de verzorger wil niet het risico nemen dat er iets gebeurt. De olifant kent de “Moggy” niet.

 VANDAAG  ZIJN WE EEN JAAR ONDERWEG !!

 Zaterdag 5 mei

Waar blijft de tijd. Een jaar zijn we vandaag onderweg. Terugkijkend een fantastisch jaar waarin we geweldig veel gezien en meegemaakt hebben, veel hoogtepunten, een paar dieptepunten. 

Zo warm als we het gehad hebben zo nat is het nu. De regen blijft met bakken uit de lucht vallen. Als we rond 09.00 uur vertrekken is het droog. Dat blijft tijdens het rijden gelukkig zo, nadat we bij het olifantendorp weg rijden. Onderweg hiernaartoe hebben we borden gezien van een WAT Yannasangvararam niet ver hier vandaan. Niet echt spectaculair, ja, we zijn verwent. Wel hebben we een gesprek met een monnik die ons een DVD geeft met een lezing van hem over het Budhisme en foto’s van dit WAT. Bij het rondlopen worden we weer diverse malen aangesproken door mensen, die ons op de TV gezien hebben en vragen of ze met ons op de foto mogen. Natuurlijk, geen probleem. Bij het terug rijden komen we langs een Museum  genaamd Viharnra Sien. Dit is mooi. We raken niet uitgekeken. Hoe is het mogelijk dat dit niet in de Lonely Planet staat. We vinden deze plek zo speciaal, dat we besluiten hier een video te maken voor de 60e verjaardag van mijn oudste zus Gisa op 03 juni. Zodra we weer een Internet-Cafe zien verzenden we hem naar Nederland zodat ze deze opnamen kunnen verwerken in het programma op de verjaardag zelf. Dit is het mooiste museum, dat we tot nu toe gezien hebben, ooit.

Als we weg willen rijden zien we dat de rem weer aangelopen is. Het vastzetten van de afstelschroef is dus niet voldoende, dan nog maar iets strakker. Inmiddels is de zon weer gaan schijnen en sta ik met een paraplu boven Kees voor wat schaduw, als hij aan het werk is. Als dit karweitje weer geklaard is rijden we richting Rayong. Onderweg lopen we nog even een tuin in genaamd Silver Lake. Mooi aangelegd maar niets om te blijven staan om te overnachten. Er tegenover is een klein olifantendorp, we gaan even kijken, nee we blijven niet, we rijden verder.

Rayong zelf is ook weer een grote drukke stad, aan het strand staan is geen optie. Niet alleen stinkt het ontzettend naar vis en de raffinaderijen die hier staan, het voelt ook niet goed. We rijden naar Kon Ao. Ai, een druk strand geen mogelijkheid om te staan, het wordt schemerig en we moeten snel een plaatsje vinden. Dan zien we een Bungalow Park Ban Silachol, rijden naar binnen en mogen hier gelukkig blijven staan. Niet echt rustig, vooral als de avond valt. Als we door het park lopen worden we gek van niet een maal wel vier maal KARAOKE gewoon wij de huisjes. Gelukkig staan we zover er van af, dat we alleen heel zachtjes de bassen horen. Als de regen dan weer met bakken naar beneden komt is dat ook zo afgelopen.

 Zondag 6 mei

 ’s Nachts blijft het regenen. Het staat helemaal blank. Vertrekken we na het ontbijt of blijven we nog een dag? Om 12.00 uur is het pas droog en we besluiten er een computerdag van te maken, om nu te vertrekken is wat laat. We gaan even de benen strekken, lopen langs het strand, eten een hapje en drinken wat, dan gaan we op zoek naar een Internet Café, kijken of er nog berichten voor ons zijn.

 Maandag 7 mei

Het blijft regenachtig maar besluiten verder te gaan richting Chantaburi. Onderweg zien we weer de nodige tempels maar stappen niet meer uit. In Chantaburi zelf kunnen we de verleiding toch niet weerstaan en gaan toch weer een tempel binnen. Als we buiten komen hoost het weer. We rijden een stukje terug als we op de kaart een groot WAT zien genaamd  Khao Sukim. Als we op de parkeerplaats gaan staan blijft de regen met bakken uit de hemel vallen. De zonnepanelen kunnen nu natuurlijk hun werk niet doen, de generator hoeven we niet op te starten we kunnen hier 220 Volt krijgen. Mooi, een generator is prima, maar maakt toch altijd lawaai.

Als we onder ons afdak uitpuffen en een glaasje bier drinken, komt een monnik op ons af en zegt dat we hier geen alcohol mogen drinken. Oh, sorry we dachten dat het hier op de parkeerplaats geen probleem was. We zijn verbaasd, hier in Thailand hoeven we onze “secret-bekers” toch niet te gebruiken? Op hoeveel plaatsen in Thailand hebben we niet gewoon bier kunnen kopen en drinken en werd er ook gewoon in het openbaar gedronken, dat je bij de tempels zelf niet drinkt is heel normaal, maar hier moeten we zelfs nog eerst met een lift de berg op voordat we bij de tempel zijn. De monniken mogen geen alcohol gebruiken en niet roken. We ruimen de glazen op en alles is weer in orde. Een half uurtje later krijgen we bezoek van de politie. Ze komen een praatje maken, vragen het een en ander en zeggen dat we gerust hier mogen blijven staan, het is en veilige plaats en ze houden een oogje in het zeil.

Niet lang daarna komt een vrouw langs, stelt zich voor als Kai en vraagt of ze ons de volgende dag de gebouwen en het museum mag laten zien. Nee, ze hoeft hier niets voor te hebben, ze woont zelf in Bangkok, is hier met haar dochter en zoon en wil ons morgen graag rondleiden. Prima.

Wat schetst de volgende dag onze verbazing. Eenmaal boven bij de Tempel, zien we de monniken echt wel roken, stiekem in een hoekje met de sigaret verborgen in de handpalm !!  En wat te denken van een klein flesje whisky,  wat regelmatig uit de plooien van zijn oranje gewaad komt. Zal Budha dit niet zien ??

Dinsdag 8 mei

Heel vroeg, te vroeg, staat Kai om 07.15 uur al bij Moggy en vraagt of we boven bij de Master Monnik willen ontbijten. Jeetje, we zijn nog niet echt wakker, even wachten graag. We kleden ons aan, poetsen de tanden, douchen doen we dan straks wel. We gaan met Kai de lift in naar boven. Ze laat ons een gedeelte van het museum zien en eindelijk om 09.15 uur zitten we aan het ontbijt. Niet bij de Master Monnik, maar gewoon samen met haar en dochter in een ruimte. Even later worden we inderdaad aan de Master Monnik voorgestel. De rest van de dag loopt ze met ons de gebouwen, verblijven van de monniken, nonnen, de keuken en de tuinen door. Kees krijgt speciaal vrijstelling om als man de verblijven van de nonnen te mogen zien. Speciaal hieraan is, dat we hier het eerste verblijf dat voor de nonnen gebouwd is te zien krijgen. Een gedeelte op te slapen en een ruimte waar men 20 stappen heen en 20 stappen terug kan zetten tijdens het mediteren. Dit alles is interessant maar wel vermoeiend en Kai blijft maar bebbelen. Tegen 15.00 uur laat ze ons een kamer zien, waar we kunnen overnachten. Heel lief bedoelt, maar we slapen liever in “Moggy”. De kamer was helemaal kaal met alleen drie grote bedden. Kei-harde matrassen. Geen water, geen toilet niets. Ja, buiten om de hoek.

Als onze telefoon gaat hebben we Tom aan de lijn. Het pakketje met medicijnen en onderdelen is al bij hem. Mooi, binnen de twee weken. Hij zendt het morgen naar een adres in Trat, waar we heen gaan. Dit adres is van de partner van Mw. Malawan, genaamd Mrs. Nimnual, als we in Trat bij het Bangkok Hospital zijn, bellen we deze vriendin. Dan komt ze ons ophalen, kunnen het pakketje in ontvangst nemen en hopen dat ze een goede overnachtingplaats weet.

Tijdens de rondleiding zegt Kai, dat ze de beschikking heeft over een wasmachine, of ik misschien was heb. Ja, dat heb ik wel, maar krijg ik het nog droog? Het is al laat.

’s Avonds  laten we op verzoek van de monnikken,  van elk land waar we geweest zijn een paar foto’s zien aan. De Master Monnik zou ook komen kijken, helaas die hebben we niet gezien. Om 22.30 uur rollen we in ons bed. We hebben vandaag zoveel gezien, dit was nu echt twee dagen in een dag aan informatie en indrukken, eigenlijk te veel. Als we tegen Kai zeggen dat we de volgende dag verder gaan beslist ze (!!!!!) dat we om 07.30 uur met de lift naar boven moeten komen voor een ontbijt en afscheid te nemen van de Master Monnik. We willen haar niet kwetsen. Goed, tot morgen vroeg dan. Het regent nog steeds.

 Woensdag 9 mei

 06.15 uur. Good morning !!!!!!! Kreunnnnnn !!!! Kai staat met haar dochter bij “Moggy”. Of de dochter hem van binnen mag zien. We maken haar duidelijk dat we nog in bed liggen, we eerst moeten douchen en opruimen. Kai, graag na het ontbijt, ok?? Om 08.00 uur zitten we inderdaad aan het ontbijt. Lopen nog verschillende verdiepingen van het museum rond om de Master Monnik te zoeken, die we nog willen bedanken. Eindelijk vinden we hem, gewoon op zijn kantoor. Bedanken hem voor zijn gastvrijheid en nemen dan afscheid.

We halen de was op, die helaas niet helemaal droog is, gaan met de lift naar beneden en hangen de was aan vier lange lijnen binnen in “Moggy”, waar Kees speciale stevige ogen in de wand gedraaid heeft, zodat ik vier waslijnen over de gehele lengte van “Moggy” kan maken, met een kliksysteem. Heel handig.  Dit hebben we toch al een paar maal gedaan en ik moet zeggen, tijdens het rijden droogt de was dan toch lekker, vandaag natuurlijk niet al te best met dit vochtige weer, het droogt voor geen meter en het begint een beetje muffig te ruiken. Wat kunnen we hier aan doen? Niets. Dit is een les voor ons. In het regenseizoen niet zelf wassen maar alles naar een wasserette. Je krijgt het gewoon niet droog.

Om 10.00 uur rijden we weg richting Trat. Onder Trat ligt het eiland Ko Chang. We nemen de boot en varen erheen (coördinaten: N. 12.06.05.3 – E. 102.16. 27.3 km. stand 155.365). Helaas regen.  Er is een hoofdweg op het eiland en die is goed stijl. Vijf maal omhoog en weer omlaag, doe je best “Moggy”!

Op een parkeerterrein van het Grand View Resort mogen we staan. Eten hier heerlijk aan het strand. Kees gaat dan internetten, krijgt Anja aan de telefoon en vertelt dat het pakketje, dat ze verzorgd hebben bijna bij ons is, waarvoor nog dank. Tegen de avond wordt de lucht inktzwart en daar komt de regen weer met bakken, ja, we zullen het moeten accepteren, regenseizoen is nu eenmaal regenseizoen. We slapen slecht van het geluid van kwakende brul- kikkers, jeetje wat maken die jongens een herrie, om 06.00 ’s morgens zijn ze eindelijk stil.Wij slapen dan nog een uurtje.

Donderdag 10 mei

In de winkelstraat gaan we kijken of ze kleding hebben in wat grotere maten. Ja, speciaal voor de buitenlandse toeristen, maar helaas, hartstikkend duur. We hadden het kunnen weten, het is hier een eiland. Nee, we kopen alleen een korte broek voor Kees, rijden dan verder het eiland af, komen bij een restaurant van een Oostenrijker terecht en eten voor de verandering een keer een Wiener Schnitzel met friet mayonaise. We raken aan de praat met André uit Nederland, hebben het over drop en voor we vertrekken krijgen we een heerlijk zakje Klene Muntdrop van hem. Jammie, is dat even lekker. Bedankt André.

We komen verderop bij een politiepost op een uitzichtpunt te staan. Hopelijk vangen we hier iets meer wind. We zweten wat af. De politie komt een babbeltje maken en vragen of ze iets voor ons te eten mee moeten brengen. Ze moeten zelf toch in het stadje wat gaan halen, dus voor hen is dat geen extra moeite. Nou, graag, kijk maar wat jullie meebrengen, we laten ons aangenaam verrassen. Later hebben we inderdaad heerlijk gesmikkeld. Toen we wilde betalen wilden ze daar niets van weten. Jullie zijn onze gasten, welcome to Thailand.

Veel mensen komen op dit punt, voor het mooie uitzicht. Er staat een TV-team. Je raad het al, of ze opnamen van ons mogen maken. Ok, maar we zijn twee weken geleden al op de TV in Thailand geweest. Het wordt een leuk interview met een bekende zangeres Jennifer Pex hier uit Thailand en men zegt dat we komende maandag, dinsdag en woensdag-avond om 21.00 uur op TV komen. Ze sturen een DVD-tje op. We zijn benieuwd, we zijn tenslotte al op het nieuws geweest.

Vrijdag 11 mei

We blijven we op deze plaats staan en hebben het druk met gesprekken van heel wat toeristen die deze kant opkomen. Zo ook met Peter en Paninee Hauschild, een Duitse man getrouwd met een Thaise die goed Duits en Engels spreekt. Ze geven ons hun adres en tel. nr. in Thailand en we moeten beloven dat we langs komen als we in de buurt zijn. Het ligt op de route als we naar Chiang Mai gaan. Ok, beloofd. We blijven tot maandag hier, rijden wat rond en gaan achter meer informatie in Cambodja aan. We horen dat de wegen er i.v.m. het vroege regenseizoen bar en bar slecht zijn !!! Diverse reis-buro’s raden ons af met een zware auto als “Moggy” niet Cambodja in te gaan. De rivieren hebben te hoog water om door te waden en de bruggetjes en evt. pontjes te klein. Echt niet doen, zeggen ze en kijken er zeer serieus bij.

Maandag 14 mei

Bijtijds staan we op en bij het ontbijt hebben beide dezelfde gedachten. We gaan niet naar Cambodja, maar naar Laos voor het nieuwe 3 maanden visum voor Thailand. De wegen zijn daar beter. We moeten dan nog wel 800 km. omhoog rijden, terwijl we eigenlijk al vlak bij de grens van Cambodja zitten, maar eerst naar Trat om het pakketje bij Mw. Nimnual op de halen. Op de boot zien we toevallig Peter en zijn vrouw weer en genieten samen van de terugtocht naar het vasteland.

Op naar Trat. Als we bij het Bangkok Hospital staan bellen we, zoals afgesproken  Mw. Nimnual (Nim), waar Tom het pakketje met mijn medicijnen naar toegestuurd heeft.  Ze is er binnen een paar minuten, dus woont vlakbij. Als we dan een garage zien loopt ze nog even mee naar binnen om een afspraak voor de volgende dag te maken om het nieuwe onderdeel in “Moggy” te zetten. Als we dan vragen of ze een plaats voor ons en “Moggy” weet, zegt ze doodleuk. Ja, in mijn tuin. Jeetje hebben we weer geluk? Ja, dus. De auto zetten we in een hoek van de tuin, wij zelf mogen gebruik maken van het gasthuis.

Jeetje dit is zo groot, hier zou ik kunnen wonen en er is een zwembad. We gaan ’s avonds uit eten met Nim zoals we haar inmiddels noemen en slapen daarna in een groot bed na ons heerlijk gedoucht te hebben. Het is weer te mooi om waar te zijn. 

Dinsdag 15 mei

 Nim  en haar man Len (Wanchai) zijn naar het nieuwe Resort met de (Cambodjaanse) naam Chane Talay (The Beach) dat ze aan het bouwen zijn 46 km. hiervandaan. We moeten beloven dat we als we klaar zijn in de garage naar het resort komen en daar overnachten, daar is ook haar man. Zo gezegd zo gedaan. Eerst naar de garage, alles lijkt goed te gaan. Nee, ze weten zeker dat ze “Moggy” goed kunnen afstellen, Kees kijkt sceptisch, waarop de monteur zegt. Trust me, ik weet het voor 110% zeker.

HADDEN WE HET MAAR NIET GEDAAN.

Vol goede moed dat alles nu ok is rijden we naar het resort. Na 15 km. gaan de temperatuurwijzers van beide achterwielen in een mum van tijd schrikbarend omhoog. Wat Kees toen vloekte zal ik maar niet opschrijven. De rook komt van de remmen af en de temperatuur is 140 graden (moet 80 graden zijn).

Had ik het maar niet laten doen, had ik maar eerder gecontroleerd. Ja, had en als ………., wat nu. Garage bellen, ja ze komen. Nim bellen dat we voorlopig niet naar het resort komen. Als de auto van de garage met monteur komt heeft hij geen gereedschap, helemaal niets bij. Dat schiet natuurlijk niet op. Als de monteur zegt dat we terug moeten rijden naar de garage ontploft Kees bijna. Hij gaat volkome over de rooije. Man, de remmen zitten keivast, alles is bloedheet. De monteur weet het niet meer en rijdt doodleuk weg.

Daar sta je dan. Inmiddels komen Nim en Len aanrijden om polshoogte te nemen en te kijken of ze kunnen helpen. We rijden “Moggy” heel langzaam van de weg op een plaats waar we hem kunnen repareren. De krik eronder, voor de zekerheid ook de drie-hoek die Joop Boereboom voor ons gemaakt heeft, voor extra ondersteuning, mocht de krik het niet houden, stenen voor de voor-banden en daar gaan we dan. Alles is inmiddels voldoende afgekoeld.

Kees en ik werken als paarden. Eerst linksachter de band eraf. Verbrande olie van de eindaandrijving opgevangen in een lege cola-fles, nieuwe olie erin via een speciaal klein overhevel slangetje, gelukkig hadden we dit bij, wat een hels karwij. Alles op de goede manier afstellen, band er weer op. Nu rechtsachter het zelfde verhaal. Vergeet niet, een band van Moggy weegt meer dan 100 kilo. Voor Kees is het zwaar, ik ben kapot, maar ook dit hoort erbij. Na bijna vier uurtjes werken, vloeken, zuchten, zweten en veel water drinken, rijden we naar het resort. We houden de temperatuurmeter angstvallig in de gaten. Het blijft goed !

Als we bij het resort aankomen, zien we dat de locatie inderdaad prachtig is. Malawan heeft niet overdreven, wat is het hier mooi. De zee is hier rustig, niet veel verschil in eb en vloed, het strand schoon, het uitzicht schitterend.

De bouw van het resort is in volle gang. Jeetje wat groot, dit wordt een compleet dorp. Vier huisjes zijn klaar en wij mogen in een daarvan slapen. Wederom, kijken we elkaar aan. Dit is toch niet te geloven. We krijgen een rondleiding over de bouw er wordt hard gewerkt, in oktober moet het klaar zijn. Op het ogenblik is men druk bezig met het uitzetten van het zwembad. We lopen een stukje de jungle in over een leuke hangbrug, genieten daarna met z’n allen van een heerlijke maaltijd welke we wegspoelen met een heerlijk koud biertje. Voor het slapen gaan maken Kees en ik nog een wandeling over het strand. Dan zien we een boom met honderden vuurvliegjes erin, jeetje, dat hebben we nog nooit gezien. Is dit romantisch of niet, geen harde geluiden, geen verkeer, geen muziek, alleen de geluiden van de jungle met of en toe de harde roep van een Ecco. Waarom Ecco. Eerst hoor je 2x een soort geratel, dan zijn harde roep: ECCO – vrijwel altijd 5x, heel soms 6x,  waarom steeds dit aantal ??? Dat zoeken we op., dan een zachte eind-ratel (ik zeg dan steeds; de batterij is op). Coördinaten: N 11.59.48.6 – E. 102.46.13.2.  Op het nieuws horen we dat er een aardbeving in Laos is geweest van 7.2 op de schaal van Richter.

Woensdag 16 mei

Terug naar de garage, heel rustig en constant de temperatuur-wijzers van de 4 banden, in de gaten houden. Daar zijn ze verbaasd, dat we alles zelf gedaan hebben. We zeggen dat het niet goed is zoals het op het ogenblik loopt en dat we een oplossing moeten zoeken. De remmen zitten namelijk weer keivast. Hoe kan dit. Dan geeft de monteur toe dat hij de afstelling fout gedaan heeft. Sorry, sorry sorry. Ja, ok, maar wat nu. Ze beloven te helpen, de tijd wordt immers kort voor ons, we moeten 2 juni Thailand uit. We bellen Nim en vragen of we weer gebruik van hun gasthuis mogen maken. Gelukkig geen probleem. De monteurs gaan aan de gang. Ik mag in een kantoor zitten met airco en wordt verwent met Chinese thee en water. Helaas voel ik me zo ziek als een hond en heb behoorlijk diaree. Gewoon oververmoeid. Ik weet dat Nim inmiddels thuis is en vraag of ze me a.u.b. wil komen halen, dat doet ze meteen, de lieverd. Een half uurtje later lig ik fris gedoucht in bed en slaap de hele dag en nacht door.

Donderdag 17 mei

De garage krijgt het niet voor elkaar, na elke proefrit, weer de remmen vast. Dan willen we naar Nederland bellen. Dit kan pas om 13.00 uur i.v.m. tijdsverschil. Shit, Nederland neemt niet op. Dan denk ik eraan dat het wel een donderdag Hemelvaartsdag kan zijn. Dat klopt. We proberen dan Duitsland (Merex) te bereiken. Gelukkig die krijgen we via een omweg te pakken. We hadden immers in Khao Lac, Birgit en Eberhard uit Gaggenau leren kennen. Zij hadden het privé-nummer van de eigenaar van de garage. We krijgen de zoon van René Dusseldorp aan de lijn. Als we het verhaal vertellen, weet hij snel te vertellen wat er goed fout gegaan is. Door de foute afstelling van de monteur is er binnenin iets kapot gedraaid. Oplossing: Nieuwe remklauwen erin, links en rechts. Dit is de beste oplossing. We vragen hem alles na te gaan of ze nog gereviseerde remklauwen hebben en wat het gaat kosten ze op te sturen. We bellen morgen terug.

Vrijdag 18 mei

 We bellen de volgende dag voor de zekerheid toch nog naar Nederland om met de garage in Maarheeze waar “Moggy” altijd in onderhoud is geweest om te horen wat zei er van denken. Het is goed te horen, dat ze dezelfde oplossing geven. Dat wordt dus Duitsland bellen om de spullen op te sturen. Bij “Merex” hebben we een bepaald bedrag vaststaan, voor gevallen zoals deze. Gelukkig maar. Vandaag gaat alles nog op de post, waarschijnlijk komt dinsdag alles hier in de garage aan.

De tijd begint in onze nek te blazen. Het moet daarna goed zijn, anders hebben we een heel groot probleem. Het is nu weekend en kunnen de officiële instanties niet meer bereiken. Maandag willen we voor alle zekerheid de Immigratie en de Costum bellen of we een maand uitstel kunnen krijgen i.v.m. de problemen, dit schijnt te kunnen. Kan dit niet moeten we een andere oplossing vinden. Welke ????? Kees is er nu verder vrij rustig onder dit alles en zegt dat er altijd wel een oplossing komt, we hebben al met al tenslotte ruim 25.000 km. gereden en overal een oplossing voor gevonden als we dachten dat die er niet was. Normaliter ben ik degene die positief denkt, nu is het bij mij even op. Door al dit gebeuren ben ik nog meer afgevallen en weeg nog maar 63 kilo ik moet echt oppassen. Bij ons vertrek, zo’n jaar geleden, woog ik bijna 80 kilo. Als ik ’s avonds bewust in de spiegel kijk schrik ik toch wel. Mijn borsten zijn inmiddels als theezakjes, mijn billen als koffiefilters en onder mijn armen hangen coulissen-gordijnen.

Eigenlijk heeft Kees wel gelijk. Natuurlijk is het niet leuk dat dit gebeurd, maar overal is een oplossing voor. We mogen zolang als het nodig is gebruik maken van het gastenhuis van Nim en Len. Hun personeel kookt ook voor ons of we gaan uit eten, de was wordt gedaan, we hebben een kompleet huis met airco ter beschikking een zwembad (met sauna, waar we geen gebruik van maken), we krijgen zelfs de autosleutel van hun BMW aangeboden (ze hebben vier auto’s) dat doen we maar niet, stel dat er iets mee gebeurd, nee we pakken mooi de fietsen om van alles in Trat te bekijken, ik probeer inderdaad alles te relativeren en me niet meer zo druk te maken.

Zaterdag 19 mei

Trat zelf is een oude stad, niet echt groot toch een paar dingetjes te bekijken, vinden een bookshop waar we de Lonely Planet van Laos en Cambodja 2e hands kunnen kopen, de kaarten hebben we immers al. Dan zien we het restaurantje waar we eerder met Nim hebben gegeten, zeker de moeite waard om hier binnen te lopen mocht je in Trat zijn. Hieronder het adres zoals belooft.: Kruarimklong Rest. – 22-24 Soi Rimklong – Thoncharuen Rd. – Bangpha –  Muang – TRAT 2300 – Thailand -039-524919 of mob. 081-8617181.

We komen daar Ten tegen, een Thaise vrouw die goed Nederlands spreekt. Ze woont al jaren in Rotterdam en vindt het geweldig ons hier te zien zodat ze Nederlands met ons kan praten. Ze nodigt ons uit om morgenmiddag samen te eten. Leuk toch.

Zondag 20 mei

Het weer blijft goed, op een buitje per dag na, mogen we niet mopperen. We pakken de fietsen en rijden op ons gemak naar het restaurantje waar Ten op ons wacht. We maken er een gezellige middag van. Als we in de namiddag terug zijn bij ons gasthuis zien we dat Nim en Len terug zijn uit Bangkok. We koelen af in het zwembad. Nim nodigt ons uit om vanavond met nog een vriend van hen Italiaans te eten, bij hen op het terras.  Heerlijk was dat, vooral de heerlijke rode wijn die ze erbij schonken. Goh, dat is meer dan een jaar geleden dat we rode wijn gedronken hebben. Na het eten gaan we nog even de stad in en lopen wat op de Market rond. Daar is tot in de late uurtjes nog van alles te doen, maar vooral eten, dat is toch echt wel de grootste hobby en bezigheid van de Thai.

Maandag 21 mei

Om 12.00 uur wordt er vanuit Bangkok door de douane gebeld. De onderdelen voor “Moggy” zijn binnen. Hallo, hoezo Bangkok, ze zijn toch aan de garage in Trat geadresseerd? Ja, maar de douane heeft het pakketje geopend en bepaald de waarden, daar moeten u invoerrechten over betalen, maar eerst willen ze checken of de auto echt kapot is en dit echt onderdelen voor een kapotte auto zijn ???  We laten Nim terug bellen en zij bevestigd alles. Nu nog de vraag, hoe bepaald de douane de waarden en hoeveel invoerrechten moeten we daar dan over betalen en by the way, hoezo invoerrechten betalen, wij zijn toeristen met een drie-maanden visum, de auto is een Hollandse auto, daarbij zijn het 2e hands gereviseerde onderdelen. Ja dat is toch een beetje veel gevraagd. Daar weten ze zo 1-2-3 geen antwoord op. Ze gaan eerst eten en na 13.00 uur bellen ze terug !!!!!!!!!!!

 Bangkok belt terug. We moeten, hou je vast 8.800 Baht (200,00 €) aan invoerrechten betalen. Hé, zijn jullie nu echt helemaal gek !! Dat zijn de onderdelen niet eens waard. We proberen via Nim de prijs omlaag te krijgen, niet dus. Ja, wat moet je. Kees vindt het een veel te hoog bedrag en wil weten waarom. Ja, gewoon, omdat dat hier in een lijst staat. Ja, maar hoe bepalen jullie de waarden ??? Ja, dat doen ze gewoon.

Ik krijg er echt het rambam van en sla bijna op tilt. Je zit vast, hoe je het ook draait of keert. Je hebt de onderdelen nodig. Hoe eerder je ze hier hebt, hoe sneller het gemaakt is en we verder kunnen. Vergeet niet we hebben niet veel tijd meer. Opsturen die handel. Mijn god, wat kan een mens zich opwinden. Kees ziet wel dat het bij mij menens is.en geeft opdracht alles op te sturen. Sorry Kees, dank je wel schat en daar zijn de traantjes weer. Dit is even niet leuk

Dinsdag 22 mei

De einddatum van het visum komt in zicht, we overleggen met Nim. We weten immers niet of de garage “Moggy” bijtijds in orde krijgt. Ze stelt voor met haar auto naar de grens van Cambodja, 40 km verder te rijden om het visum voor de zekerheid met een maand te verlengen. Om 10.00 uur vertrekken we, om 12.00 uur hebben we een maand extra aan tijd in ons paspoort. We kunnen nu tot 22 juni in Thailand blijven. Omdat we bij de grens Thailand uit, Cambodja in en er weer meteen uit gaan, weer meteen Thailand in gaan, dan vindt een van de Cambodjaanse douane het nodig daar extra geld voor te vragen. Als we hem erop wijzen dat we al voor het visum betaald hebben en er nergens staat dat je nog extra moet betalen zegt hij doodleuk dat we om 17.00 uur terug kunnen komen voor de benodigde stempels (het is nu 12.00 uur). Hé, dat kun je niet maken man, we hebben problemen met onze auto, die staat in de garage, iemand anders staat aan de andere kant van de grens om ons terug naar de garage te brengen, daarom zijn we hier, om een maand extra tijd in Thailand te hebben om de auto te maken. Als we hem de foto van “Moggy” laten zien en ik (wat overdreven) wanhopig ben, hoeven we niets te betalen en zet hij de stempel in het paspoort. Poeh, dat was toch even heftig. De uitdrukking op het gezicht van Kees zegt denk ik genoeg!!

 foto

Woensdag 23 mei

De telefoon gaat, ja de onderdelen zijn binnen. We springen meteen op de fietsen en rijden naar de garage. Als we daar aankomen, bekijken we de rekening van Fed-Ex. Jeetje, hoe komen ze in godsnaam aan een dergelijk hoog bedrag, we moeten zowat evenveel betalen aan verzendkosten en invoerrechten, dan dat de remklauwen kosten. Ook de eigenaar van de garage vindt dat dit niet kan. Hier klopt iets niet. Na 1½ uur bellen zijn we er eindelijk uit waar de fout zit. Duitsland heeft een kruisje fout gezet. Wij moeten Fed-Ex nu dubbel betalen. Van Duitsland naar Thailand is: 330,00 € dan nog een keer de Fed-Ex betalen in Thailand, dit bedrag is aanzienlijk lager 172,00 €.

We zijn verbaasd over het prijsverschil. We mogen kiezen waar we betalen. Uiteraard kiezen we ervoor in Thailand te betalen, bellen Duitsland om de fout te herstellen en alles is nu in orde. Een les voor later als er nog eens een pakketje verzonden moet worden. Altijd in Thailand betalen. Scheelt in dit geval toch maar 130,00 €. Vreemd dat, als je bij Fed-Ex in Duitsland betaald, zoveel meer moet betalen dan als je bij Fed-Ex in Thailand betaald.

Donderdag 24 mei

Een spannende dag in de garage. Krijgen ze het echt voor elkaar? Kees houdt alles goed in de gaten. De oude remklauwen gaan eruit, de nieuwe erin en let op !!  De goede kant opdraaien bij het afstellen. Hoe is het mogelijk, Kees heeft dit wel tig keer gezegd. Wat denk je, inderdaad de monteur draait bijna weer de verkeerde kant op. Kees ontploft bijna, maar alles komt goed. We maken een proefrit van drie kwartier en het ziet er naar uit, dat alles in orde is. Terug in de garage worden de wielen er nogmaals afgehaald om alles goed na te meten. Alles klopt. Nu de rekening van de garage nog. Gelukkig valt dit allemaal mee. Omdat de garage de fout gemaakt heeft, door de verkeerde kant op te draaien worden niet alle door hen gebruikte extra onderdelen en tijd in rekening gebracht. Sorry, “Moggy”, het was niet jou schuld.

In de namiddag nemen we afscheid van Ten, die nog iets liefs in ons gastenboekje schrijft. Ze vindt het echt erg dat we vertrekken, maar we moeten verder. ’s Avonds komt Nim nog gezellig bij ons aan het zwembad zitten, bepraten het een en ander en nemen telefonisch afscheid van haar man Len, die op het te bouwen resort is.

Vrijdag 25 mei

We nemen afscheid van Nim en vertrekken. Omdat we nu niet 2 juni maar pas 22 juni Thailand uitmoeten, besluiten we onze vriend Mr. Tom in Ayutthaya weer te bezoeken. Kunnen we gelijk zien of “Moggy” echt in orde is. De planning is dan om “Moggy” bij het huis van Tom neer te zetten en met de trein een paar dagen naar Bangkok te gaan, we willen er nog het een en ander gaan bekijken. Als we hem bellen ligt hij ziek in bed, maar we zijn van harte welkom. Als we op het parkeerterrein van Ayutthaya aankomen, zien we zijn vrienden al zitten. Kees laat de treinhoorn horen, Tom wordt meteen gebeld en komt 15 min. later aanrijden op zijn motor, snipverkouden. We blijven vannacht op het parkeerterrein en gaan morgen naar zijn huis.

Zaterdag 26 mei

We parkeren “Moggy” bij zijn huis. Nou, hij staat hier echt wel veilig. Niet is Tom van de Tourist-Police maar er lopen hier maar liefst drie honden rond. De familie is overbezorgd, komt meteen met eten aan. De schoonmoeder van Tom knijpt in mijn armen schud haar hoofd en vindt dat ik meer moet eten, ze wil dat ik zeker vijf kilo aankom voordat we verder rijden.

 Het verhaal Timmy en Bianca (lees eerder in het verslag) laat ons niet los en hebben het erover met Tom. Ja, als jullie toch naar Bangkok gaan, ga dan bij mijn collega’s van de Tourist Police langs, misschien kunnen zij jullie verder helpen. Ja waarom niet. Hij geeft ons de naam van ene Peter. We zijn benieuwd.

Met de rugzakken om vertrekken naar het treinstation richting Bangkok. We moeten helaas een uur wachten, de treinreis zelf duurt 1½ uur en hou je vast, kost omgerekend 0,30 €  per persoon. De trein is wel niet luxe, de banken van hout, maar met de ramen open en ventilatoren aan het plafond best uit te houden. Ook in de trein wordt er weer volop gegeten. Gewoon uit plastic zakjes. Alles doen ze hier in plastic zakjes, soep–rijst–vlees–cola met een rietje, warm of koud het maakt niet uit. Vanuit het treinstation, met de metro naar het Hotel. We hebben in Hotel Malysia een kamer gereserveerd. Dit Hotel kennen we nog van de vorige keer, ligt lekker centraal, is schoon, heeft airco en zwembad. Het is al wat later en nemen voor we bij de Night Bazaar wat gaan eten, eerst een duik in het zwembad. Hm, dat valt tegen. Het is zo warm in Bangkok, dat het water lauw aanvoelt. Niet echt lekker dus. Dan maar een koude douche op de badkamer en lekker fris op pad. Hoewel, als je buiten het gebouw komt, loopt het zweet zo weer in straaltjes over je rug zo in de bilnaad. Ja, dat is echt wennen.

Zondag 27 t/m woensdag 30 mei

In Bangkok gaan we bekijken, waar we de vorige keer niet aan toegekomen zijn, we gaan met de trein, metro, tuk tuk en boot naar WAT Pho – het Grand Palace (blote benen verboden, dus ik een sarong en Kees een lange broek aan) en nog wat andere WAT’s en naar de  Kao Sao Road, het centrum van de Back-Packer in Bangkok. Wie weet zien we Tim en Bianca daar?  Als we met een Tuk-Tuk de WAT’s willen bekijken, komt daar weer de grote Tuk-Tuk truc. In eerste instantie trappen we er in.

Ja, het is vandaag een feestdag voor Budha en bieden ze daarom aan om voor slechts 20 baht (0,45 €) een rondtoer langs diverse WAT’s te maken. We stappen in en bezoeken er inderdaad twee. Het valt ons op dat hier weinig toeristen zijn en we gaan wel erg ver van de WAT’s vandaan die wij willen zien. Dan zeg ik tegen Kees. Het is helemaal geen feestdag want alle winkels zijn open. Als de Tuk-Tuk dan voor een juwelierswinkel stopt en het nog over een grote kledingzaak heeft, valt bij ons het Bahtje (kwartje). Dit is weer de provisie-truc, zoals we de vorige keer al meegemaakt hebben. We stappen uit geven de bestuurder zijn 20 Baht en houden een andere Tuk-Tuk aan die ons wel netjes naar de WAT’s brengt die wij op de plattegrond aanwijzen.

Eenmaal in de winkelstraat is het voor ons kijken, kijken niets kopen. Wel stappen wel bij een apotheker binnen. We hebben alle twee al zeker een week wondjes van muggenbeten, die maar niet dicht gaan, raar er ontstaan echte “putjes” die nat blijven en maar niet dicht willen. We laten de wondjes zien en krijgen meteen antibiotica pillen, ontsmettingsspul, zalf, gaasjes, leukoplast en uitleg hoe we de wondjes moeten schoonmaken en verzorgen. De “waterproof”-pleisters die wij er op plakken verstikken de wond veel te veel, er moet meer lucht bij, dus weg die pleisters en gaasjes. Zo gezegd zo gedaan, daar loop ik met vijf en Kees met acht gaasjes op zijn benen. Het valt ons inderdaad op dat wondjes slecht genezen, zelfs van een loopblaar, we denken door de warmte en het vocht, dus het is echt opletten geblazen dat er geen ontstekingen ontstaan. Dan wordt het tijd voor onze expeditie: Timmy en Bianca. We gaan er voor zitten en nemen alles door.

Vervolg Timmy en Bianca Hengeveld:

Doen we  hier goed aan ??  Wat als ze de waarheid spreken. Wat als het een verzonnen verhaal is ?? Hoezo kunnen ze al zo lang in Thailand zijn. Dan hebben ze toch “Over-stay” en wacht ze, indien ze Thailand verlaten nog een fikse boete. Als ze niet kunnen betalen gaan ze de bak in, dat wil je hier in Thailand niet. Klopt hun verhaal wel helemaal. Niet alleen over het geld, maar ook, wat als dit stelletje echt in de pienarie zit. Hoe komen ze hier ooit uit. Stel dat het onze kinderen waren ?? We besluiten geen conclusies te trekken. We zoeken het uit.

De naam Hengeveld in Doetichem is snel achterhaald en komen bij de vader van Bianca uit. Dit blijkt een zieke oude man te zijn, die amper uit zijn woorden komt. We kunnen geen echt gesprek met hem voeren, wat hij wel kan vertellen is, dat hij geen geld heeft om hun tickets te betalen, nee, niet weer ?? Niet nog een keer ??We willen hem niet meer lastigvallen dan nodig en sluiten het gesprek af. We herinneren ons dat Timmy en Bianca het steeds hadden over hun stamkroeg “Het Rotterdammeke” in Doetichem. Die vinden we via Internet zo.

Als we de baas van deze kroeg aan de lijn krijgen, blijkt hij Timmy en Bianca inderdaad te kennen. Hmmm …, zijn verhaal klopt niet helemaal met het onze, maar goed, wie moeten we geloven, we komen er niet uit.

Wel verteld hij, dat bekent is dat Timmy en Bianca in Thailand in de problemen zitten en geen geld hebben voor een ticket naar Nederland. Op het ogenblik staan er een pot in de kroeg en als iemand van de bekende van hen op bezoek is geweest, gooien ze wat in de bus. Ze zijn al op de helft van het bedrag, welliswaar voor  maar een ticket. Als wij ons verhaal doen, over wat Timmy en Bianca ons verteld hebben, klopt er het een en ander niet en wij spreken onze bedenkingen uit. We willen best helpen, maar willen niet besodemieterd  worden. De kroegbaas kan niet anders, dan dit beamen.

Hij wil ook helpen en bedenkt dat het misschien niet onverstandig is eventueel contact op te nemen met  wijkagent de Hr. Fons Bouwmeister uit de woonplaats van Timmy en Bianca. Hij geeft ons het telefoonnummer en al snel hebben we de wijkagent aan de lijn. Het verhaal wordt steeds spannender. Ja-nou nee- hoe zal ik het zeggen. Het klopt, hij kent ze en ja, ze zitten in de problemen. Het zijn inderdaad geen lievertjes, maar het zijn inwoners van Doetichem en moeten toch geholpen worden, zelfs als er in het verleden iets was met drugs en zo ???? Maar de jeugd doet wel meer domme dingen en iedereen moet toch een tweede en misschien wel een derde kans in zijn leven krijgen. Men is bezig geld van de Gemeente los te krijgen om ze naar Nederland te halen en ja ze zitten “ergens “in Bangkok !!!!  Na dat alles aangehoord te hebben staat ons besluit vast. We gaan er achter aan. Bangkok is een grote stad maar je weet maar nooit.

We maken voor de volgende dag een afspraak bij de Ambassade. Zodra men aan de balie de namen Timmy Kooy en Bianca Hengeveld hoort, begint de man met zijn ogen te draaien en zegt: oh, nee niet weer, wij kunnen die namen hier niet meer horen. Gaat U even mee in het kantoortje, dit is geen onderwerp voor aan de balie. Bij ons stijgt de spanning. Wat krijgen we nu weer te horen ? Wij zijn niet de enige die naar dit stelletje op zoek is. Ook het Hotel uit Phuket, waar ze, naar hun zeggen beroofd zouden zijn, komt hier zijn beklag doen. Het Hotel weet helemaal niets van een beroving, wel dat er een behoorlijke rekening open staat en ze met de Noorderzon vertrokken zijn. Verder wil en mag, de Ambassade niets zeggen, maar we hebben onze vermoedens en die zijn niet best. Dat we niet de enige zijn waar ze geld van “geleend” hebben, weten we inmiddels wel. Wat we ook weten is dat we onze 500,00 Euro wel op onze buik kunnen schrijven.

Nu worden we eigenlijk steeds bozer. Hoe vaak hoor en zie je deze verhalen op de TV en wordt je er voor gewaarschuwd. Hoe vaak hebben wij al niet gezegd: Hoe kan iemand hier nu in trappen, dan ben je toch ook goed stom. Precies, zo voelt het, hoe hebben wij zo stom kunnen zijn. Ok, als het inderdaad zo is, is dit de prijs die we ervoor betaald hebben en zullen wijzelf er geen boterham minder om eten, maar geldt dit ook voor de andere personen die ze besodemieterd hebben?? Dit willen wij stoppen en als we ze vinden, willen we hun verhaal horen. Een verhaal heeft  altijd twee kanten , toch !!

We hebben een foto van hen beiden en laten die overal zien.  Omdat we hier eerder geweest zijn en we aan Timmy en Bianca de naam van ons ons Hotel Malysia gegeven hadden, omdat het naar verhouding vrij goedkoop is, gokken we dat ze hier of in de buurt zijn. We laten de foto aan de balie zien. Ja, die zijn hier geweest, maar ze hebben niet geboekt ….. waar zijn ze nu??

In de 7- eleven buurtwinkel op de hoek. Tja, kan zijn, misschien wel, misschien niet. Men weet het niet zeker.

Op de Night Market. Ja, met name het meisje komt hen bekent voor.

Het Lumpinipark. Men twijfelt, er komen hier zoveel mensen. Dan bedenk ik dat als ze regelmatig hier komen, het is tenslotte een prachtig park, waar je heerlijk kunt toeven, een dame gaat als ze naar het Toilet moet niet in de bosjes maar echt naar het Toilet. Bij het 3e Toilet gebouwtje: Bingo !!

Het vrouwtje herkent Bianca direct en zegt dat ze regelmatig hier zijn. Gisteren nog, ze zagen er mooi uit, ze waren naar de kapper geweest en hadden mooie nieuwe kleren aan. Nonde-ju, daar gaan onze euro-tjes. Ze moeten dus in de buurt zitten. Op naar het bureau van de “Tourist Police”. We vragen naar Peter, doen officieel aangiften en geven de foto van hen af.

 Kees foto Tim Bianca

Natuurlijk bekijken we in Bangkok nog het een en ander en laten onze blikken door de overvolle winkel-straten gaan. Na 4 dagen hebben we geen resultaat en besluiten er ons bij neer te leggen als Kees tegen me zegt. Els, ik voel het, ze zitten hier in de buurt. Als jij de laatste E-mails nog even doorneemt in het internetcafe, ga ik nog een beetje rond lopen.

Nog geen kwartier later komt Kees het internetcafe binnen stormen. Els, ik heb ze, nog geen 200 meter hiervandaan. Afsluiten die handel en kom. We gaan verhaal halen. Mijn hartje klopt toch wel extra snel. Gatsie, vindt ik dit nog wel leuk ??

Kees heeft in dezelfde straat van het  internetcafe hun foto laten zien aan de eerste de beste motorfiets die voorbij kwam. De man kijkt en zegt. Ja, die ken ik daar in dat hotelletje. Kees loopt ernaar toe en ziet inderdaad Bianca in de lounge zitten. Snel komt hij me halen.

We stappen het Hotel binnen en inmiddels is ook Timmy in de Lounge. Ze schrikken zich kapot. Hallo zegt Kees, zo klein is de wereld. Kom ga zitten en vertel ons maar eens hoe het nu echt in elkaar zit. We hebben het gevoel dat jullie ons besodemieteren en niet alleen ons. Tot onze verbazing gaan ze inderdaad zitten. Bianca heeft toevallig de paspoorten in haar hand en Kees zegt. Oh, dat is mooi, geef die maar eens hier, zodat ik kan zien hoelang jullie nu echt in Thailand zijn. Braaf geeft ze de paspoorten aan Kees. Ik kijk toe. Het is net een film.

Er komt een wellis nietes verhaal. Nee ons geld hebben ze niet meer. Alles is op !! Ja, ze hopen binnenkort met het geld uit de pot van “Het Rotterdammeke” naar huis te kunnen en echt Timmy gaat zich in Nederland kapot werken om ons zo snel mogelijk terug te betalen. ????? Ook de andere gedupeerde ?? . Ja, die ook !!!!

Ondertussen belt Kees de “Tourist Police” en geeft het adres door waar we zitten. Oh, Oh dan begint Bianca te huilen, dikke, dikke tranen, ze omklemt me,  en smeekt, Els nee, nee dit kunnen jullie ons niet aan doen. Als de Politie ons vindt gaan we de bak in. Els help me !!! Asjeblief !! Els.  Tja en daar ga ik weer, watje. Kees, dit kunnen we ze niet aan doen, geef ze nog een kans. Kees ziet dat ik helemaal begin te trillen. Ok, Els ik doe het voor jou en hij belt de Tourist Police af: Mis-understanding, thank you, everything is ok. They are somebody else. No, you do not have to come.

Ja en wat dan, we zeggen tegen ze dat ze echt verkeerd bezig zijn. Dat ze de volgende keer geen Kees en Els tegenkomen en het heeeel anders kan aflopen.

Hoe jullie het oplossen, is jullie probleem maar ooit kom ik terug naar Nederland en kom mijn 500,00 Euro halen, onthou dat heel goed.We hebben jullie hier in het grote Bangkok gevonden dus in Nederland lukt dat ook. Tot dan.

 We zijn omgedraaid, terug gelopen naar ons Hotel hebben daar een flinke borrel gepakt en het afgesloten.

 Hopelijk hebben Timmy en Bianca er iets uit geleerd, maar … ik ben bang van niet. Wordt vervolgt ……

 Hiermee loopt ook ons bezoek aan Bangkok teneinde.

 Donderdag 31 mei

Met de trein terug naar Ayutthaya, Tom pikt ons aan het station op. En brengt ons naar “Moggy”. Eenmaal daar pakken we de fietsen en rijden naar het parkeerterrein met al de winkeltjes van de mensen die we inmiddels kennen. Tegen de avond komt de regen er weer aan. Dat wordt vlug terug naar huis. Daar pakken we nog een afzakkertje en beseffen dat het weer een warme nacht wordt.

 Vrijdag 1 t/m  zondag 3 juni

 In Ayutthaya, nemen nog een keer de Tuk-Tuk om naar het grote warenhuis TESCO te rijden. Niet zo zeer om boodschappen te doen maar meer om af te koelen. Foei, foei wat is het heet, tegen de 40 graden, vochtig en bijna geen wind. Als we gaan slapen is het in “Moggy” nog 33 graden. Gelukkig hebben we hier bij het huis 220 Volt en kunnen we een grote ventilator binnen zetten. Langzaam zakt de temperatuur dan tot 28 graden. Zoals ik al meer geschreven heb, zijn de hoge temperatuur en het hoge vochtgehalte niet altijd prettig. We horen wel van de Thai dat het dit jaar ook wel erg heet is en ook zij zweten heel wat af, terwijl ze veel hitte gewend zijn. Ja, iedereen klaagt, jeetje wat is het heet. Om een beetje fris te blijven, kopen we regelmatig dunne handdoekjes, ter grote van een gastendoekje, gedrenkt in een frisse lotion, verpakt in plastic, dan even in de diepvries. Heerlijk fris voor eventjes. Heb je ijsklontjes bij de hand, doe je die er een paar tussen en natuurlijk niet vergeten water te drinken, liters water per dag. Hier leren we uit, dat we, als we een huis huren, de slaapkamer minimaal airco moet hebben en je echt niet buiten ventilatoren kunt. Goed, genoeg over de hitte.

We rijden deze dagen met de fiets rustig in de omgeving wat rond, tijdens het fietsen vang je dan wat wind, houden de waterfles bij de hand, gaan regelmatig bij de olifanten kijken, duiken het Internet café in (airco) om op 3 juni naar Gisa te skypen en ze te feliciteren met haar 60e verjaardag. In gedachten zijn we er bij geweest en een beetje met een video-filmpje dat we vanuit het museum gemaild hebben. Tegen de avond is het dan weer tijd om een biertje met Tom en zijn vrienden te drinken en ook zij proosten op de verjaardag van mijn grote zus. Als we dan deze laatste avond bij elkaar zitten, verwent Tom ons gigantisch met het eten. Supergrote garnalen (worden hier gekweekt en kosten bijna niets)  met Washibi en Sojasaus en nog van alles en nog wat. Hij weet waar je al dit lekkers kunt krijgen. Wat hebben we met z’n allen gesmuld.

Maandag 4 juni

Dan wordt het toch weer tijd om verder te gaan, we nemen niet echt afscheid maar zeggen tot de volgende keer. Ja, we komen echt terug naar Ayutthaya, dit moeten we de schoonmoeder van Tom beloven. Ze vindt het maar niets dat we zo ver gaan rijden, we moeten hier in de buurt maar een huisje huren en niet meer in die auto slapen, nee ze vindt het maar niets en schud haar hoofd. Ze maakt nog even overheerlijke groentesoep met rundvlees om ons mee te  geven, welke echt naar onze “Hollandse soep” smaakt, waar we de komende  drie dagen van zullen eten. Elke ochtend dat we Ayutthaya hebben gestaan heb ik niet een keer de kans gekregen, zelf het ontbijt te maken. Voor Tom of een van de vrienden naar het werk gingen, kwamen ze langs met soep, rijst, poffertjes met rijst kokos en een beetje groenten erin.

10.30 uur rijden we richting Phetchabun–Lom Sak dan naar Pa Ya Kha waar Peter en zijn vrouw Paninee wonen, die we op het eiland Koh Chang getroffen hadden.

Tijdens het rijden houden we de temperatuur van de achterremmen angstvallig in de gaten. We hebben nog niet echt kilometers gemaakt sinds de nieuwe remklauwen erin zitten. Gelukkig, het blijft goed.

Vlak voor Phetchabun staan we stil voor het stoplicht, als er naast ons getoeterd wordt. Hoe is het mogelijk. Peter en Paninee staan naast ons. We wisten dat ze vandaag vanuit Bangkok richting huis gingen, maar wij hadden gedacht ze morgen pas te bezoeken, zoals afgesproken. Hoe is dit in godsnaam mogelijk. We zetten de auto’s aan de kant, begroeten elkaar en Peter zegt, rijdt maar achter ons aan, gaan we meteen naar ons huis.

Ruim twee uur later staan we dan, in de tuin van Peter en Paninee. In de “Moggy” slapen, geen spraken van. Kom, pak je spulletjes die je nodig hebt en breng ze naar de logeerkamer. Daar wacht ons een heerlijk bed. Eerlijk gezegd het fijnste bed tot nu toe (buiten ons eigen bed natuurlijk) een eigen badkamer en toilet. Airco is hier niet nodig, wel een ventilator. Het huis van Peter en Paninee ligt op 700 meter hoogte, in het dorp, mooi tussen de bergen. Dat scheelt meteen de nodige graden, vooral ’s nachts. We gaan om de hoek uit eten en vallen daarna als een blok in slaap in het heerlijke grote, zachte bed. Jeetje, wat is dat lekker, weer lekker aan een stuk door slapen zonder wakker te worden van de warmte.

Dinsdag 5 t/m vrijdag 8 juni

Als we ’s morgens aan het ontbijt gaan, wacht daar op ons, niet alleen Peter en Paninee maar ook Silvio, een Zwitser die ook in dit dorp woont en graag een babbel maakt met een FARANG  (spreekt men uit als FALANG, de R wordt hier uitgesproken als een L, zoals men hier een buitenlander noemt).

Ik dacht eerst dat farang een verbastering zou zijn van het engelse woord Foreigner, maar later blijkt dat het een verbastering is van de vele Franse die toen hier waren. Men noemde deze mensen “Farangcee”. Deze verbastering is hiervan overgebleven en noemen ze elke buitenlander zo. 

Silvio had al van Peter gehoord dat wij kwamen en heeft speciaal bruin brood gebakken voor de farang. Dat was lekker, heerlijk met boter en kaas, natuurlijk heb ik er Hollandse koffie bij gezet.

We zijn ook hier weer schandalig verwend. Peter heeft deze week vakantie (hij werkt als ingenieur bij Airbus en wordt over  de hele wereld uitgezonden) en wil ons graag wat van de omgeving laten zien. Misschien iets om hier een huisje te huren ?????  Er wonen hier meerdere farang en men ziet ze graag komen. Farang betekent immers geld. In hun ogen zijn we allemaal miljonairs.

Silvio wil persé bij hem thuis voor ons koken en hoe! Was dat even lekker. Natuurlijk vinden we het eten in Thailand heerlijk, maar een keertje weer rollade, aardappelsalade en gevulde aubergine smaakt dan toch ook wel verrukkelijk en niet te vergeten de toet met vanillepudding, vruchten en wat rode saus voor de kleur, dit alles onder het genot van een heerlijk rood wijntje. SILVIO, HIERFUER HERZLICHEN DANK!

We starten “Moggy” weer op, laten hem lucht happen, leggen alle spulletjes weer op de plaats, nemen afscheid van deze lieve mensen, we moeten immers richting Laos voor het nieuwe visum. Of we in deze omgeving een huisje huren?? Nog, niet. De omgeving is prachtig, maar nog niet echt wat we zoeken. Als we uit Laos terug zijn gaan we het noordwesten van Thailand bekijken en hebben het gevoel dat we toch daar iets tegen het lijf lopen. Niet alleen de natuur (meer bergen) maar ook de temperatuur trekt ons meer. Ach, we zullen zien, voorlopig hebben we “Moggy” en een ding is zeker, waar we ook terecht komen, het is er al, alleen moeten we het nog zien te vinden en waar??? De toekomst zal het uitmaken, tot dan genieten we nog volop van het reizen, we beseffen donders goed, dat als we eenmaal een stekkie gevonden hebben het reizen ook afgelopen is en helemaal als we “Moggy” moeten verkopen.

Deze drie dagen hebben we goed bij kunnen slapen en heeft ons goed gedaan, het  is misschien moeilijk voor te stellen, maar we waren echt moe. We rijden op ons gemak terug naar Lom Sak, tanken daar diesel en gaan richting Loei. Een mooie weg en het begint steeds meer op het Thailand te lijken zoals ik het voor ogen heb.

In provincie Loei worden druiven voor wijn verbouwd, we bezoeken het Chateau Loei, niet echt boeiend. Het Chateau is gewoon een huis/restaurant/winkel, de proeverij stelt ook niet veel voor (een piepklein plastic glaasje) geen rondleiding en de prijs van een fles wijn schandalig hoog, de goedkoopste fles wijn kwam op 10,00 €. Dat is heel wat hier in Thailand en echt lekker, nee, vrij zoet.

Dan komen we in Chiang Khan aan en zien de Mekong River met aan de overkant Laos.

MEKONG RIVER.

De rivier ontspringt in Tibet stroomt door China–Laos–Cambodja en Vietnam en is met zijn 4.000 kilometer lengte de 12e langste rivier in de wereld en de 10e grootste van volume, de Mekong is een van de wildste wateren. Voordat in 1993 de Thai-Loa Friendship-Bridge werd gebouwd, was er geen overspanning. In Vietnam is er ter bescherming, de Mekong Delta, in Laos is er helaas niet.

In de 13e eeuw is Marco Polo waarschijnlijk de eerste Europeaan geweest die de Mekong overgestoken is. Inmiddels wordt de rivier gebruikt voor het opwekken van energie en wordt er door China gewerkt aan een gigantische grote dam.

We besluiten hier een slaapplaats met airco te nemen en komen uit bij het Chiang-Khan Hill Resort (coördinaten N. 17.54.21.1 – E. 101.42.02.6). Het is goede beslissing, om 17.00 uur is het in “Moggy” 34 graden, absoluut geen wind. Er is en zwembad bij, maar dat ziet er niet echt fris uit. Omdat wondjes van de muggenbeten nog niet helemaal genezen zijn, besluiten we niet te zwemmen maar een heerlijke koude douche te nemen. Als we wat gaan eten, valt dat helaas wat tegen, niet alleen is de smaak niet echt lekker, maar we moeten oppassen wat we eten. We zitten namelijk onder een afdak van riet en er vallen regelmatig kleine torretjes en andere beestjes uit. Voordat we dat in de gaten hadden zijn er beslist al wat van deze beestjes in onze maag verdwenen, maar ach, Kees heeft tenslotte ook gefrituurde insekten gegeten, dus, so what!

Zaterdag 9 juni

De volgende ochtend blijven we een hele tijd langs de Mekong River rijden richting Si Chiang Mai (niet te verwarren met Chiang Mai)–Tha Bo–Nong Khai vlakbij de Friendship Bridge waar we overheen gaan als we Laos binnen rijden.Onderweg zijn we diverse WAT’s voorbij gereden, te heet om ze te bezoeken. Dan komen we bij een Sculpturenpark genaamd Sala Kaew Ku. Mooi? Nee! Verrassend? Ja! (coördinaten N. 17.53.15.6 – E. 102.46.54.7)

We denken erover hier te overnachten, helaas komt daar niets van in. Om 16.00 uur krijgen we bezoek van de Tourist Police. We maken een gezellige babbel, dan wordt ons verteld, dat we hier helaas niet mogen overnachten. Het is een privé-park en wordt om 18.00 uur gesloten, jammer We pakken ons boeltje bij elkaar en gaan richting stad. Een Hotel vinden is niet moeilijk, maar wel een Hotel met veilige parkeerplaats voor Moggy. In de stad zelf lukt het niet en rijden we even de stad uit. Daar komen we bij het Jommanee Royal Hotel terecht (coördinaten N. 17.52.23.2 – E. 102.42.24.4) Achteraf maar goed. Schrik niet om 17.00 uur is het 40.2 graden. Dit schreeuwt echt wel om een airco!!

Maandag 10 juni

We rijden wat in de stad rond, zien leuke Lodges om te overnachten, helaas kunnen we hier met “Moggy” nergens komen, hij is te groot,  wel heel leuk voor back-packers, we blijven dus nog een nacht in ons eigen Hotel.

Dinsdag 11 juni

 Bye, bye Thailand, tot over een paar weken. Via de Friendship-Bridge rijden we Laos binnen.